CFO’s pleiten voor lagere belasting op arbeid

De Nederlandse CFO’s verwachten een stijging van de brutoloonkosten. De CFO ziet deze stijging hand in hand gaan met een verslechtering van het investeringsklimaat. Zij zijn dan ook groot voorstander van een lagere belastingdruk op arbeid. Daarnaast pleiten de corporate CFO’s tevens voor het afschaffen van de dividendbelasting.

Dit blijkt uit het kwartaalonderzoek van Deloitte onder corporate CFO’s. De verwachte stijging van de loonkosten, en de zeer geringe daling van de administratieve lasten, maken dat de CFO een verdere verslechtering van het vestigingsklimaat in Nederland voorziet, aldus Peter Kavelaars, partner bij Deloitte en hoogleraar fiscale economie. Kavelaars: “Uit het onderzoek blijkt ook dat de onlangs geïntroduceerde werkkostenregeling, die in het leven was geroepen om direct tot lagere kosten te komen geen duidelijk positief effect oplevert. Slechts een kleine meerderheid (59%) ziet lastenverlichting. Des te opvallender dat de Belastingherzieningscommissie besloten heeft de werkkostenregeling verder uit te breiden. De CFO blijkt over het algemeen niet veel heil te zien in fiscale stimuleringsmaatregelen.”  Verder geeft een kwart van de ondervraagde CFO’s aan liever te zien dat de belastingdruk op de arbeidsinkomsten wordt verlaagd (26%) dan de druk op kapitaalinkomsten . “Weliswaar is de arbeidsproductiviteit in Nederland goed, maar de belastingdruk op arbeidsinkomsten is te hoog”, aldus Kavelaars. “In het kader van het vestigingsklimaat is dit ook een zeer cruciaal element.” Als een van de belangrijkste maatregelen voor het verbeteren van het Nederlandse vestigingsklimaat wordt door tweederde van de ondervraagde CFO’s het afschaffen van de dividendbelasting genoemd. Alhoewel men wel aangeeft dat dit geen direct effect heeft op hun organisatie. “Voor met name buitenlandse organisaties die de dividendbelasting niet of beperkt kunnen verrekenen, kan het echter wel een extra stimulans zijn voor investeringen”, meent Kavelaars, “en daarmee positief uitpakken voor Nederland als vestigingsland.”