6 belangrijke wijzigingen in de Miljoenennota die u als CFO moet kennen
Komend jaar trekt het kabinet 1,5 miljard euro uit om de economie krachtiger te maken, te investeren in defensie en veiligheid en kansen voor kinderen. Ook maakt het kabinet geld vrij voor reparatie van koopkracht.
1. Investeren in maatschappij en bedrijfsleven
Investeren zal de overheid vooral in maatschappelijke uitdagingen, zoals de energietransitie, verduurzaming, bereikbaarheid en onderwijs. Daarnaast wil zij ook investeren in kansrijke nieuwe bedrijven, via onder meer leningen, risicokapitaal, borgstellingen, garanties en verzekeringen. Hierbij is de afgelopen jaren ook sprake van verschuiving van subsidies naar ondersteuning van financiering.Een verschuiving die met het Junckerplan nu ook zichtbaar is op Europees niveau. In de meeste Europese landen wordt hierop ingespeeld met een national promotional bank die instrumenten bundelt en zo snel en adequaat kan inspelen op nieuwe financieringsbehoeften. Ook Nederland onderzoekt de mogelijkheden om tot een investeringsbank te komen. Hierbij worden de voorstellen van Jeroen Kremers en VNO-NCW, die opriepen tot een investeringsfonds van 100 miljard euro, betrokken.
Het kabinet wil nog deze kabinetsperiode besluiten nemen om de export uit en de investeringen in Nederland verder te stimuleren.
2. Verhogen arbeidsmarktkansen voor mensen met een laag inkomen
Vanaf 2017 werkt het kabinet naar een volwaardig minimumloon vanaf 21 jaar en een hoger minimumjeugdloon voor 18-, 19- en 20-jarigen. Om de arbeidsmarktkansen voor mensen met een laag inkomen te vergroten, is er vanaf 2017 het lage-inkomensvoordeel (LIV): een financieel voordeel voor werkgevers die een werknemer in dienst nemen of houden, die het wettelijk minimumloon verdient of net iets meer.
In 2018 worden de premiekortingen die werkgevers krijgen voor het in dienst nemen van ouderen en mensen met een arbeidsbeperking omgezet in eenvoudigere loonkostenvoordelen, die onafhankelijk van de afgedragen premies worden uitbetaald.
3. Verantwoordelijkheden bij zieke werknemers
Bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid kunnen werkgevers compensatie krijgen voor de wettelijke transitievergoeding. Het kabinet gaat de beoordeling van re-integratietrajecten door het UWV, in het bijzonder de re-integratie bij een nieuwe werkgever (het ‘tweede spoor’), begrijpelijker en voorspelbaarder maken. Daarnaast moeten zowel werknemers als werkgevers straks het initiatief kunnen nemen voor een vervroegde WIA-aanvraag, als een zieke werknemer geen perspectief meer heeft op terugkeer op de arbeidsmarkt.
4. Stimuleren van innovatie
Het kabinet zet in op het verder versterken van het innovatieve bedrijfsleven. Er komt extra budget beschikbaar voor de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO), zodat bedrijven meer zekerheid hebben als zij investeren in onderzoek en ontwikkeling. Ten slotte verbetert het kabinet het fiscale klimaat voor het mkb door vanaf 2018 de eerste schijf van de vennootschapsbelasting stapsgewijs te verlengen tot 350 duizend euro.
5. Oplossen pensioenklem DGA’s
De pensioenklem waarmee directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) te maken hebben wordt opgelost. Veel DGA’s die pensioen opbouwen via het Pensioen in Eigen Beheer (PEB) hebben hierdoor geld vastzitten in het eigen bedrijf: het zogenoemde ‘beklemd vermogen’. DGA’s kunnen nu gebruikmaken van een regeling met een belastingkorting, om deze pensioenregeling af te kopen. Zo worden zij extra geprikkeld om te stoppen met PEB en op die manier beklemd eigen vermogen vrij te spelen. Het afschaffen van PEB gaat gepaard met een aanzienlijke verlaging van de administratieve lasten voor DGA’s.
6. Tegengaan belastingontwijking en -ontduiking met behoud van een goed vestigingsklimaat
Het kabinet kiest voor en-en: én doorzetten van de offensieve inzet tegen belastingontwijking, én behoud van een goed en concurrerend fiscaal vestigingsklimaat. Naarmate de mogelijkheden tot belastingontwijking in internationaal verband worden beperkt, zal er meer aandacht uitgaan naar het verschil in het statutaire vennootschapsbelastingtarief tussen landen.