De 5 grootste boekhoudfraudes van 2018
5. Gupta familie
De broers Ajay, Atul en Rajesh Gupta begonnen hun imperium in Zuid Afrika in de jaren 90’. De groep was actief in computers, mijn-exploitatie, luchtvaart, energie, technologie en media. De familie werd goede vrienden met politiek leider Jacob Zuma wat leidde tot beschuldigingen van corruptie. Het kaartenhuis begon in 2018 uit elkaar te vallen toen het ene na het andere bedrijf van de Gupta-broers faillissement aanvroeg. Op 14 februari diende Zuma zijn ontslag in en verdwenen de Gupta broers naar waarschijnlijk Dubai. Ajay Gupta is nu officieel een voortvluchtige voor de Zuid-Afrikaanse autoriteiten.
KPMG Zuid-Afrika speelde een prominente rol bij een corruptieschandaal. Tot 2016 werkte de accountants nauw samen met de steenrijke familie. Te nauw. Een aantal KPMG’ers was in 2013 te gast op een bruiloft van de familie. Een van hen werd kort daarna aangeklaagd voor ongepast gedrag en belastingontduiking. Dit schandaal benadrukte het issue dat de relatie tussen bedrijf en controlerend accountant niet te intiem mag worden. Kort na het omvallen van het Gupta-imperium kondigde de Zuid-Afrikaanse auditor general aan dat KPMG geen werk meer mag doen voor publieke instellingen in Zuid-Afrika, en meerdere organisaties verbraken hun samenwerking met de lokale Big Four-organisatie. Als reactie op de schandalen kondigde KPMG Zuid-Afrika mid-april aan alle dossiers van de afgelopen achttien maanden na te lopen op fouten. Het zou om ongeveer 200 dossiers gaan.
4. General Electric
General Electric (GE) is een Amerikaanse kolos. Begin 2018 kondigde de SEC (Securities and Exchange Commission) een onderzoek aan naar de ‘agressieve boekhoudpraktijken’ van het bedrijf. Er kwam al snel meer boven tafel en het werd een extreem beroerd jaar voor het conglomeraat. GE moest de jaarrekeningen 2016 en 2017 aanpassen, hetgeen leidde tot een daling van de aangepaste operationele winst met 15 procent over 2017. Uiteindelijk moest GE 6,2 miljard dollar afschrijven bij de verzekeringstak.
Accountantskantoor KPMG – dat de boeken van GE al controleert sinds 1909 – kwam ook hier onder vuur te liggen. De relatie tussen de twee bedrijven werd omschreven als ‘te vriendschappelijk’. Een probleem dat vaker speelde in de schandalen van 2018.
3. Patisserie Valerie
Sinds de oprichting in 1926 is de Britse bakkerijketen Valerie hard gegroeid tot 192 winkels. In oktober 2018 werd de handel in het aandeel stopgezet vanwege de ontdekking van mogelijk frauduleuze onregelmatigheden in de boekhouding. De CFO werd opgepakt. Snel daarna meldde het bedrijf een groot financieel gat: er bleken tientallen miljoenen ponden aan geld zoek te zijn. Dat geld stond wel in de boekhouding, maar bleek in werkelijkheid niet te bestaan. Forensisch accountants concludeerden dat er op grote schaal was gerommeld met de boekhouding. De kasstroom en winst van Patisserie Valerie lagen in werkelijkheid veel lager dan het bedrijf meldde. Het strafonderzoek naar de CFO loopt nog.
Begin dit jaar werd de keten failliet verklaard. Aandeelhouders staken de maanden daarvoor nog bijna 30 miljoen euro in het noodlijdende bedrijf, maar het lukte Patisserie Valerie niet om zijn bankleningen te herfinancieren. KPMG werd ingeschakeld als bewindvoerder bij de afwikkeling van het faillissement. In februari vond een management buyout plaats door Causeway Capital Partners.
