10 praktijkaanbevelingen voor transfer pricing

In het kader van een verdere optimalisatie van het Tax Controle Framwork (TCF) en de tendens om afspraken te maken met de Belastingdienst omtrent Horizontaal Toezicht besteden bedrijven meer en meer aandacht aan een juiste toepassing van transfer pricing en de wijze hoe een en ander tot stand komt en vastgelegd moet worden in de AO/IC processen. Praktijkexpert Geert Schretlen geeft 10 gouden tips om uw transfer pricing naar een hoger niveau te brengen.

Inleiding
De aandacht voor transfer pricing wordt nog eens versterkt door de ruime aandacht aan de compliance vereisten, als gevolg van u bekende affaires. Hierdoor komt de transfer pricing problematiek steeds prominenter op de agenda te staan. De algemene vraag die dan gesteld wordt; Zijn wij ‘in controle’ met betrekking tot de fiscaal gerelateerde onderwerpen waaronder Transfer Pricing?. Is dit voldoende afgedekt in het TCF en vooral in de daarin beschreven processen? Kan ik als manager gerust hierover een verklaring afgeven?

Kortom…… Doen wij onze zaken integer, verantwoord en duurzaam ………….. niet alleen naar onze stakeholder ‘De Belastingdienst’, maar ook aan alle andere?

In dit kader is dit artikel een handvat voor de zaken waar aandacht aan geschonken moet worden voor een juiste benadering van deze uitdaging en een vaststelling van een geaccepteerde verrekenprijs. Want een uitdaging is het zeker. Transfer pricing is een internationaal gebeuren waar multinationals bij betrokken zijn. Echter, ook middelgrote tot grote bedrijven, denk bijvoorbeeld aan schoenen of keukens die elders in de wereld binnen de groep worden gefabriceerd en op de Nederlandse markt worden verkocht, hebben hiermee te maken. Een groot aantal grensoverschrijdende partijen kunnen hierbij betrokken zijn met alle hun specifieke belangen en vereisten.

De Belastingdienst kijkt met toenemende interesse naar hoe de onderlinge verrekenprijzen tot stand zijn gekomen. Binnen de groep zal het hoofdkantoor een belangrijke rol spelen om de systematiek goed opgetuigd te krijgen waarbij compliance in de verschillende landen belangrijk is, maar ook waar winstoptimalisatie niet uit het oog verloren mag worden. De systematiek kun je niet lokaal optuigen, je hebt de gelieerde organisaties hierbij nodig en de rol van de tax afdeling op het hoofdkantoor zal de professionaliteit en de coördinatie ten goede komen. Het is verder van cruciaal belang de lokaal betrokkenen over het proces te informeren en zo nodig mee te laten participeren, waarbij een toetsende rol van een externe tax auditor onontbeerlijk is.

Bij de bepaling van de systematiek kan gebruik worden gemaakt van een aantal methodes. De meest voorkomende methode is de methode waarbij nagegaan wordt wat de prijs zou zijn die bij concurrerende externe partijen betaald zou moeten worden (Comparable Profit Method; CPM). Daarnaast bestaan er nog andere methode die gebruikt worden zoals de methode waarbij uitgegaan wordt van vergelijkbare goederen die bij andere externe partijen gekocht zouden kunnen worden (Comparable Uncontrolled Price Method; CUP), de Cost plus methode en de Mark up methode. De Mark up en de Cost plus worden gebruikt bij diensten leveringen bijvoorbeeld vanuit een Shared Service Center (Administratief of logistiek) vanuit een ander land.  

