Bert van Ravenswaaij (CFO van Royal Dutch Mint): “Uit nood geboren ben ik – heel simpel – begonnen met kijken naar de top 50 cash-out.”

Hoe het Nederlandse munthuis zichzelf heruitvond na een Chileense ramporder.

“Wij zijn het enige bedrijf in de Benelux dat geld maakt. En voor Nederland doen we dat echt al meer dan 450 jaar. Daarmee zijn wij zelfs ouder dan het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederland.”, aldus Bert van Ravenswaaij, de trotse CFO van Royal Dutch Mint. “Voor dat wij werden opgericht had iedere provincie zijn eigen munthuis. In Dordrecht, in Harderwijk, op heel veel plekken – totdat men bedacht dat het toch handig was als dukaten er overal hetzelfde zouden uitzien. Men wilde een nieuw munthuis oprichten in Amsterdam, maar door zowel politieke als geldkwesties is dat eigenlijk nooit echt van de grond gekomen. Toen besloot men om het best georganiseerde munthuis open te houden en de rest sluiten. Utrecht had het beste munthuis en vanaf dat moment werd al het muntgeld voor de Nederlandse republiek hier geslagen – en dat doen we vandaag de dag nog steeds.”

Naast munten maken als betaalmiddel verdient Royal Dutch Mint inmiddels ook geld met twee andere dingen. Van Ravenswaaij: “We maken munten als communicatiemiddel. En we maken munten als investeringsmiddel. Verschillende producten dus, met verschillende kwaliteiten. En daarnaast maken wij al meer dan 200 jaar de koninklijke onderscheidingen in ons atelier. Duizenden stuks per jaar – denk aan de jaarlijkse lintjesregen, maar ook aan de Willemsorde.”

Euro dwong tot nieuw businessmodel

Royal Dutch Mint heeft de laatste twintig jaar voor grote uitdagingen gestaan. Allereerst betekende de overgang naar de Euro, wel iets voor de Europese munthuizen. Toen de gulden er nog was namen Belgen, Fransen, Duitsers hun eigen geld mee om hem in te ruilen voor Nederlandse guldens. De overgebleven guldens verdwenen aan het eind van de vakantie vaak in Franse en Duitse potjes en doosjes. Van Ravenswaaij: “Net zoals onze overgebleven Francs en Marken aan het einde van de vakantie vaak in een lade verdwenen. Alles bij elkaar verdween er zo jaarlijks veel muntgeld dat munthuizen moesten bij slaan. Maar sinds 2002 zien we die ‘uitstroom’ van geld echt dalen.”

Moesten er in de opmaat naar de Euro, gigantisch veel Nederlandse Euro’s worden gemaakt omdat alle guldens vervangen moesten worden, daarna is het werk voor Royal Dutch Mint snel minder geworden. “De jaarlijkse uitstroom van geld veranderde eigenlijk in een Euro-instroom van toeristen en geld uit het buitenland dat weer mee terugkwam van vakantie. Van iedere tien munten in je portemonnee komen er negen niet uit Nederland. Voor onze muntfabriek was dat wel een ontwikkeling waardoor we moesten bedenken wat we dan gingen doen. Munthuizen in kleine landen, bijvoorbeeld in Denemarken en België werden gesloten. Wij zijn met Royal Dutch Mint toen in dat gat gedoken door ook munten voor andere landen te maken. Dat businessmodel werd vanaf 2002 groter en groter.”

Miljoenenverlies door Chileens debâcle

Toch zou een miljardenorder uit Chili in 2016 bijna het einde betekenen voor Royal Dutch Mint. Het werd overigens ook de aanleiding van Van Ravenswaaij’s aanstelling als CFO: “Internationale opdrachten voor het slaan van circulatiegeld worden aanbesteed in enorme tenders met extreem strakke deadlines en serieuze penalties. Chili zou ons betalen met dollars – en er waren ook swaps afgesproken. Maar bij oplevering bleek er iets niet in orde met de munten. Royal Dutch Mint moest een deel van de munten opnieuw slaan en er kwamen ook geen dollars binnen. Maar onder de valuta-swap kwamen wij niet uit. Opeens moesten er tegen beroerde koersen miljoenen Euro’s geconverteerd worden naar dollars.”