De toezichthouder heeft de rol van accountant Grant Thornton onder de loep genomen. Die heeft de boeken goedgekeurd waarna het financiële gat is ontstaan. De Britse topman van GT zei dat het niet de rol van de accountant is om fraude op te sporen. Dit heeft geleid tot forse kritiek en een sterke zaak voor de Britse toezichthouders om de sector te hervormen. Ook in Nederland staat de rol van de accountant in fraudeopsporing ter discussie na het witwasschandaal bij ING.
2. Carillion
Op 15 januari 2018 ging het Britse bouwbedrijf Carillion failliet onder het gewicht van een schuld van 1,5 miljard pond. Een ramp voor de 40.000 werknemers die te maken kregen met het pensioentekort van 600 miljoen pond dat door het bankroet ontstond. De comités die het faillissement onderzochten, verwijten de Raad van Bestuur dat ze een ‘verrotte corporate cultuur’ in stand hebben gehouden en geen verantwoordelijkheid hebben genomen in de nasleep, maar zich als slachtoffers hebben opgesteld na jaren van schaamteloze zelfverrijking.
Roekeloosheid en hebzucht leidde bij de bouwgigant tot een snelle groei, maar niet op gezonde wijze. Onverantwoordelijke overnames, schulden aangaan en leveranciers uitknijpen. Alles om snel geld binnen te harken. De boekhouders van het bedrijf gebruikte agressieve grondslagen voor financiële verslaggeving om een te rooskleurig beeld te geven aan de financiële markten. Ook schetste ze een veel te optimistisch beeld van hun inkomsten en boekte ze zelfs inkomsten voor werk dat niet eens was overeengekomen. Tot slot gebruikte het bedrijf zijn vroege betalingsfaciliteit voor leveranciers als een creditcard, maar legde het niet uit als lenen.
De betrokken accountingfirma’s hadden transparantie moeten eisen. Ze hebben hun eigen zakelijk belang voorop gesteld op de governance die ze moesten nastreven, aldus het rapport. De nasleep van dit schandaal heeft geleid tot heftige discussies in het Verenigd Koninkrijk over ingrepen in de accountancy-sector. Zoals na elk schandaal en elke crisis wordt geroepen zeggen de Britten nu ook: ‘dit nooit meer.’
1. Steinhoff
Steinhoff is na Ikea het grootste woonwinkelbedrijf van Europa. De van oorsprong Zuid-Afrikaanse onderneming bezit tientallen ketens op het gebied van meubels, bedden en matrassen. Eind 2017 ging het flink mis bij de woongigant. Het aandeel zakte 80 procent in waarde nadat het bedrijf melding had gemaakt van boekhoudkundige onregelmatigheden.
Al snel bleek dat de bestuurders van Steinhoff jarenlang met winstcijfers hebben geknoeid. Dat concludeerde PwC dat onafhankelijk onderzoek deed naar het boekhoudschandaal bij het Zuid-Afrikaanse meubelconcern. In totaal hebben bestuurders van Steinhoff voor 6,5 miljard euro gefraudeerd. Winsten en waarderingen van bezittingen van het meubelconcern zijn daarbij jarenlang ‘substantieel’ opgeblazen. “Steinhoff zette tal van transacties in de boeken die soms fictief of onrechtmatig waren. Daarbij werden zogenaamde onafhankelijke derden opgevoerd om de winsten en waarden van bezittingen hoger te doen lijken dan deze in werkelijkheid waren'', zo staat in het rapport van PwC.
Er lopen nog zaken tegen de oud-bestuurders. Ook heeft de Nederlandse Vereniging van Effectenbezitters (VEB) het bedrijf voor de rechter gedaagd wegens een misleidende jaarrekening. Ook stellen ze accountant Deloitte aansprakelijk voor de schade die Steinhoff beleggers geleden hebben.
Hopelijk is de financiële wereld door deze schandalen wakker geworden en zal deze trieste geschiedenis zich niet herhalen in 2019.