Stoutmoedige voorspellingen en angstvallige beslissingen

Gedurende een aantal jaren hebben hoogleraren aan de Duke University een onderzoek uitgevoerd, waarin financieel directeuren van grote ondernemingen de uitkomsten van de index van Standard & Poor voor het volgende jaar schatten.

Door Maarten ErasmusDe onderzoekers verzamelden 11.600 van zulke voorspellingen en analyseerden hun nauwkeurigheid. De conclusie was helder: Financieel directeuren van grote ondernemingen hadden geen idee van de kortetermijntoekomst van de aandelenmarkt. De correlatie tussen hun schattingen en de werkelijke waarde was minder dan nul! Als ze zeiden dat de markt zou dalen, was het net iets waarschijnlijker dat hij omhoog zou gaan. Het slechte nieuws is dat deze directeuren niet leken te weten dat hun voorspellingen waardeloos waren. De onderzoekers maten ook hoe zeker de directeuren waren en het bleek dat zij overmatig zelfvertrouwen hadden in hun eigen voorspellingen. Om tot een acceptabele voorspelling te komen hadden de financieel directeuren jaar na jaar moeten zeggen dat er 80 procent kans was dat de S&P-uitkomsten van volgend jaar tussen -10 en +30% zouden liggen. Dat is vier keer breder dan de zekerheidsintervallen die zij rapporteerden. Maar, zelfs als zij zouden beseffen hoe weinig ze weten, zouden deze directeuren waarschijnlijk niet zulke ruime marges in hun voorspellingen opnemen. Een directeur die zo’n vage voorspelling doet heeft grote kans uit de vergaderzaal weggelachen te worden. Het onderzoek toonde aan dat degenen die het meeste vertrouwen stelden in de S&P-index ook te zelfverzekerd en optimistisch waren over de vooruitzichten van hun eigen bedrijf, waardoor zij meer risico’s namen dan anderen. Optimisme wordt echter zeer gewaardeerd. Zowel sociaal als op de markt. Mensen en bedrijven belonen de verschaffers van gevaarlijk misleidende informatie hoger dan mensen die hun de waarheid vertellen. President Truman heeft ooit gesmeekt om een eenzijdige econoom, die zich duidelijk zou uitspreken. Hij had het helemaal gehad met economen die steeds weer aankwamen met “aan de andere kant…”Ook in andere beroepsgroepen is overmatig zelfvertrouwen te vinden. Onderzoek op intensive care patiënten wees uit dat ook artsen veel te zeker zijn van hun diagnoses. In 40% van de gevallen, waarin ze zeiden absoluut zeker te zijn, hadden ze het bij het verkeerde eind. Bij medici wordt onzekerheid als een zwakte en een teken van kwetsbaarheid beschouwd. Er ligt een taboe op het openbaren van onzekerheid aan patiënten. Misschien verstandig om toch wat meer onzekerheid te verlangen van de experts. Bijvoorbeeld bij het uitbesteden van onze ICT-projecten. We hebben allemaal de neiging om de opdrachten volledig dicht te timmeren en zo een schijnveiligheid op te wekken. Bij de overheid leidt een kwart van de ICT-opdrachten tot een niet-werkend systeem en nog eens 46 procent tot een onvoldoende werkend systeem. Je zou met deze getallen in het achterhoofd elke leverancier moeten wantrouwen die een slagingspercentage afgeeft dat boven de 25% ligt. Die is waarschijnlijk te optimistisch. Maarten Erasmus is managing consultant bij Emeritor, the procurement solutions company