De eerste 100 dagen van Rob Storms (CFO van Brightlands Chemelot Campus): “Een goed businessmodel heeft sterke processen nodig.”

In de rubriek ‘De eerste 100 dagen van…’ vertellen pas aangetreden CFO’s over hun ambities en eerste ervaringen in hun nieuwe rol. Deze week: Rob Storms sinds mei CFO van Brightlands Chemelot Campus.
De laatste jaren was je voornamelijk CFO in de zorg, maar je hebt ook een verleden bij DSM en Sabic. Is dat het linkje geweest naar je nieuwe baan?
“Ja, ik werkte bij DSM in de periode dat het onderdeel waar ik zat, de petrochemie, werd verkocht aan Sabic. Mijn werk toen staat helemaal los van mijn nieuwe rol bij Brightlands Chemelot. Ik was op zoek naar een nieuwe uitdaging. En ik vind de combinatie van publiek en privaat heel leuk. En eigenlijk is Brightlands Chemelot Campus een MKB-bedrijf met honderd à honderdtien mensen met op de campus drieduizend medewerkers en 1000 studenten in een publieke setting. De provincie Limburg en de universiteit Maastricht zijn aandeelhouder, maar ook DSM vanuit de private kant. Een complex stakeholderveld.”
Wat was de opdracht?
“De campus heeft een maatschappelijke doelstelling en we zijn een vastgoedbedrijf. We ontwikkelen en verhuren ruim 100.000 vierkante meter kantoorruimte, laboratoria, cleanrooms, plots en pilot plants. Dat moet een rendabel businessmodel zijn, zodat we samen met de stakeholders de lange termijndoelstellingen kunnen consolideren en uitbouwen. Daarnaast is het mijn taak om de campus te profileren en juist in deze woelige tijden stappen vooruit te zetten. In de vijftien jaar van ons bestaan hebben we een indrukwekkende groei doorgemaakt. De chemiesector staat momenteel echter voor grote uitdagingen. De hoge energiekosten in Nederland drukken zwaar op de hele industrie, en dat voelen we ook hier. Voor veel partijen is het daarom een tijd om de koers te stabiliseren en bestaande activiteiten te versterken. We spreken dan ook meer van een fase van consolidatie, waarin bedrijven werken aan het behouden en versterken van wat er al staat.”
Lees ook op CFO.nl: Bernard van Oost (CFO van Aluchemie): “Er is een toekomst voor industrie in Europa, ook in Nederland.”
Terwijl circulaire chemie best ‘hot’ is.
“Klopt, circulaire chemie is volop in beweging. Tegelijkertijd is het voor veel startups en scale-ups nog een uitdaging om zich te meten met de lage prijzen van nieuwe plastics uit bijvoorbeeld China. We zien hier op de campus veel briljante mensen met sterke ideeën. Sommigen weten hun concept succesvol door te ontwikkelen, anderen lopen tegen hobbels aan, vaak op het vlak van financiering en opschaling. Het gaat dan niet om de kwaliteit van de ideeën, maar om de complexiteit van het traject van lab naar markt. Juist daarom is het zo belangrijk dat wij als campus een omgeving bieden waar zij die stap kunnen zetten, met de juiste netwerken en ondersteuning. Bijvoorbeeld door netwerken aan te bieden met venture capital en participatiemaatschappijen. In die zin zijn we ook veel meer dan een vastgoedbedrijf: we bieden een open innovatie community waarin bedrijven elkaar versterken, van elkaar leren en daardoor succesvoller worden. En als zij succesvol zijn, zijn wij dat ook.”
Hoe voeg jij als CFO waarde toe in die doelstellingen?
“Mijn rol als CFO is breed. Een van mijn opdrachten is de interne organisatie verder professionaliseren en processen efficiënter maken. In de afgelopen jaren lag de focus vooral op de buitenwereld, nu zetten we daarnaast ook stappen om onze interne structuur te versterken. Een solide businessmodel vraagt immers om sterke processen. Tegelijkertijd blijf ik me natuurlijk richten op het externe speelveld: het onderhouden van contacten met onze aandeelhouders, het verbinden van venture capital-partijen en de ROM’s (regionale ontwikkelingsmaatschappijen) met bedrijven op de campus, en het stimuleren van samenwerking en nieuwe financieringsmogelijkheden.”
Hoe ziet jouw finance-team eruit?
