“Bij gebruik van Big Data en Open Data zijn vragen over wie, wat en wanneer cruciaal”
Inleider Paul Kelder, verantwoordelijk voor diverse big data-trajecten bij ConQuaestor, opende de sessie met enkele concrete en succesvolle voorbeelden van Big Data-gebruik. Zo liet hij zien dat de New Yorkse brandweer dankzij big data een beter idee heeft van waar zich brandgevaarlijke panden bevinden en daardoor beter kan sturen op brandpreventie. In het Verenigd Koninkrijk kwam men door het koppelen van data van onder andere zorgverleners, scholen en politie kwetsbare gezinnen eerder op het spoor. Dit leidde tot het “Troubled Family Programme” waarbij er beleid wordt gevoerd om de situatie voor alle leden van deze specifieke gezinnen te helpen verbeteren.Hoewel de voordelen van het big data-gebruik in New York door de deelnemers werden erkend, zetten zij wel vraagtekens bij de mate waarin de Amerikaanse stad deze openbaar maakt. Zo kunnen de salarissen van de Amerikaanse brandweerlieden tot op individueel niveau gevonden worden. “Welk nut dient dit”, vraagt een deelnemer zich af. Een ander concludeert dat zulke informatie in Nederland nooit gepubliceerd zou kunnen worden, omdat de cultuur terughoudender is in het delen van informatie over beloningen. Dat een overheidsinstelling de kostenpost salarissen op geaggregeerd niveau bekendmaakt wordt door de meesten niet als een probleem gezien. Uit een rondgang langs de participanten, werkzaam bij diverse overheidsniveaus, blijkt dat vooral lokale overheden steeds vaker en actueler hun (financiële) informatie online beschikbaar maken voor burgers. Eén van de discussianten waarschuwt wel dat dit kan leiden tot een ‘dwingende openheid’, waarbij gemeenten zich in navolging van andere gemeenten gedwongen voelen om meer informatie te delen. Aan tafel wordt geconcludeerd dat bij de openbaarmaking van data altijd moet worden afgevraagd wat het nut van informatiedeling is. “Hoe gaat de omgeving om met de informatie?” en “Begrijpt de ontvangende partij waar hij naar zit te kijken?”, zijn hierbij leidende vragen. Daarnaast blijkt het aftasten van de grenzen van maatschappelijke wenselijkheid van open data iets wat leeft onder de deelnemers. Dat overheden probleemgezinnen sneller kunnen opsporen en daardoor eerder hulpverlening kunnen aanbieden wordt door velen nog gezien als positief. Maar hoe ver mag je achter de voordeur komen? Volgens een aanwezige kan de Belastingdienst met een redelijke zekerheid zeggen welke bedrijven binnen vijf jaar failliet gaan. De deelnemers zien het echter niet als de taak van de Belastingdienst om zich met het dagelijkse wel en wee van ondernemers te bemoeien. Verder zijn de gasten aan de rondetafel het erover eens dat overheden transparant moeten zijn over welke data zij bezitten en welke data zij openbaar maken. “Als overheid heb je ook op dit gebied een zorgplicht”, zo vat een deelnemer samen. ___________________________________________________________________________________________________Bezoek Big Data Day op 30 maart 2016 – Eindelijk praktische antwoordenBig Data & Analytics verandert continu uw werk. Ruim 85 procent van de financials wil daarom verregaand investeren in deze capaciteit. Maar hoe begint u? Hoe werkt het? Wat kost het? U ontdekt het op 30 maart 2016 tijdens Big Data Day, een uniek event voor CFO’s en controllers. Leer via praktijkvoorbeelden en verhalen van top experts hoe u Big Data & Analytics succesvol toepast. Zij helpen u om het laag hangende fruit direct te plukken. Schrijf u nu in.___________________________________________________________________________________________________Moderator Aik van Eemeren, secretaris-directeur, Vereniging voor OverheidsManagement, vraagt de deelnemers even af te stappen van de ethische dilemma’s en in te gaan op het capabiliteitsvraagstuk. Zijn er afdoende werkkrachten beschikbaar die uit de voeten kunnen met big en open data? Uit onderzoek blijkt dat er een snel stijgende vraag is naar business-analisten met een financiële achtergrond. Een beeld dat wordt bevestigd door de deelnemers. Met deze schaarste wordt op uiteenlopende manieren omgegaan. Bij de organisatie van een participant is er een klasje gestart, waarbij de deelnemers gedeeltelijk intern worden geschoold en gedeeltelijk in samenwerking met een grote softwarepartij. Andere partijen kijken voorbij de traditionele achtergronden voor deze beroepen. “Het hoeven niet allemaal per se econometristen te zijn. Er zijn ook andere types nodig dan de traditionele financials. Het is nuttig om teams met een diverse achtergrond bij elkaar te zetten”.Tenslotte bediscussiëren de deelnemers de rol van de financiële afdeling in het proces. Moeten zij voorop lopen in de nieuwe ontwikkelingen of past een afwachtende houding beter? De algemene tendens is dat de afdeling financiën niet voor de troepen uit hoeft te lopen, maar wel een rol heeft als betekenisgever van de data. Zij moet bijdragen aan verheldering van de beschikbare data en meedenken over welke data relevant is voor het publieke domein. Een van de uitkomsten van deze ontwikkeling kan volgens een deelnemer zijn dat er voor de hoogste financiële post moet worden uitgekeken naar iemand die kan opereren als CFO/CIO.