CFO Day 2025 Pre-Conference Dinner: “Maak je werknemer trots – en red en passant de wereld.”

Na een gezellige ontvangstborrel in het Noordwijkse Huis ter Duin is gisterenavond CFO Day 2025 van start gegaan. In het kader van het thema “From Obstacle to Opportunity”, presenteerde Peter Kanne, senior onderzoeksadviseur bij Ipsos I&O, tijdens het Pre-Conference Dinner in Huis ter Duin een diepgravende analyse van de maatschappelijke en economische uitdagingen van deze tijd, met een specifieke focus op de rol die bedrijven – en in het bijzonder hun financiële leiders – daarin kunnen spelen.
Maar niet voordat hij kort werd ingeleid door moderator Monique Busch, CFO van Hoppenbrouwers techniek. De informatieve en zeer boeiende presentatie van Kanne ontvouwde zich langs een drietal fundamentele opdrachten voor de aanwezige CFO’s: het noodzakelijke, het logische en het heldhaftige. De onderliggende boodschap: bedrijven kunnen en moeten meer doen dan winst maken – ze dragen verantwoordelijkheid voor hun bredere maatschappelijke impact. Of zoals Kanne het uitdrukte: red de wereld en en passant je bedrijf! (Andersom mocht ook).
Kanne startte zijn verhaal met een confronterende constatering. Nadat hij de aanwezige CFO´s vroeg in hoeverre zij zelf dachten een grote rol te spelen in het oplossen van grote maatschappelijke uitdagingen (geen CFO stak een hand op), liet hij de uitkomst zien van een onderzoek van Ipsos I&O. Daaruit bleek dat slechts 15% van de Nederlandse bevolking vindt dat leiders van grote bedrijven daadwerkelijk bijdragen aan het oplossen van de grote problemen van deze tijd. Een lage score, die volgens Kanne duidt op een kloof tussen maatschappelijke verwachtingen en zichtbare actie vanuit het bedrijfsleven. Tegelijkertijd ziet hij hierin ook ruimte voor versterking van het maatschappelijk leiderschap van CFO’s. Een van de aanwezige CFO’s maakte daarbij nog wel de aantekening dat er genoeg mensen zijn die maatschappelijke problemen beter kunnen oplossen en dat CFO’s wel zorgen dat er genoeg geld wordt verdiend in Nederland om de oplossingen ook te bekostigen.
In zijn analyse benoemde Kanne vier maatschappelijke zorgen die bij burgers het sterkst leven: immigratie, oorlogsdreiging, klimaatverandering en de bedreiging van de democratie. Economische zorgen, zo liet hij zien, staan minder prominent op het netvlies van burgers. Dat is opvallend, want de realiteit toont een economie die op meerdere fronten tegen haar grenzen aanloopt: structurele arbeidskrapte, druk op woningmarkt en zorgcapaciteit, grondstoffenschaarste en een trage energietransitie.
Het noodzakelijke: verhoog arbeidsproductiviteit
Om dit verder te duiden, verwees Kanne naar recente cijfers van het CBS, waaruit blijkt dat de Nederlandse economische groei in het eerste kwartaal van 2025 beperkt bleef tot 0,1%. De Europese Commissie verwacht voor Nederland voor heel 2025 slechts een bescheiden groei: 1,3%. Daarbij komt een onvoorspelbare internationale context, met onder meer de geopolitieke risico’s van Amerikaanse handelspolitiek en de oorlog in Oekraïne. Deze kwetsbaarheden maken duidelijk dat economische weerbaarheid geen vanzelfsprekendheid is.
Een belangrijk deel van de presentatie was gewijd aan het internationale speelveld. Kanne citeerde Mario Draghi, voormalig president van de Europese Centrale Bank, die de Europese Unie in 2024 waarschuwde voor een ‘existentiële uitdaging’. Volgens Draghi is Europa economisch ingehaald door China, terwijl het gat met de Verenigde Staten alleen maar groter is geworden. De achterstand in arbeidsproductiviteit en het uitblijven van wereldwijde techspelers uit Europa onderstrepen de urgentie. Draghi stelt dat er jaarlijks honderden miljarden euro’s nodig zijn aan extra investeringen in onderwijs, innovatie en fundamenteel onderzoek om het Europese concurrentievermogen te behouden.
Kanne plaatste deze oproep tegenover het beleid van het nieuwe Nederlandse kabinet, dat weliswaar het woord ‘innovatie’ 85 keer noemt in het regeerakkoord, maar desondanks voornemens is om structureel te bezuinigen op hoger onderwijs en wetenschap. Een structurele bezuiniging van één miljard euro per jaar – vier miljard in totaal – staat haaks op de aanbevelingen van experts.
Gelukkig, zo gaf Kanne aan, zijn er op Europees niveau wel positieve ontwikkelingen. De Europese Investeringsbank wil de komende jaren 70 miljard euro investeren in de Europese techsector, en via het Digital Europe Programme wordt tussen 2025 en 2027 1,7 miljard euro beschikbaar gesteld voor digitale innovatie. Ook De Nederlandsche Bank, het CPB en de Autoriteit Financiële Markten pleiten in recente rapporten voor versterking van Europese samenwerking.