“Ik heb één manager finance, een accountingteam van zes mensen en drie controllers. We komen uit een fase waarin we maatwerk leverden aan de 130 bedrijven op de campus. Dat heeft ons veel inzicht en ervaring opgeleverd. Tegelijkertijd zien we dat we met meer gestroomlijnde en uniforme oplossingen nóg beter kunnen ondersteunen. Denk aan één, twee of drie duidelijke formats waarbinnen bedrijven hun weg kunnen vinden. Daarmee zorgen we voor helderheid, schaalbaarheid en kwaliteit, terwijl er nog steeds ruimte blijft om aan te sluiten bij de specifieke behoeften van onze partners.”
Hoe loopt de samenwerkng met de ander campussen van Brightlands? De Maastricht Health Campus, de Smart Services Campus en Greenport Venlo?
“De samenwerking met de andere Brightlands-campussen krijgt steeds meer vorm. We bundelen waar mogelijk de Smart Services, die voor ons allemaal van belang zijn, en verkennen samen hoe we synergie kunnen bereiken. Elke campus heeft daarbij een eigen, unieke focus: wij als grootste campus richten ons op circulaire chemie en materialen, terwijl de andere campussen hun eigen sterke accenten hebben in digitalisering, duurzame voeding en gezondheid. Juist die complementariteit maakt ons samen sterker. Wat ons bindt, is het gemeenschappelijke doel: de verdere ontwikkeling van Limburg als slimme innovatieve regio, gedragen door de aandeelhouders provincie en de universiteit, met telkens een private partner als mede-aandeelhouder.”
Lees nu ook op CFO.nl: Heleen Mees: “Alles wat in Europa nu als urgent wordt gezien, kan worden opgepakt door Nederlandse bedrijven.”
Waar staat de regio Limburg binnen de Nederlandse chemiewereld – en daarbuiten?
“De campus ligt letterlijk vijf kilometer van Duitsland en drie kilometer van België. Het is dus echt een grensregio, met mooie samenwerkingen. Je merkt wel dat Duitsland scheutiger is met het verlenen van overheidssteun aan dit soort private initiatieven dan Nederland. Dat maakt dat bedrijven soms kiezen voor een vestiging net over de grens. In het algemeen denk ik dat Europa het moeilijk heeft. In het geweld van Amerika en China staat Europa zwak. En dus Nederland ook. Dat geldt niet alleen voor de chemie, maar voor de hele industrie. We benutten nog onvoldoende wat Europa wél te bieden heeft: hoogwaardige kennis, innovatiekracht en een sterke duurzaamheidsagenda. Een deel van de uitdaging ligt in wet- en regelgeving: goede bedoelingen vertalen zich niet altijd in werkbare randvoorwaarden voor bedrijven. Daardoor wordt het belang van een sterke basisindustrie soms onderschat, terwijl die juist onmisbaar is voor onze welvaart én voor de verduurzaming die we met elkaar nastreven.”
Dat klinkt somber
“Gelukkig zijn er ook kansen. Het besef groeit in Nederland en Europa dat we meer zelfvoorzienend moeten worden en werken aan de strategische autonomie van Europa. Dat inzicht zien we terug op meerdere terreinen, zoals energie, grondstoffen en defensie.
Daarnaast zijn er bedrijven die nu bewust voor Nederland en onze campus kiezen, omdat ze het politieke en economische klimaat in Amerika te onzeker vinden. De geopolitieke onduidelijkheid in zowel Amerika als China maakt dan dat men liever hier investeert.”
Je bent nu drie maanden aan boord. Wat was de leukste verrassing?
“Ik vind het prettig om in een team te werken waar je direct onderdeel bent van de organisatie. Ik ben gewend aan grote organisaties met veel hiërarchische lagen, en dit is de eerste keer dat ik zo nauw betrokken ben bij alle processen en direct impact kan hebben.
Wat me verrast, is de enorme kennis, energie en drive die hier aanwezig zijn. De ambitie spat ervan af. Tegelijk merk ik dat er behoefte is aan meer rust in de organisatie en aan procesverbetering. Echt traditionele finance-onderwerpen worden hier door iedereen in de organisatie op waarde geschat. Dat is leuk.”
De wereld verandert. Onvoorspelbaar. Complex. Vol risico’s én kansen. Juist nu vraagt leiderschap méér dan alleen cijfers. Het vraagt visie. Lef. Kompas. Tijdens 𝗘𝘅𝗽𝗲𝗱𝗶𝘁𝗶𝗲 𝗖𝗙𝗢 gaat een selecte groep CFO’s het avontuur aan door een landschap vol onzekerheid. Geen standaard conferentie, een dag vol reflectie, strategische verdieping en inspiratie.