Royal Dutch Mint maakte tientallen miljoenen verlies en het bedrijf stond opeens aan de rand van de afgrond. De staatssecretaris zag geen toekomst meer voor de eeuwenoude Nederlandse muntfabriek. Van Ravenswaaij: “We zijn toen gered door een Belgische holding/investeerder die Royal Dutch Mint overkocht van de Nederlandse Staat. Een half jaar later, medio 2017 ben ik gestart als CFO. Mijn taak was: reorganiseren, een cultuuromslag bewerken en inzicht brengen. Ik weet nog dat ik in die tijd met alle losse afdelingshoofden sprak. Het bedrijf had miljoenen verlies gemaakt door de ramp met de Chileense munten. Maar alle business units maakten winst. Maar zoals bij veel bedrijven was er ook bij ons veel laaghangend fruit om nog strakker op te sturen. Dus geboren uit noodzaak ben ik – heel simpel – begonnen met kijken naar de top 50 cash-out. Toen heb ik alles gebenchmarkt. Van IT uitgaven en verzekeringen tot de PostNL-contracten en KPN. In die benchmark is alleen de verzekeraar overeind gebleven.”

Lees ook op CFO.nl: Leendert van Reeuwijk (CFO Vlisco): “De verbindende factor zijn, als het vertrouwen tussen partijen weg is, dat is belangrijk.”

Alle overige contracten werden door Van Ravenswaaij vervangen, overgesloten of ge-insourced. “Klantenservice hebben nu in eigen huis – we hebben duizenden klantcontacten per maand – maar het managen van de serverruimte heb ik ge-outsourced. Dat kunnen andere partijen beter. Onze werkplekken en onze SAP omgeving heb ik naar de cloud gebracht en ook ons hele e-commerce-platform. Dat staat in Azure cloud om bij publiekscampagnes snel te kunnen opschakelen. Het is voor ons belangrijk dat er direct en automatisch extra servers kunnen worden geplaatst, zodat een website niet vastloopt als een campagne opeens viral gaat.”

Een soepele organisatie dankzij stand-ups

Van Ravenswaaij werd niet alleen aangetrokken om het hele financiële kader strak te trekken. Maar ook om een cultuuromslag te bewerkstelligen. “Er was een hele sterke vergadercultuur, maar gelijk vanaf dag één heb ik agile werken ingevoerd. Vaste vergaderingen heb ik afgeschaft en ik ben met stand-ups begonnen. Ik kom uit de reclamewereld en het allerbelangrijkste in mijn kantoor vind ik: een whiteboard. Belangrijker dan een computer. Ik deel het whiteboard in drie delen. Een kolom met: wat is er de afgelopen twee dagen goed gegaan? Een kolom met: wat is er niet goed gegaan? En een kolom met: wat ga ik de aankomende twee dagen doen? Of het nu gaat om je Finance team, of om je marketing team, dit is voor mij een manier om scherp te blijven. En het is een goede manier om een hele organisatie om te bouwen tot één hecht team. Toen ik aankwam vergaderden verschillende afdelingen vaak langs elkaar heen. Productontwikkeling wist soms niet waar marketing mee bezig was. En marketing niet waar productontwikkeling mee bezig was. Met het hele team stand-up meetings houden heeft ervoor gezorgd dat we nu een soepel draaiende machine zijn geworden.”

Strategieverandering en NFT’s

Als CFO kreeg Van Ravenswaaij na een half jaar ook de eindverantwoordelijkheid voor alle activiteiten rondom het slaan van munten die niet worden gebruikt als betaalmiddel, maar als communicatiemiddel, een rol die hem, financial uit de marketingbranche, als gegoten zit: ”Communicatiemunten zijn best een groot aandeel van onze markt inmiddels en ik heb ook geprobeerd om een strategieverandering door te voeren. Onze speciale munten werden vroeger alleen gemarket naar muntverzamelaars, terwijl we er nu echt meer mee naar buiten gaan: de herinneringsmunt voor Herman Brood communiceren we nu ook naar de Herman Brood-liefhebbers. Dus dat zijn iedere keer hele nieuwe doelgroepen. Met het Van Gogh Museum Amsterdam hebben we Van Goghs zonnebloemen handgemaakt geëmailleerd – daarmee bereik je weer een nieuwe groep van mondiale proporties. We hebben bijna iedere week een release en we werken daarbij vaak samen met ambassadeurs. Beau van Erven Dorens deed mee voor een stichting rondom ALS, André van Duin voor een munt over 20 jaar Pride Amsterdam. Johan Derksen voor een munt rondom Johan Cruijff.”

