De belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2021
Beperking liquidatie- en verliesverrekening
Vanaf 1 januari 2021 gelden de volgende nieuwe voorwaarden:
• Beperking in de tijd: Een liquidatie- of stakingsverlies moet binnen een termijn van 3 jaar na het moment van staken zijn genomen (nu: geen termijn)
• Beperking in herkomst: Alleen liquidatie- of stakingsverliezen uit de EU of de EER zijn aftrekbaar (nu: wereldwijd).
• Beperking in verbondenheid (alleen van toepassing bij liquidatieverliezen): liquidatieverliezen zijn alleen aftrekbaar bij voldoende zeggenschap in de dochteronderneming, doorgaans is dit een belang van >50% (nu: minimaal 5% belang).
De beperking in herkomst en de beperking in verbondenheid zijn alleen van toepassing voor zover het liquidatie- of stakingsverlies groter is dan € 5 miljoen. Hierdoor worden slechts grote liquidatie en stakingsverliezen door deze nieuwe beperkingen geraakt.
Lagere vennootschapsbelasting
Meer MKB-bedrijven gaan in de komende jaren het lagere vpb-tarief betalen. Vanaf 2021 geldt het lage tarief van 15% voor winsten tot € 245.000 in plaats van € 200.000. Zo vallen in 2021 meer bedrijven in de eerste tariefschijf die anders in de tweede tariefschijf zouden vallen.
Daarnaast wordt het tarief voor de vennootschapsbelasting voor winsten in de eerste tariefschijf in 2021 verlaagd van 16,5% naar 15%. Het tarief voor winsten die vallen in de tweede tariefschijf blijft 25% in 2021.
BIK
Om te zorgen dat bedrijven ondanks de crisis blijven investeren, en waar mogelijk investeringen naar voren halen, treedt met ingang van 1 januari 2021 voor de duur van twee jaar de BIK in werking. Bedrijven die belastingplichtig zijn voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting kunnen
voor investeringen een afdrachtvermindering op hun loonheffing toepassen. Deze afdrachtvermindering bedraagt 3,9% voor investeringen tot € 5.000.000 per kalenderjaar en 1,8% voor het investeringsbedrag boven € 5.000.000 per kalenderjaar. Deze afdrachtvermindering is van toepassing op investeringen van tenminste € 1.500 per bedrijfsmiddel en ten minste € 20.000 per aanvraag.
De BIK is van toepassing op investeringen waarvoor de verplichtingen ter zake van de aanschaf zijn aangegaan na 1 oktober 2020, de betaling(en) voor de investering in 2021 of 2022 volledig zijn gedaan en het bedrijfsmiddel binnen zes maanden na de laatste betaling in gebruik is genomen. Doordat de BIK wordt verrekend in de loonheffing, kan de BIK alleen worden toegepast door bedrijven met personeel, de zogenoemde BIK-inhoudingsplichtige. Een BIK-inhoudingsplichtige kan met ingang van 1 september 2021 een BIK-verklaring aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Op basis van deze verklaring kan de BIK-inhoudingsplichtige de afdrachtvermindering in zijn loonaangifte toepassen.
De mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK, gaat pas later in. De Europese Commissie moet dit specifieke onderdeel nog goedkeuren. Als na deze goedkeuring de mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK gaat gelden, is dit met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. Indien die goedkeuring niet komt, zullen de percentages van de BIK met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 worden verhoogd. Bij grote investeringen in een jaar wordt de korting tot € 5 miljoen in dat geval 5%, daarboven 2,08%.
Minder zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren stapsgewijs afgebouwd. Per 1 januari 2021 wordt de zelfstandigenaftrek daarbij verlaagd van € 7.030 naar € 6.670. Hiermee wil het kabinet de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers kleiner maken.
Download hier de Belangrijkste wijzigingen belastingen 2021