‘Cultuur van openheid’ brengt nieuw dilemma
Door Frans van der Grint
De Monitoring Commissie is van plan Cultuur te introduceren als nieuw en expliciet onderdeel van de Corporate Governance Code. De Commissie legt in haar herzieningsvoorstel ook uit wat ze hieronder verstaat. “Een gezonde cultuur van openheid en aanspreekbaarheid”. Het bestuur van een onderneming moet die niet alleen “implementeren”, maar ook “waarborgen”. En de Commissie doet alvast enkele concrete suggesties voor ‘cultuurmaatregelen’. Zoals het vaststellen van gezamenlijke normen en waarden, een gedragscode (die het bestuur actief moet uitdragen), het instellen van een klokkenluidersprocedure en het uitdragen van de juiste ‘toon aan de top’.
Het initiatief van de Commissie is te prijzen. Wie zich verdiept in de cases van bedrijven waar de afgelopen jaren veel mis ging, komt consequent een verwijzing naar een verkeerde of zelfs verrotte cultuur tegen. En ja, het gaat dan vaak over ‘normen en waarden’ of juist een gebrek daaraan. Overigens, het is wel van belang vast te stellen dat op dit vlak de wet alleen al lang niet meer de enige maat is die bedrijven wordt genomen. De politiek, (social) media en NGO’s stellen zo hun eigen eisen.
Toch is een waarschuwing op zijn plaats. De verwachtingen van allerlei stakeholders worden bij het horen van “een cultuur van openheid” weer verder opgepompt. Kunnen bedrijven en hun bestuurders die verwachtingen eigenlijk nog wel waarmaken? Aan ‘openheid’ wordt tegenwoordig het nog immer populaire ‘transparantie’ gekoppeld. Maar het grote nadeel van transparantie is dat het niet gedefinieerd is en dat iedereen daar zo zijn eigen invulling aan kan en dus ook gaat geven. Met als gevolg dat de verwachting is dat in “een cultuur van openheid en transparantie” bedrijven zo’n beetje alles openbaar maken, terwijl dit in de praktijk simpelweg onmogelijk is. En in ieder geval ook niet gebeurt. Het was nog niet zolang geleden nota bene Peter Paul de Vries, voorheen aanvoerder van de VEB, die als bestuurder van zijn eigen bedrijf zei: “Als transparantie de belangen van Value8 schaadt, dan doen wij dat niet.”
De Vries heeft daar wel een punt. Want wat als ‘openheid’ niet in het belang van het bedrijf is? Of doen de belangen van het bedrijf er dan niet meer toe? Zijn zin was beter geweest, als hij had gezegd: “de belangen van mijn bedrijf en haar stakeholders schaadt”. Dan trek je het breder en voorkom je dat een bestuur gaat navelstaren. Als je kunt aantonen dat ‘openheid’ stakeholders juist benadeelt, dan is dat een reden om het even achterwege te laten, mogelijk tot een later moment. Als ik de Commissie een advies mag geven dan zou ik vóór het woord ‘openheid’ het woord ‘relevante’ toevoegen. Dus dan creëer je een cultuur van relevante openheid, wat onmiddellijk veel realistischer is en beter uitvoerbaar.
Speciale aandacht moet er dan wel zijn voor misstanden en signalen daarover. De Commissie benoemt dit ook en verwijst op dit punt naar de Wet Huis voor de Klokkenluiders, die nog maar net in werking is. Deze wet biedt bescherming aan medewerkers na bekendmaking van misstanden binnen eigen organisaties. Het Huis voor Klokkenluiders zorgt er echter ook voor dat klokkenluiders-zaken buiten het bedrijf terecht kunnen komen. Want het Huis doet zelf onderzoek en publiceert zijn onderzoeksrapporten. Dat levert dus weer een extra dilemma op voor bestuurders – wat te doen met klokkenluidersmeldingen. Zijn we daar ‘open’ over, en zo ja, wanneer?
Hoe dan ook, met een nieuwe Corporate Governance Code in aantocht en een Klokkenluiderswet van kracht betekent dit dat u als bestuurder moet nadenken hoe te gaan voldoen aan de extra verwachting van “een cultuur van openheid.”
Frans van der Grint is Financial+M&A Practice Director Europe van Hill+Knowlton Strategies