‘America First’ biedt kansen voor ‘The Netherlands second’

Het 'America First!' van Donald Trump biedt exportkansen voor Nederlandse bedrijven, zeker op de korte termijn. Dat stellen Wilfred van der Lee en Jurgen van Hattum, partners van accountants- en adviesorganisatie Grant Thornton, op grond van het laatste International Business Report van het kantoor. Met een kwinkslag naar het filmpje van Arjen Lubach stellen zij: “Can it be the Netherlands second?”

Optimisme alom

Het is economisch gezien niet allemaal kommer en kwel nu Trump president is. Zeker de komende maanden niet, aangezien de nadelige economische gevolgen van een beleid à la Trump zich nog moeten uitkristalliseren. Dat zeggen Wilfred van der Lee en Jurgen van Hattum, partners van accountants- en adviesorganisatie Grant Thornton, en respectievelijk verbonden aan de Transaction Advisory Services (de fusie- en overnamepraktijk) en de International Tax Services-praktijk van het kantoor. "We weten niet tot in detail wat Trump wil, en het duurt hoe dan ook enkele jaren voordat de wet- en regelgeving in lijn met zijn ideeën is aangepast", zegt Van der Lee. "Op termijn leidt een sterk protectionistisch beleid van de Verenigde Staten inderdaad tot een afnemende economische groei, ook in het land zelf. Tot dan is het gevaar beperkt. Voor bedrijven die producten en diensten in de VS willen afzetten, biedt het 'America First!' van Trump voorlopig allerlei kansen."

Zo zien bedrijven het zelf ook, blijkt uit het laatste International Business Report van Grant Thornton, een driemaandelijks onderzoek naar de visies en verwachtingen van meer dan 10.000 middelgrote bedrijven in 36 economieën. Volgens het rapport is het zakelijk optimisme aan het begin van het tweede kwartaal van 2017 op het hoogste niveau ooit (49 procent). Vooral binnen de Verenigde Staten zelf is het vertrouwen sterk gestegen (van 54 procent in het vierde kwartaal van 2016 naar 80 procent, het hoogste niveau in 14 jaar). Het zakelijk optimisme in de eurozone ligt op het hoogste niveau in bijna twee jaar (gestegen van 37 procent naar 43 procent); ook in Nederland steeg het optimisme (van 78 procent naar 84 procent).

Het onderzoek suggereert dat veel bedrijven zich willen gaan richten op de Amerikaanse markt. In Europa zijn de exportverwachtingen de afgelopen drie maanden gestegen. Duitsland, Nederland en Ierland lopen hierin voorop. Dit is een belangrijke aanleiding voor het optimisme in deze landen. Om het rapport te citeren: "Een stijging van 9% van het aantal bedrijven in de VS die verwachten te investeren in fabrieken en machines geeft aan dat zij zich willen voorbereiden op de toekomst.” Daarom is het advies van Van der Lee en Van Hattum aan bedrijven in Nederland om de komende jaren hun exportstrategie te evalueren en na te denken over hoe ze kunnen profiteren van de aantrekkende verwachtingen.

‘The Netherlands second’?

De verwachte investeringen in de VS bieden kansen voor Nederlandse bedrijven die zich richten op de VS. Van Hattum: “Op korte termijn zijn veel investeringen in de VS te verwachten, wat leidt tot economische groei. Dit biedt kansen, zeker ook voor exportbedrijven, zolang de protectionistische woorden van Trump nog niet zijn omgezet in handelsbelemmerende maatregelen. Immers daar waar de investeringen toenemen, groeien ook de behoeftes. Dit geldt zeker voor bedrijven in sectoren waar Nederland een sterke concurrentiepositie heeft, zoals de agrarische sector en de chemie.

En als Amerika zich wel verder naar binnen keert en allerlei handelsbarrières opwerpt? Dat raakt uiteraard de Nederlandse export ook. Maar dan nog biedt een grote markt als de Amerikaanse volop kansen, zeggen Van der Lee en Van Hattum. Wel moeten Nederlandse bedrijven vooraf hun strategie heroverwegen en besluiten  zich al dan niet via een fusie of overname in Amerika te vestigen.

