7 maatregelen uit het belastingplan 2020

Prinsjesdag is achter de rug en de maatregelen uit het belastingplan zijn bekend. Zeven maatregelen die impact hebben voor het grote bedrijfsleven.

1. Vennootschapsbelasting later en minder omlaag

Het kabinet had eerder vastgelegd dat het hoge tarief van de vennootschapsbelasting vanaf 2020 omlaag zou gaan. Het hoge tarief zou volgend jaar 22,55 procent zijn om in 2021 te dalen naar 20,5 procent. De daling wordt nu een jaar uitgesteld. Bovendien wordt het hoge tarief 21,7 procent. Het lage tarief tot 200.000 euro winst daalt volgend jaar wel verder naar 16,5 procent.

2. Tarief innovatiebox verder omhoog

Ter compensatie van de lagere vennootschapsbelasting wordt een aantal andere maatregelen genomen. Zo wordt de innovatiebox aangepast. In 2017 was deze regeling voor een lager tarief op winst die bedrijven maken met innovatieve activiteiten al aangepast. Het tarief ging daarbij omhoog van 5 naar 7 procent. In 2021 gaat het tarief verder omhoog naar 9 procent.

3. Korting betaling in een keer VPB afgeschaft

Ook krijgen bedrijven die hun vennootschapsbelasting in een keer vooruit betalen vanaf 2021 geen betalingskorting meer. De korting was gebaseerd op de invorderingsrente, maar omdat de rente op de kapitaalmarkt zo laag is, vindt men dat niet meer realistisch.

4. Geen belastingrente bij tijdige aangifte VPB

Bedrijven die binnen een halfjaar na het sluiten van de boeken aangifte doen, kunnen nu nog te maken krijgen met belastingrente als de aanslag op zich laat wachten. Het gaat dan om de situatie dat de aangifte tussen de drie en zes maanden na het boekjaar is ingediend. Dit gaat veranderen. Als de aangifte binnen zes maanden wordt gedaan is in de toekomst geen sprake meer van belastingrente.

5. Liquidatie- en stakingsverliesregeling beperkt

Het verrekenen van verliezen van dochterondernemingen in het buitenland met de Nederlandse vennootschapsbelasting wordt aan banden gelegd. In de toekomst kunnen verliezen op deelnemingen van buiten de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte niet meer worden verrekend. Ook wil het kabinet de ‘planbaarheid’ van het liquidatie- en stakingsverlies beperken.

6. Verruimde werkkostenregeling en fiets van de zaak

De werkkostenregeling waarmee bedrijven werknemers onbelaste vergoedingen kunnen geven wordt verruimd. Voor de loonsom tot 400.000 euro gaat het WKR-percentage van 1,2 naar 1,7 procent. Daarboven is het 1,2 procent. Dit is vooral gunstig voor kleinere bedrijven met een beperkt aantal werknemers.

Een voor werknemers interessante regeling is de fiets van de zaak. Deze was eerder al aangekondigd en gaat per 1 januari volgend jaar in. Tegen een bijtelling die netto neerkomt op enkele euro’s per maand kunnen werknemers een fiets leasen

7. Bijtelling elektrische lease-auto omhoog

De bijtelling voor elektrische auto’s gaat al volgend jaar omhoog van 4 naar 8 procent. De cataloguswaarde waaronder deze lage bijtelling geldt wordt ook verlaagd van 50.000 naar 45.000 euro. Boven deze grens geldt het gewone bijtellingspercentage van 22 procent.
 
 

Gerelateerde artikelen