CFO’s voor EU van meerdere snelheden
“Onzekerheid zal ook het komende jaar een belangrijk thema in de markt blijven”, zegt Frank Geelen partner en CFO program lead bij Deloitte. Maar verder zijn CFO’s positief over de vooruitzichten: 95 procent denkt dat de M&A-markt verder zal groeien. Een flinke toename in vertrouwen, in het vorige kwartaal was dit 65 procent. Geelen: “Dat is een enorme trendbreuk. Dat is een enorm duidelijke boodschap: er gaat meer M&A plaatsvinden.”
“Dat komt omdat de economie in Nederland en wereldwijd goed gaat. Verder zie je dat Nederlandse bedrijven het over het algemeen goed doen. Ook is financiering nog steeds erg goedkoop”, zegt Geelen.
Meer dan de helft (52 procent) is optimistisch over de financiële vooruitzichten van zijn of haar bedrijf. Ook hier is een toename te zien. Vorig kwartaal lag dit percentage op 35 procent.
Naast het optimisme zijn CFO’s ook nog steeds bezorgd, zegt Geelen. Ondanks het toegenomen vertrouwen neemt de risicobereidheid niet toe. Die blijft met 40 procent onveranderd. 60 procent van de CFO’s blijft voorzichtig. De oorzaken: geopolitieke onzekerheden, een tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten en een loonstijging.
"Geen andere uittreders"
Een van die oorzaken voor onzekerheid is de EU, op de proef gesteld door de Brexit. Weinig CFO’s verwachten dat meer lidstaten de EU zullen verlaten. Slechts 15 procent gelooft dat er een kans is van meer dan 40 procent dat het Britse voorbeeld gevolgd wordt. Zorgen over de Brexit en de gevolgen voor de EU zijn er wel. 60 procent van de CFO’s ziet een Europa van twee snelheden als het antwoord op de vraag hoe de EU haar toekomst kan veiligstellen. 20 procent denk dat verdere economische en politieke integratie het antwoord is.
De meeste CFO’s (42 procent) staan neutraal tegenover de invoering van een Europese vennootschapsbelasting, de Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB). Die is voorgesteld om te komen tot één heffingsgrondslag voor multinationals actief in EU-rechtsgebieden. Wel denkt 63 procent dat de CCCTB nadelig is voor de concurrentiepositie van Nederland.