De 10 aanbevelingen

1. Een transactie tussen gelieerde ondernemingen moet voldoen aan het criteria “Arm’s Length Principe”

Het uitgangspunt bij transactie tussen gelieerde ondernemingen over de grens is een prijs die acceptabel is in de markt. Wat zou een redelijke prijs zijn, als je zaken doet met een niet tot de groep behorende onderneming; het Arm’s Length’ beginsel? Hierbij is het belangrijk dat je in de schoenen gaat staan van het bedrijf waarbij je je spullen koopt. Hoe komen zij tot een juiste kostprijs berekening en welke componenten zitten daar in die de prijs maken zoals deze is. Natuurlijk denk je in het groepsverband van de internationale onderneming. Wat niet in het ene land als winst wordt gerealiseerd, komt uiteindelijk in het andere land tot uitdrukking. Per saldo op het hoogste niveau wordt alles gesaldeerd en wordt deze winst geoptimaliseerd.

Transfer pricing is gericht op het creëren van een redelijke balans tussen inkomsten en uitgaven met een daarbij behorende verrekenprijs, uitgaande van het ‘Arm’s Length’ beginsel. Hierbij moet er goed gelet worden waar de winst valt en daarbij komt vaak de druk vanuit het lokale management om de verrekenprijs zo laag mogelijk te krijgen om zo snel mogelijk de targets te halen. Dit kan tot grote discussies leiden waarbij het van belang is dat er een goede specificatie bestaat hoe men tot een bepaalde verrekenprijs is gekomen. De Belastingdienst van de verschillende landen bekijken dit nauwgezet omdat hun belang is dat zij geen belastinggrondslagen willen missen. Management streeft in dit kader naar een optimalisatie, maar moet niet uit het oog verliezen dat het belang van de Belastingdienst kan worden ondergraven wat uiteindelijk lijdt tot naheffingen en/of boetes.

Een voorbeeld waarbij de winstoptimalisatie doorslaat is bijvoorbeeld het geval bij Starbucks in Engeland doordat zij royalty’s over het Intellectueel eigendom (IP bijvoorbeeld inzake merknamen, technische kennis) doorbelast krijgen vanuit een vehikel in Nederland waar zij het IP hebben geregistreerd. Hierdoor betaalt Starbucks nihil belasting in de UK en in Nederland is het tarief een stuk lager. Zo ook door Rolling Stones, Lady Gaga, Ikea, …. Etc. Andere landen die ook populair zijn als ‘taks haven’ zijn behalve Nederland ook Zwitserland, Ierland, Luxemburg en Bermuda.
Bron: http://www.telegraph.co.uk/finance/newsbysector/banksandfinance/9669640/New-push-on-foreign-firms-tax.html

2. Opname in het ondernemingsmodel kan belangrijke besparingen opleveren c.q. boetes voorkomen
De optimalisatie binnen het toegestane moet uitgewerkt worden als consistent onderdeel in het ondernemingsmodel. De ervaring leert dat dit op het hoogst mogelijke niveau moet worden vastgelegd in Richtlijnen binnen de organisatie en afspraken met de autoriteiten. Richtlijnen kunnen betrekking hebben op de berekeningswijze van de kostprijs, de acceptabele mark up die via benchmarking wordt verkregen en de opvolging van de afspraken door het management. Hiermee wordt het verdienmodel inzichtelijk en weet men waar men aan toe is met de verrekenprijs. Mocht dit niet duidelijk zijn dan is het verdienmodel niet betrouwbaar en komt het control aspect en het verantwoordingsaspect niet van de grond. Wijzigingen op wijzigingen heeft dit tot gevolg. Alvorens het ondernemingsmodel definitief te omarmen is het van belang dat de Belastingdienst een ‘Ruling’ af geeft. Hiermee creëer je zekerheid en vertrouwen en kan het ondernemingsmodel verder commercieel uitgewerkt en geïmplementeerd worden.