Voor de stichting Free A Girl, dat vorig jaar 15 jaar bestond, maakte Royal Dutch Mint ook digitale jubileum-munten – NFT’s.. “Als je de QR-code van de verpakking scant dan krijg je een digitale wallet naast het fysieke product. In die wallet zit dus een digitale munt. Zo’n munt heeft dan geen betaalwaarde, maar wel een verzamelwaarde want hij is gelimiteerd. De fysieke en digitale munten vertellen samen het verhaal van 15 jaar Free A Girl.”

Afgelopen maand ging de campagne voor de Hartstichting live en deze maand start een campagne ter promotie van de oude kickbokshelden en meervoudig kampioenen van Nederland, de voormalige K1. “Remy Bonjasky, Peter Aerts, Sem Schildt en Ernesto Hoost hebben de bakermat gelegd voor het kickboksen in Nederland, sportscholen geopend waar veel kinderen les krijgen, of heengaan voor mentale weerbaarheid. Landelijke erkenning of zendtijd bij de publieke omroep hebben ze nooit gekregen. Een week voor het nieuwe Glory kickbox-gala, met onder andere Rico Verhoeven, in het Gelredome zetten we ze maximaal in de schijnwerpers, en verdiend!”

Beleggingsmunten

Over de specifieke inkomsten van Royal Dutch Mint kan de CFO niet veel naar buiten brengen, maar alle business units dragen bij aan het resultaat. “Dit jaar draaien we twee volle dagploegen met circulatiegeld voor over de hele wereld – en daarvan maak je er 10 per seconde. Dan heb je het over andere volumes, ook in omzet. Maar opdrachten voor betaalmunten worden gegund via een tendermarkt, dus de marges zijn daar heel laag. In Europese landen moeten we allemaal milieucertificaten en ISO-certificaten laten zien. Maar landen buiten de EU kijken alleen naar de prijs.”

Het grootste percentage van de omzet van de Royal Dutch Mint komt uit beleggingsmunten. Dat zijn munten waarbij het gaat om het gehalte edelmetaal, meestal zilver, soms goud. “Het maakt kopers van beleggingsmunten niet zoveel uit wat er op staat. Die mensen die kopen eigenlijk edelmetaal, maar als je een bepaald vermogen hebt en je wil je inflatierisico’s spreiden dan kan het verstandig zijn om een deel van je vermogen in edelmetalen munten te beleggen. Als je een staafje zilver koopt voor thuis in de kluis, dan zit er 21% btw op. Een beleggingsmunt is belastingtechnisch heel efficiënt want de premium op een beleggingsmunt is 3 tot 5%.”

Wereldwijd is er een gigantische handel in beleggingsmunten: Kruger Rands, Maple Leafs, Chinese Pandas, Philharmonikers. “Indien gewenst slaan wij ook custom made beleggingsmunten. Die zijn misschien iets duurder is dan een standaard beleggingsmunt, maar die belastingvoordelen gelden nog steeds. De Nederlander is niet zo gewend om edelmetaal te kopen, maar de vraag in België en Duitsland is vier keer zo hoog.”

Winst maken

Van Ravenwaaij heeft altijd een brede CFO rol gehad, van HR tot operations, tot IT, tot marketing. Maar de marketing rol geeft hem veel energie: “Ik heb een heel goed team om mij heen verzameld. Copywriters, e-commerce specialisten, online marketeers, graphic designers, ga zo maar door. Als je ons bij Douwe Egbert of Philips neerzet, dan verkopen wij denk ik heel veel koffie en strijkbouten.”

“Alle takken van sport die we uitoefenen versterken elkaar. De meeste marge maakt Royal Dutch Mint op de communicatiemunten en dat is de afgelopen jaren heel belangrijk geweest, ook in de omslag van verlies naar de winst die we in 2018 weer zijn gaan maken. Winst maken is namelijk weer een vereiste om goed te kunnen meedraaien in de tenders voor het maken van circulatiegeld.”

Als CFO wil Van Ravenswaaij de groeistrategie verder gaan uitrollen de komende jaren: ”Met de verdere ontwikkelingen van cash naar van digitaal betalen voorzien we op termijn wel dat er meer munthuizen gaan sluiten. En als er steeds minder aanbieders komen, kunnen de overlevers nog steeds blijven groeien.”