In het rapport Kiezen én Delen van DenkWerk, een onafhankelijke denktank die met krachtige ideeën bij wil dragen aan een welvarend (o.a. Barbara Baarsma en Hans Wijers), wordt gesteld dat Nederland zich in een unieke positie bevindt: klein, dichtbevolkt, economisch succesvol, maar tegelijk kwetsbaar. Om brede welvaart te behouden, zijn keuzes nodig: tussen zorg, wonen, defensie, onderwijs en klimaat. De sleutel ligt in een hogere arbeidsproductiviteit en een effectiever gebruik van arbeidscapaciteit. De belangrijkste oplossing die DenkWerk voorstelt is een sectorale herschikking van niet productieve arbeid – zoals veeteelt, marketing en logistiek – richting sectoren met hoge maatschappelijke en economische toegevoegde waarde, zoals zorg, bouw, technologie, energietransitie en defensie.
Het logische: geef prioriteit aan welbevinden werknemers
Vervolgens nam Kanne zijn publiek mee naar de werknemer. Aan de hand van onderzoekscijfers toonde hij hoe Nederland opvalt door een sterk individualistische en hedonistische en weinig ambitieuze en globalistisch ingestelde bevolking. Met een lage gemiddelde werkweek en een hoog percentage parttime werkenden, met name onder vrouwen. De arbeidsparticipatie mag relatief hoog zijn, het aantal gewerkte uren per capita blijft achter. Uit internationale vergelijkingen blijkt ook dat Nederlanders minder carrièregericht zijn dan inwoners van bijna alle andere landen. Met name die van de emerging markets. In plaats daarvan domineert een prettige werk-privé-balans en werkgeluk. Jongeren hechten minder aan een ‘prominente carrière’ en meer aan zingeving, autonomie en flexibiliteit.
Tegelijkertijd zijn burn-outklachten onder jonge werkenden een structureel probleem: één op de vier jongeren ervaart ernstige werkgerelateerde stress. Kanne wees erop dat werkgevers hierin een sleutelrol spelen. Het faciliteren van welbevinden, het bieden van ontwikkelruimte en het creëren van een cultuur waarin mensen zich gezien en ondersteund voelen, zijn geen ‘soft skills’, maar strategische voorwaarden voor duurzame inzetbaarheid. Hij haalde daarbij onderzoek aan waaruit bleek dat bijna 90% van CFO respondenten inzag dat medewerkerswelzijn een concurrentievoordeel oplevert, maar slechts 15% dit onderwerp ook echt prioriteert.
Het heldhaftige: maak je werknemer trots (en red en passant de wereld)
Als afsluiting van zijn presentatie kwam Kanne terug op de rol van het bedrijfsleven. Aan de hand van praktijkvoorbeelden van historische figuren als Piet van Eeghen en Frits Philips en – uit het nu – AFAS Software en Kruidvat, liet hij zien hoe ondernemers daadwerkelijk een verschil kunnen maken – niet alleen via ESG-rapportages, maar door maatschappelijke doelen te integreren in hun kernstrategie. Hij verwees naar data waaruit blijkt dat consumenten hun koopgedrag en loyaliteit mede laten beïnvloeden door de maatschappelijke houding van bedrijven. Bedrijven die zich authentiek inzetten voor maatschappelijke waarden, presteren structureel beter op het gebied van reputatie, medewerkerstevredenheid én financiële resultaten.
Moderator Monique Busch die, na Kannes presentatie, met een microfoon de zaal rondging op zoek naar verhalen van CFO’s over de maatschappelijke betrokkenheid van hun bedrijf, trof ook veel bescheidenheid aan. Zo vertelde Esther Pool-Kamp, CFO bij Stella Maris, over hun stichting die, al sinds de prille oprichting van het bedrijf, projecten opzet voor schoon drinkwater. Ook een andere CFO uit het publiek, werkzaam bij een bedrijf in houten bouwmaterialen, vertelde over de manier waarop zij er ervoor zorgen dat hun materialen duurzaam zijn – ook om te voldoen aan de CSRD. Desgevraagd wisten beide CFO’s te vertellen dat hun projecten eigenlijk niet heel erg actief naar de buitenwereld werden gecommuniceerd.
Voor de aanwezige CFO’s bood het verhaal van Kanne – en de interactie uit het publiek – niet alleen scherpe analyses, maar ook praktische handvatten. Het toonde dat economische groei en maatschappelijke relevantie elkaar niet uitsluiten, maar elkaar juist versterken. Door te investeren in menselijk kapitaal, innovatie en welzijn, dragen bedrijven bij aan een toekomstbestendige economie én bouwen ze aan hun eigen veerkracht.
Kanne sloot zijn betoog af met een heldere oproep: benut de unieke positie van CFO’s om binnen organisaties koers te bepalen. Of het nu gaat om het realiseren van productiviteitsgroei, het versterken van de organisatiecultuur of het bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang — het begint bij strategisch bewustzijn en de bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen. Kannes verhaal waarin economie, leiderschap en maatschappelijke betrokkenheid zichtbaar samenkwamen, bood daarmee een inspirerende start van CFO Day 2025 en leidde onder de moderatie van Busch nog tot veel nagesprekken tussen de CFO’s, tijdens de borrel en ook nog tijdens het Pre-Conference diner.
Met dank aan onze partners van de Pre-Conference van CFO Day 2025
- Aon
- Coface
- EY
- Finance Factor
- Laudame Financials
- Northwave
- Rabobank
- Steens&Partners
- SIS Finance
Lees ook op CFO.nl: 6 x “From Obstacle to Opportunity” – CFO Day 2025