“Rijnlands model staat als huis” (CFO Forum)

Staat het Rijnlands model onder druk?  Zijn maatregelen nodig? Het CFO Forum ging op zoek naar antwoorden.

Met activistische aandeelhouders die zich nadrukkelijk roeren en overnamepogingen van AkzoNobel en Unilever door Amerikaanse bedrijven, lijkt het alle hens aan dek voor het Rijnlands model. In de politiek wordt gesproken over het optuigen van beschermingsconstructies voor vijandige overnamepogingen, terwijl een illustere groep oud-topmannen onder aanvoering van Jan Hommen pleit voor een time-out van een jaar, om het bestuur van een bedrijf bij een vijandig overnamebod meer tijd te geven.

In West-Europa bestaat er traditioneel gezien het streven naar een consensus tussen winst en maatschappij. Aandeelhoudersbelang is slechts één van de vele belangen die spelen. Maar in een globaliserende wereld ontstaat er meer een internationaal speelveld. Wordt het Angelsaksische model hierin overheersend? Staat het Rijnlands model onder druk? Is bescherming überhaupt mogelijk? Daarover ging het tijdens het CFO Forum bij Houthoff Buruma in Amsterdam.

Lees ook: Beschermen lange termijn "enorme uitdaging"

De zaal ging in discussie met een panel, bestaande uit Mark van den Biggelaar, voormalig CFO van Heijmans, Rob Luijnenburg, voormalig director corporate strategy & communication bij Fugro, Bastiaan Vaandrager, managing director Rothschild en beurscommentator en –analist Corné van Zeijl.

Weinig chauvinisme

De druk op het Rijnlandse model is er zeker, merken velen op. Probleem is dat Nederlandse bedrijven veel internationale investeerders hebben. Investeerders die er dus wellicht meer Angelsaksische opvattingen op na houden. Zoals Van Zeijl zegt: “Wij hebben niet een chauvinistische achterban van aandeelhouders die ons beleid steunen. Dat is de crux van het probleem, omdat er wel Angelsaksische aandeelhouders zijn.”

Is er een probleem met een wat meer Angelsaksische kijk op zaken? Daarover is de zaal verdeeld. Het gaat velen in ieder geval te ver om het Rijnlandse model moreel superieur te noemen ten opzichte van het Angelsaksische model, zoals de eerste stelling luidt.  “De wereld bestaat uit vraag en aanbod, daar handel je naar. Soms draait het om mensen, soms om zaken als schaalgrootte”, zegt een deelnemer. Oud-CFO Mark van den Biggelaar doet de oproep om toch vooral goed te luisteren naar wat de aandeelhouder te zeggen heeft. “Soms hebben we het wel erg met onszelf getroffen. Aandeelhouders op afstand houden, is ook wel makkelijk. Vanuit het bedrijf is het zinnig om beter te gaan luisteren naar wat aandeelhouders te zeggen hebben.” Daar sluit Bastiaan Vaandrager zich bij aan. “Binnen het Rijnlands model kun je je makkelijker verschuilen, vanuit de gedachte dat voor iedereen een win-win gecreëerd moet worden. Natuurlijk zijn er stakeholders, maar uiteindelijk zijn de aandeelhouders de eigenaren van het bedrijf.”

"Tweedeling maatschappij"

Volgens sommigen mag er in Nederland ook wel eens wat harder bestuurd worden. Er zijn bedrijven waar de resultaten achter blijven. Maar tegenstanders wijzen erop dat het er ook om gaat welke keuzes een bedrijf maakt. Zoals een deelnemer zegt: “Een bedrijf als AkzoNobel maakt meer kosten omdat het zich richt op duurzaamheid. Amerikaanse bedrijven kiezen eerder voor de korte termijn. Uiteindelijk is het effect daarvan slecht voor de maatschappij. Kijk naar robotisering. Dat kan voor een tweedeling zorgen. Dat is uiteindelijk ook nadelig voor mensen die op lange termijn geld willen verdienen.” Velen vrezen dat door keuzes op de korte termijn de middenklasse verder vervaagt, zoals te zien is in Angelsaksische landen. Daarmee verdwijnt ook het fundament onder de maatschappij en dat is uiteindelijk desastreus voor de economie.

“Smakelijk hapje”

De realiteit is echter dat bedrijven die kampen met tegenvallende resultaten een “smakelijk hapje” zijn voor buitenlandse jagers. En het tij is nu gunstig, zegt Van Zeijl. Is het daarom een idee om hogere beschermingswallen op te trekken, om Angelsaksische invloeden buiten de deur te houden? Of om op een andere manier om te gaan met aandeelhouders die een korte horizon hebben?

Vaak gaat men er te makkelijk vanuit dat aandeelhouders altijd en alleen voor de korte termijn gaan, vinden sommige deelnemers. Anderen wijzen op de voorpagina van het FD van die morgen, waarop te lezen viel dat de gemiddelde aandeelhouder al na een half jaar gevlogen is. “In hoeverre heeft die het goed voor met de onderneming?”, vraagt een deelnemer zich af.
In Nederland is het in ieder geval juridisch voldoende aangetoond dat het bestuur over de strategie gaat en niet de aandeelhouder, die bescherming is er dus. Kiest het bestuur er voor om waarde toe te voegen aan de maatschappij, dan is het de taak van de CEO en CFO om dit goed uit te leggen aan de stakeholders, zegt een deelnemer: “Anders krijg je die bal zeker terug.” Daarnaast moet er altijd scherpte zijn. Te veel bescherming zorgt voor luie bedrijven, vrezen sommigen. Van Zeijl: “Ik vraag bedrijven altijd wat ze zouden doen als er morgen een overnamekandidaat voor de deur staat. Ga dat dan direct uitvoeren, anders staat die partij straks ook echt voor de deur.”

Pauze ongewenst

Over het plan van Hommen voor een time-out van een jaar zijn maar weinigen enthousiast. De pauze zou bedrijven lam leggen en ons imago in het buitenland schaden. Terwijl de afhankelijkheid van buitenlandse investeerders juist groot is. Wel wordt er op gewezen dat andere landen vaak protectionistischer zijn dan wij. Een deelnemer zegt soms verbaasd te zijn als hij in internationale context ziet hoe slecht voor we onszelf opkomen. “Iets nationalistischer mag wel.”

Over meer invloed vanuit Den Haag wordt getwijfeld. Deelnemers zijn niet tevreden over de manier waarop het nu gaat: veel gebeurt nog in de achterkamertjes. Acties vanuit Den Haag zijn incident-gedreven. In andere dossiers wordt juist niet goed op gelet: “Brussel vertelt dat nutsbedrijven gesplitst moeten worden, Nederland is het enige land dat dit ook echt gedaan heeft. Veel bedrijven zijn inmiddels overgenomen.”

Zelfreddend vermogen

We moeten ook geloof hebben in het zelfreddende vermogen van het Rijnlands model, vinden sommigen. Een model dat past bij ons land en onze maatschappij. Met andere woorden, het model is er niet zomaar en het zal ook niet zomaar verdwijnen. Er is vertrouwen in de kracht. Van den Biggelaar: “Ik heb het idee dat het model staat als een huis.”
Bestuurders mogen ook wel wat moed hebben. Bij activistische aandeelhouders gaat het vaak om slechts een klein percentage van het geheel. Wil je meer invloed, dan moet er meer premie betaald worden. “Ik denk dat het systeem best in evenwicht is”, zegt een deelnemer. Het werkt goed en is geaccepteerd door de investeerder, beaamt een ander: “Het is dus zaak om niet weg te gooien wat we hebben, maar het juist beter te maken.”