Voorbeeld is een bedrijf in India dat chemicaliën produceerde en daarbij korting gaf op bulk leveringen aan gelieerde buitenlandse onderneming en deze korting niet gaf aan niet gelieerde onderneming. Was hier sprake van ongelijkheid of niet? Daarom laten vastleggen in de ruling.
Bron: http://www.tax-ews.com/news/Indian_Tribunal_Reaches_Key_Transfer_ Pricing_Decision____58191.html

3. Maak transfer pricing onderdeel van het Tax Controle Framework (TCF) en betrek de Belastingdienst bij het traject van de totstandkoming
Draagvlak en vertrouwen zijn belangrijke items als onderdeel van het meeromvattende Tax Control Framework. Transfer pricing is daarbij een onderdeel, zoals ook de wijze waarop de AO/IC is ingericht is om te zorgen dat bijvoorbeeld de TP methodiek goed wordt uitgevoerd. Betrek zowel bij de totstandkoming van de TP methodiek als wel bij de inrichting van de AO/IC de Belasting autoriteiten c.q. informeer ze over de gang van zaken. Mochten ze daar later toch problemen zien, dan heb je als bedrijf je goede wil getoond en kan de onderneming niet verweten worden dat zij hen er niet bij betrokken hebben.

Gelukkig kennen we bij de TP methodiek richtlijnen uitgevaardigd door de OECD/OESO (Organisation for Economic Co-operation and Development). Deze richtlijnen zijn bedoeld om multinationale ondernemingen te helpen om conflicten met en tussen de verschillende belastingdiensten in landen te voorkomen. Hiermee worden dure juridische kosten en dubbele belastingen voorkomen.

4. Wetgeving in de landen is gebaseerd op richtlijnen vanuit de OECD
Deze Richtlijnen zijn bedoeld om belastingdiensten (van zowel OESO-lidstaten als niet-lidstaten) en multinationale ondernemingen te helpen door wederzijds bevredigende oplossingen voor verrekenprijsgevallen aan te dragen, waarbij conflicten tussen belastingdiensten onderling en tussen belastingdiensten en multinationale ondernemingen zo veel mogelijk worden voorkomen en dure juridische procedures worden vermeden. Multinationale ondernemingen worden aangemoedigd de aanbevelingen in de OESO Richtlijnen zo veel mogelijk als uitgangspunt te hanteren.

De OESO richtlijnen maken duidelijk wat de Nederlandse overheid (en 43 andere landen) van bedrijven in het buitenland verwachten op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Een juiste invoering en gebruik van Transfer Pricing wordt beschouwd als een stuk verantwoord ondernemen. Verrekenprijzen zijn daardoor in het teken van integriteit en verantwoording een bijzonder onderwerp in het kader van goed burgerschap voor ondernemingen en belastingen.

Een recent voorbeeld waarbij een bedrijf actief met transfer pricing werkt is Glencore (wereld producent van Kopermijnen) om winsten in die landen te laten vallen waar het belastingklimaat kunstiger is. Productie kosten worden daarbij vergroot, door transfer pricing (winst wegsluizen uit een land met hoge belastingtarieven naar een land met lage tarieven). Je kunt hier vraagtekens bij het MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) zetten. (Bron: NOS, 27 nov 2012.).

In Nederland bestaat ook het gevoel dat belasting ontweken wordt door, via manipulatie van onderlinge verrekenprijzen, de winsten te verschuiven naar belastingparadijzen. Hierover zijn ook Kamer Vragen gesteld. De OESO richtsnoeren voor verrekenprijzen (transfer pricing) zijn er juist op gericht om manipulatie tegen te gaan en om dubbele belastingheffing te voorkomen. Indien de internationale verrekenprijsspelregels goed worden toegepast, vormen deze regels voor belastingdiensten een effectief wapen tegen manipulatie.
Bron: www.rijksoverheid.nl/…transfer-pricing/beantwoording-kamervragen