Ondanks het protectionisme en de verwachte krimp op de lange termijn is de Amerikaanse markt qua omvang tenslotte nog aantrekkelijk genoeg. En bedrijven kunnen zich er vestigen zonder zich protectionistische woede op de hals te halen. "Sterker nog, het creëren van nieuwe banen en het behouden van geld in de VS: daar gaat het Trump om", aldus Van Hattum. “De VS wil investeren in mensen en wat mensen kunnen maken, hoogwaardige productie. Dat biedt bijvoorbeeld perspectieven voor Nederlandse bedrijven in hoog specialistische sectoren, zoals de medische sector. Die behoren vaak tot de wereldtop, en kunnen goed meekomen in de Amerikaanse markt. En het zijn vaak banenmotoren, precies zoals Trump wil."

Kortom: Amerika First! is voorlopig geen ramp; het biedt het Nederland als exportland zelfs kansen om second worden, om het YouTube-filmpje van Arjen Lubach te parafraseren.

Export of vestigen in de VS?

Van der Lee en Van Hattum merken nu al dat Nederlandse bedrijven anticiperen op protectionistische maatregelen door zich in de VS vestigen. Van der Lee: "Laatst hebben we bijvoorbeeld nog de overname door een Nederlandse bedrijf begeleid, dat zich toelegt op de bouw van productiefaciliteiten wereldwijd."

Uiteraard had dit de nodige voeten in de aarde: je ergens vestigen is soms ingewikkelder dan ernaar toe exporteren, zeker wanneer dit via een fusie of overname gebeurt. Het vergt de nodige voorzorgsmaatregelen. Een belangrijk aandachtspunt is bijvoorbeeld: waar moet een onderneming zich vestigen. De VS zijn wat wet- en regelgeving betreft net zo verdeeld als de niet zo verenigde staten van Europa: van staat tot staat kunnen verschillende vestigingseisen gelden, bijvoorbeeld, en kunnen omzet- en andere belastingen uiteenlopen. "Overregulering",  zoals Van der Lee en Van Hattum het aanduiden. Trump maakt zich er vaak kwaad over, en misschien dat deze versnipperde wetgeving ooit wordt versimpeld. Maar voorlopig is het een fact of life, waar bedrijven die zich in de VS willen vestigen rekening mee moeten houden, willen ze compliant zijn. En zo zijn er legio andere factoren die van belang zijn voor een juiste afweging van dit soort besluiten.

Een van de aandachtspunten is de tax planning, zegt van Hattum. Over de hele linie, zowel in de VS als in Europa is het belastingklimaat hoe langer hoe vijandiger voor belastingontwijking. Veel landen pleiten dat belastingheffing plaatsvindt waar meerwaarde wordt gecreëerd, in lijn met het plan tegen Belastingbasis Erosie en Winst Verplaatsing (Base Erosion and Profit Shifting – BEPS). Belastingheffing bij de bron, zoals dat heet. Alleen is lang niet altijd duidelijk waar die 'bron' zich bevindt. Hierdoor is de focus bij het internationaal zaken doen inmiddels meer gericht op het voorkomen van dubbele belasting dan op het fiscaal slim structureren.

In elk geval is het voor internationaal opererende Nederlandse ondernemingen zeer belangrijk om te kunnen onderbouwen waar de winst wordt gemaakt, benadrukt Van Hattum. "En in het geval van onderlinge leveringen binnen het concern, moeten de verrekenprijzen goed gedocumenteerd worden. Dit geldt zeker voor buitenlandse ondernemingen met vestigingen in de VS. Trump heeft verlaging van de winstbelasting voorgespiegeld en heeft aangekondigd zijn belastingplannen deze week bekend te maken. Voorlopig geldt echter nog een winstbelasting van 35-38 procent, terwijl bedrijven in Europa voor slechts 15 tot 25 procent worden aangeslagen, waarbij de tendens is dat deze verder verlaagt de komende jaren. Een doordacht Transfer Pricing-beleid kan dan een belangrijk instrument zijn om de belastingkosten te matigen en dubbele belasting te voorkomen."

En de nieuwe belastingplannen in de VS? Van Hattum kondigt aan dat hij in overleg met zijn collega’s in de VS de plannen met belangstelling afwacht. “Zodra de plannen van Trump bekend zijn,  zullen we een mening vormen over de mogelijke effecten daarvan op Nederlandse bedrijven. Wij zullen onze mening zeker  presenteren op CFO.nl.”

Nieuwe kampioenen

Overweegt u export of een buitenlandse fusie of overname, laat u dan adviseren door de specialisten van Grant Thornton tijdens een groeigesprek. Ga naar Grantthornton.nl/groei voor meer informatie.

 

 

Gerelateerde artikelen