10 vragen en antwoorden over alternatieve financiering
1. Wat is alternatieve financiering?
‘Alternatieve financiering is eigenlijk het hele oeuvre aan financieringen dat bestaat naast de klassieke bankfinanciering. Je kunt alternatieve financiering grosso modo indelen in drie vormen. Als je van klein naar groot redeneert zijn die vormen: crowd financing (geld van ‘fools, friends and relatives’), informal investors (vaak ‘selfmade men’ die op informele wijze kapitaal willen investeren in de vorm van eigen vermogen of achtergestelde leningen) en formal investors (grote gereguleerde financiering door private equity partijen, venture capitalists, banken en de publieke markt).’
2. De meeste vormen zijn toch niet echt nieuw?
‘Dat klopt. Crowd financing, bijvoorbeeld, bestaat al langer maar vindt nu ook plaats via internet. Dat zorgt voor een groot potentieel draagvlak en een hogere snelheid. De andere reeds bestaande vormen doen nu meer dan voorheen hun opgeld en raken beter georganiseerd. Zo hebben we bijvoorbeeld de zogenaamde high yield bonds, dat is vreemd vermogen tegen hoge rente en hoog risico. Die bonds waren met name in de Verenigde Staten erg populair. Nu zie je die bonds ook in Europa meer verschijnen. Ook wordt nu actiever gebruik gemaakt van supply chain financing methoden, die eerder minder in zwang waren in Nederland. Kortom de vorm is niet altijd echt nieuw, maar de omvang en de belangstelling zijn dat wel.’
3. Waarom bestaat meer behoefte aan alternatieve financiering?
‘De banken zitten heel ver op slot. Door de afgelopen crisis is de balans zoek geraakt. De ene na de andere nationale en internationale regelgeving duikelt over elkaar heen. Bij banken hebben we al Basel I, II en III achter de kiezen en de verzekeraars moeten Solvency II omarmen. De banken krijgen steeds meer strikte eisen opgelegd en moeten hogere buffers aanleggen, waardoor minder geld beschikbaar is voor financiering. Bovendien is de wil bij de banken afgenomen om te investeren. Ze zijn meer risico-avers geworden. De reguliere financieringsmogelijkheden voor ondernemingen zijn voor een groot deel gewoon weggevallen. Vooral kleinere bedrijven komen daardoor in de problemen. Het gaat dan zowel om nieuwe financieringen voor vervangings- of uitbreidingsinvesteringen of om het vernieuwen van een bestaand financieringsarrangement.’
4. Is een klassieke bankfinanciering nog wel aantrekkelijk, als je in aanmerking komt?
‘Het is veel onaantrekkelijker dan vroeger. De risico-opslag op de rente is omhoog gegaan en de eisen zijn enorm toegenomen, bijvoorbeeld op het gebied van de zekerheden die moeten worden verstrekt en de rapportages die je aan de bank moet overleggen. De bank moet zelf ook aan veel meer eisen voldoen en de procedures zijn dus aangescherpt. Het is veel moeilijker geworden.’
5. Is de behoefte aan alternatieve financiering bij alle ondernemers even groot?
‘De behoefte speelt overal, maar het scala aan financieringsmogelijkheden is vooral bij MKB-ondernemingen beperkt. Dat komt onder andere omdat de bedragen die MKB-bedrijven willen lenen te laag zijn om met bepaalde financieringsvormen aan de slag te kunnen gaan. Daarnaast is de kennis om tot nieuwe oplossingen te komen ook vaak minder bij kleinere ondernemingen. Ze weten niet waar ze het geld kunnen halen.’
6. Wat zijn de belangrijkste vormen van alternatieve financiering?
‘Het is lastig om hier een universele rangorde in aan te brengen. Ik heb geen marktonderzoek gedaan, maar het hangt sterk af van de omvang van de bedrijven die financiering zoeken en de grootte van het bedrag. Als ik een gooi zou moeten doen voor niet beursgenoteerde bedrijven dan staat private equity bovenaan, gevolgd door informal investors, en daarna de vormen crowd-funding, MKB-bonds op Alternext en onderhandse leningen aan het MKB vanuit institutionele beleggers. Grote ondernemingen kunnen hun heil zoeken op plaatsen in de wereld waar geld zit, bijvoorbeeld door US Private Placements of Dim Sum bonds (zoals ABN AMRO deed in de tweede helft van 2012).’
7. Is de wet van Say ook aan het werk? Die wet luidt populair geformuleerd: ‘ieder aanbod schept zijn eigen vraag’.
‘De alternatieve financieringen zijn vooral vraag-gedreven. Maar er is best veel private equity geld beschikbaar van partijen die graag willen investeren. Dus een gedeelte van de beschikbare financiering is aanbodgedreven, maar dat is de minderheid. De meeste vormen ontstaan echt vanwege de vraag die er is.’
8. Wat zijn de voordelen en nadelen van alternatieve financiering?
‘Het grote voordeel is dat je überhaupt geld kunt krijgen. Dat is het meest belangrijk natuurlijk. De specifieke nadelen hangen af van de verschillende vormen van financiering. Je kunt ze niet over één kam scheren. Gemiddeld genomen moet je bij nadelen denken aan de moeite die het kost om te zoeken naar beschikbare gelden, de hoge rapportagevereisten, hoge kosten die bijvoorbeeld gemoeid zijn met het uitgeven van een prospectus, het voorbereiden van een due diligence en de lange doorlooptijd voordat je het hebt geregeld. Een grote valkuil bij het verkrijgen van alternatieve financiering is dat je niet bent voorbereid op deze nadelen.’
9. Wat zijn de ervaringen en ontwikkelingen?
‘Er is gewoon niet genoeg geld beschikbaar en veel ondernemingen gaan failliet. Maar ondernemers blijven natuurlijk zoeken naar vormen die werken, ze willen anticyclisch groeien en hebben dus geld nodig. Daarnaast lopen financieringen bij de bank gewoon af. Normaal rolde je dat gewoon verder bij een bank, maar dat kan nu niet meer. En eigenlijk wordt alles slechter bij het aflopen van een financiering. De voorwaarden worden slechter, het wordt duurder en je moet meer rapporteren. Maar het gaat dus niet alleen om moeilijkheid bij het financieren van groei door middel van nieuwe business plannen maar zelfs om het behouden van de continuïteit.’
10. Heb je een wijze raad voor ondernemers en finance managers die financiering zoeken?
‘Ik heb drie tips. De eerste tip is creatief nadenken. Kijk verder dan je neus lang is, kijk verder dan je bank en bereid je perfect voor. De tweede tip is goed bedenken wat de termijn en snelheid is waarmee je geld nodig hebt. Vroeger bij de bank was dat een ‘no-brainer’, maar als je nu je financiering niet kunt doorrollen dan begint een lang en moeilijk proces voor nieuw geld. De derde tip is goed nadenken over de benodigde flexibiliteit. Is de financiering goed voor een aantal jaren of moet je er flexibel mee kunnen omgaan? Maar het positieve aan de crisis is dat die ook leidt tot onvoorziene mogelijkheden. Dus, zoals de econoom Milton Friedman al zei: ‘never waste a good crisis!’
Drs. Sjoerd Schaafsma RC is interim manager en consultant en heeft als CFO een ruime ervaring op het gebied van financiering. Hij maakte aan den lijve mee dat er soms geen geld was om de salarissen te betalen en bij grotere ondernemingen zag hij dat op het ene moment de financiering vrijwel gratis was terwijl op een ander moment de kraan helemaal dicht ging.