5. Betrek het ‘Hoofdkantoor’ in de totstandkoming en houd ze scherp

Logisch lijkt me, open deur, ‘Corporate’ zou hierin zelf een initiërende en coördinerende rol in moeten hebben. Dit is niet altijd het geval en soms moet je als lokale organisatie dit stimuleren. Jij wilt het graag goed doen c.q. geen onduidelijkheden hebben naar de Belastingdienst toe. Corporate heeft de strategie in kaart gebracht en de daaruit voortkomende Richtlijnen al vastliggen. De Benchmark moet het hoofdkantoor coördineren wat uiteindelijk de basis wordt van de verreken prijs en ‘last but not least’ zorgdragen voor een standaardisatie in de lay out van het TP document voor alle gelieerde bedrijven. Corporate zal regelmatig de actualiteit van de methodiek moeten toetsen. De lokale organisaties kunnen ieder jaar specifiek naar de achterliggende stukken vragen om hiermee Corporate scherp te houden en daarmee aandacht vragen aan het toetsing proces. Dit zou een terugkerend control proces moeten zijn wat natuurlijk in een TCF wordt opgenomen.

6. Gedegen en gedragen benchmarking
Productie ondernemingen leveren hun fabricaten vaak aan gelieerde verkoopkantoren. In de benchmarking wordt die productiefaciliteit afgezet tegen vergelijkbare productie organisaties om tot een vergelijkbaar winstpotentieel te komen. Dit is een moeilijke en vaak onmogelijke taak daar de vergelijkingen vaak niet opgaan, zeker als je een heel specifiek product fabriceert. De productiefaciliteit is dan zo uniek c.q. het product wordt nergens anders gefabriceerd.

Toch moet deze benchmark tot stand komen met alle veronderstellingen en voorwaarden. Dit doen daartoe gespecialiseerde organisaties die gebruik kunnen maken van omvangrijke data bases met gegevens van toch vergelijkbare bedrijven c.q. productie van vergelijkbare goederen in verschillende landen. Via middeling komt men tot een bandbreedte van winstpotentieel met een mediaan. Hierover zal overeenstemming moeten komen met de lokale belastingdienst. Het proces van hoe tot deze mediaan tot stand is gekomen, samen met de documentatie en de onderlinge communicatie/ onderhandelingen moet leiden tot een acceptabele ruling waarop de TP methodiek wordt gebaseerd.

De benchmark kan betrekking hebben op twee methoden te weten de goederen die bij concurrerende externe partijen gekocht zouden kunnen worden (Comparable Profit Method) of vergelijkbare goederen die bij andere externe partijen gekocht zouden kunnen worden (Comparable Uncontrolled Price Method). In de meeste gevallen wordt de CPM methode gehanteerd.

Voorbeelden van databases van waaruit een benchmarking wordt opgesteld zijn onder andere Amadeus, RoyaltyStat en Bloomberg.

7. Afstemming TP documentatie met gelieerde ondernemingen
Door goede afstemming, gecoördineerd door ‘Corporate, vermijd je tegenstrijdigheden in de TP documentatie tussen gelieerde ondernemingen. De Belastingdiensten zijn bevoegd om de documentatie van de gelieerde ondernemingen, waarmee het bedrijf zaken doet, op te vragen. De inhoud van de verschillende documentatie kunnen zij naast elkaar leggen en als er bijvoorbeeld ontwikkelingskosten worden doorberekend in de verrekenprijs dan roept het vragen op indien het lokale bedrijf hier ook een bedrag voor uitgeeft in zijn Verlies- en winst verantwoording. Het klinkt natuurlijk ook raar als een productiefaciliteit veel verkoop/marketing kosten heeft en deze doorbelast in de verrekenprijs aan het verkoopkantoor. Onderlinge afstemming en daarmee een logische opbouw van de prijs voorkomt onduidelijkheden en geeft vertrouwen toe naar de autoriteiten.

