D66: Bezit van eigen vermogen via belasting stimuleren
Welke veranderingen willen jullie doorvoeren in het belastingstelsel?
“Het belangrijkste is het verlagen van de belasting op arbeid. Werk moet meer lonen en het moet voor bedrijven aantrekkelijker worden om mensen in dienst te nemen. Dit is deels een netto-lastenverlichting. Maar we bekostigen het ook door de vergroening van de belastingen. De vervuiler gaat betalen. Dus kan je elders de belasting verlichten.
Verder willen we innovatie bij bedrijven via fiscale maatregelen stimuleren. Ook willen we iets doen aan de fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen. Nu is er subsidie is op vreemd vermogen, doordat de rente aftrekbaar is. Eigen vermogen wordt daarentegen belast. We willen dit meer naar elkaar toebrengen, door de renteaftrek te beperken en belastingkorting te geven op eigen vermogen. Zo willen we het bezit van eigen vermogen stimuleren. Dat is goed voor de schokbestendigheid van de Nederlandse economie.”
Er klinkt veel kritiek op handelsverdragen. Hoe belangrijk zijn die volgens u?
“Internationale handel en openheid zijn voor Nederland cruciaal. We zijn al eeuwen een handelsland, het wegnemen van belemmeringen is voor ons positief. Wij zeggen er altijd wel bij: het moet gebeuren onder de juiste voorwaarden. Een race to the bottom, of je eigen spelregels en milieucriteria overboord gooien, dat kan niet. Maar bijvoorbeeld CETA, het handelsverdrag met Canada vind ik een mooi voorbeeld van hoe het moet: milieueisen en arbeidsomstandigheden zijn intact gelaten. Een handelsverdrag kan dus arbeidsomstandigheden verbeteren en een waarborg geven voor faire handel.”
Snapt u de kritiek?
“Die wordt deels veroorzaakt door angstverhalen, zoals de chloorkippen. Deels is het ook een bijzondere kongsi van partijen die hier tegen zijn. De PVV en GroenLinks staan aan dezelfde kant. Dat verbaast me toch.
Ik snap wel de onvrede over waar de zeggenschap in de wereld naartoe gaat. Maar bij D66 zeggen we expliciet: grensoverschrijdende problemen, zoals terrorisme, het klimaat, de buitengrenzen of energie moet je samen oplossen en soevereiniteit moet je dan delen.”
Hoe ziet u de toekomst van de EU?
“Europa heeft te maken met veel van die problemen die het door samenwerking moet oplossen. Wij zijn voor internationale oriëntatie. Een aantal partijen wil het nu zelf regelen, achter de dijken blijven zitten. Dat is een kansloze situatie.
Op het gebied van het klimaat moeten er gezamenlijke Europese standaarden komen, maar ook bijvoorbeeld voor uitstootnormen van auto’s. We moeten samenwerken op het gebied van energievoorziening, zodat we profiteren van de zon in het zuiden, de waterkracht in Scandinavië en de wind in Nederland.
En hoe zorg je dat als banken failliet gaan ze landen niet meetrekken? Dan moet er toezicht zijn. Dat kan alleen internationaal geregeld worden.”
Doet het bedrijfsleven genoeg op het gebied van duurzaamheid?
“Gelukkig zie je dat hier steeds meer aandacht voor is. Er zijn meer bedrijven die duurzaamheid als belangrijk onderdeel van het bedrijfsproces zijn gaan zien. Je hebt altijd voorlopers, maar nu is de trend veel breder. Bedrijven zijn bezig met de circulaire economie, het hergebruik van grondstoffen, het drukken van de energiekosten. Het heeft economisch potentieel, want het levert gewoon geld op. Dat is een belangrijke trigger voor bedrijven en consumenten.”
Wat te doen met mensen die hun baan verliezen door robotisering?
“De technologische ontwikkeling is er. Daar kun je je ogen voor sluiten, maar dat is onverstandig. De uitdaging is om mensen die ontslagen worden snel weer inzetbaar te maken op de arbeidsmarkt. Onderwijs is hierin een speerpunt, van de kinderopvang tot aan de universiteit. Maar vooral ‘een leven lang leren’, zodat mensen in een nieuwe functie kunnen gaan werken. Mensen moeten ook zelf kunnen investeren in hun eigen vaardigheden om inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt. Neem bijvoorbeeld de bankenwereld. Iedereen gebruikt apps, niemand gaat meer naar een bankkantoor. De werkgelegenheid verandert daardoor en er zijn reorganisaties bij banken. Maar voor de brede welvaart is het geen slechte ontwikkeling.
Ik zie innovatie als iets positiefs en het is er altijd. Voor de Tweede Wereldoorlog werkte een groot deel van de mensen in de agrarische sector. Banen in bijvoorbeeld de ICT of gamesindustrie bestonden nog niet. Dus er komen ook weer nieuwe banen bij. ”
Welke regels voor bedrijven moeten we absoluut afschaffen, welke moeten we onmiddellijk opstellen?
“Heel belangrijk vind ik dat de tweedeling op de arbeidsmarkt aangepakt wordt. Er is nu een groot verschil tussen vaste en flexibele contracten. Veel mkb’ers die ik spreek zeggen niemand meer in vaste dienst te nemen vanwege de risico’s van hoge werkgeverslasten, zoals de verplichte doorbetaling bij ziekte. Een groot deel van de werkgelegenheid is al flexibel. Zo ontstaat er een tweedeling, die ook in de toekomst doorwerkt: als je in vaste dienst bent krijg je ook makkelijker een opleiding van je baas. Terwijl iemand die op een flexibel contract werkt, na een paar jaar vervangen wordt. We moeten de regelgeving aanpassen zodat het voor werkgevers goedkoper wordt om mensen in dienst te nemen. Dan kan er meer kansengelijkheid ontstaan.”