Afzetprijzen in Nederlandse industrie dalen

industrie
Hoger vertrouwen producenten industrie.

De afzetprijzen in de Nederlandse industrie zijn in april opnieuw gedaald, maar ditmaal in een nog lager tempo dan in voorgaande maanden. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) daalden de prijzen met 0,1 procent op jaarbasis. Dit markeert de twaalfde opeenvolgende maand waarin de afzetprijzen zijn afgenomen. Een maand eerder was de prijsdaling nog 0,8 procent. Dat meldt het ANP.

  • Afzetprijzen dalen in Nederlandse industrie
  • Ruwe aardolieprijzen stijgen met bijna 9 procent
  • Chemische industrie ziet prijsdaling van 2,9 procent

De producentenprijzen hebben een directe invloed op de inflatie, omdat ze worden doorberekend aan afnemers. Bij sterk stijgende afzetprijzen kan de inflatie worden aangewakkerd, terwijl bij dalende prijzen de inflatie juist wordt afgeremd.

Ruwe aardolie

De ontwikkeling van de producentenprijzen hangt nauw samen met de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. In april kostte een vat ruwe North Sea Brent olie bijna 9 procent meer dan een jaar eerder. In maart was dezelfde olie nog ruim 5 procent duurder dan een jaar eerder.

Specifieke sectoren

In april 2024 waren producten van de aardolie-industrie 1 procent duurder dan in dezelfde maand in 2023. Daarentegen lagen de prijzen in maart 2024 nog 1,5 procent lager dan een jaar eerder. De afzetprijzen van de chemische industrie daalden in april met 2,9 procent ten opzichte van een jaar eerder. In maart 2024 was deze daling zelfs 5 procent.

Producentenvertrouwen

Daarnaast waren producenten in de Nederlandse industrie waren in mei opnieuw minder negatief gestemd dan een maand eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Fabrikanten waren volgens het CBS vooral positiever over de verwachte productie in de komende drie maanden. Daarnaast waren ze wat minder negatief over de orderpositie. Het oordeel over de voorraden gereed product bleef even negatief.

De graadmeter die het producentenvertrouwen meet, verbeterde deze maand naar min 2,8, van min 3,6 in april. Het producentenvertrouwen bleef daarmee in mei onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar van min 1,3. Het vertrouwen bereikte in oktober 2021 het hoogste niveau met een stand van 10,4. In april 2020, bij de uitbraak van de coronacrisis, werd de laagste waarde (min 31,5) genoteerd.

In de helft van de belangrijkste branches van de industrie verbeterde het vertrouwen. De toename was het grootst bij de producenten van hout- en bouwmaterialen. Fabrikanten in de elektrotechnische en machine-industrie waren het meest positief. In de branche textiel, kleding en leer was het vertrouwen het laagst. (ANP)

Gerelateerde artikelen