8. Gedegen functionele- en risico analyse
Zoals in de vorige paragraaf met voorbeelden aangegeven wordt de logica en de verantwoordelijkheden van de met elkaar gelieerde bedrijven vastgelegd in een functionele- en risico matrix. Hiermee wordt de onderbouwing van de transfer prijs verder versterkt door de functionele taken van de gelieerde bedrijven uit te werken en de risico’s in kaart te brengen waar de bedrijven mee te maken hebben. Taken en risico’s bepalen mede de hoogte van de transfer prijs en ook de winstgevendheid van de ondernemingen. Dus bepaal deze van te voren en maak goede afspraken waar welke kosten, behorende bij bepaalde activiteiten en risico’s die genomen worden, komen te vallen om tot een optimale verrekenprijs te komen.

Een groot farmaceutisch bedrijf liep enkele jaren geleden tegen een transfer pricing-probleem aan toen bleek dat het “Europese hoofdkantoor” in Ierland, met veronderstelde verantwoordelijkheid voor Europese marketing, verkoop en aansturing van alle Europese fabrieken, in de praktijk niet meer dan halve man en een paardenkop omvatte. Wel werd een significant deel van de winst in Ierland verantwoord. Deze oneigenlijke winstverantwoording kon niet door daadwerkelijk uitgevoerde functies en risico’s (de functionele analyse) worden onderbouwd.
Bron: http://www.managementsite.nl/21312/financieel-management/internationalisering-transfer-pricing.html

9. Documentatie eis TP systematiek
Een belangrijke eis is een goede documentatie van de TP systematiek. De systematiek van de totstandkoming van de verrekenprijs moet men goed vastleggen, onderbouwen en consistent uit voeren middels richtlijnen binnen een organisatie en middels een standaard lay-out die voor alle landen hetzelfde is. Advies is om deze ieder jaar voor wat betreft de TP documentatie (dus niet de Benchmarking) te actualiseren zodat bij controles van de Belastingdienst je kunt aantonen dat het de volledige aandacht heeft binnen de organisatie en dat er meteen op gestuurd kan worden. De Benchmarking daarentegen wordt gemiddeld eenmaal in de drie jaar geactualiseerd. De termijn van actualisatie is natuurlijk ook afhankelijk van de afspraken die met de autoriteiten in het specifieke land wordt gemaakt.

10. Onderdeel van de TP documentatie betreft ook de SLA’s
In een Service Level Agreement (SLA) wordt vastgelegd de aard van de dienstverlening, de functionele verantwoordelijkheden, de risico’s die overgenomen worden, de tariefstelling en de periode waarover de SLA wordt afgesproken. Dit is eigenlijk een contract zoals je dat ook ziet mocht je zaken doen met een extern bedrijf. Wat kan men van elkaar verwachten en dit wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen de gelieerde bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan IT gerelateerde diensten, shared service center, adviesdiensten en logistieke diensten, die door het moederbedrijf of ander gelieerde (dedicated) onderneming wordt geleverd en waarvan de dochter wel of niet gedwongen moet van afnemen. De onderneming die levert zal hier een mark up moeten afspreken met de Belastingdienst boven op de normaal berekende kostprijs.

Bedrijven gebruiken daarom vaak, zoals ik het noem, een ‘SMART SLA’ waarbij je een budget tool in handen hebt. Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Realistisch en Tijdgebonden zijn daarin de uitgangspunten. Als een leverend groepsonderdeel de werkelijke uitgaven van zijn diensten (eventueel met een winstopslag) in rekening mag brengen bij de afnemende groepsonderdelen, zijn er voor de leverende partij weinig prikkels efficiënt te werken en zullen daar blijkens de praktijk vroeg of laat veel onnodige kosten worden gemaakt. Dat kan worden voorkomen door middel van een SMART SLA waarbij de verrekenprijzen zijn gebaseerd op marktprijzen of op regelmatig bijgestelde (ambitieuze maar realistische) kostennormen.

Geert Schretlen drs RA (gschretlen@planet.nl) is als interim financieel manager actief bij implementatie, optimalisatie en compliance trajecten binnen financiële en business processen voor zowel profit als non-profit sector. Hij heeft ervaring opgedaan bij zowel nationale- als internationale bedrijven/ multinationals.