Diederik Zijderveld, CFO Albert Schweitzer ziekenhuis: “Wij weten aan welke knoppen je moet draaien als de financiële prestaties te wensen overlaten.”
In 2017 belandde het Albert Schweitzer in een financieel dal. Het rendement was zo laag dat de banken tegensputterden als het ziekenhuis geld wilde lenen. Daarom werd het herstelprogramma 'Gezond Vooruit' ingezet. Dat wierp z'n vruchten af. Diederik Zijderveld, CFO sinds mei 2020, ziet er op toe dat het ziekenhuis niet opnieuw in de financiële gevarenzonde belandt. Met succes. "Wij weten aan welke knoppen je moet draaien als de financiële prestaties te wensen overlaten."
- Het Albert Schweitzer ziekenhuis streeft ernaar de best mogelijke zorg te bieden aan alle mensen binnen het eigen verzorgingsgebied.
- Dat is niet eenvoudig: de vraag naar zorg neemt toe; in verhouding daarmee zijn er steeds minder mensen en middelen beschikbaar.
- Desondanks weet het Albert Schweitzer ziekenhuis goede zorg te leveren en tegelijkertijd jaarlijks een rendement van twee procent op de omzet te behalen.
- Dit lukt vooral doordat de hele organisatie doortrokken is van een collectief verantwoordelijkheidsgevoel, zegt CFO Diederik Zijderveld.
In de geest van naamgever Albert Schweitzer – de beroemde Nobelprijswinnaar voor wie het leven draaide om begrippen als begrippen als 'liefde', 'toewijding', 'medelijden', 'deelgenootschap' en 'solidariteit' – streeft het Albert Schweitzer ziekenhuis er naar om de best mogelijke gezondheidszorg te bieden aan de 300.000 mensen in en om Dordrecht die tot het eigen verzorgingsgebied behoren. Het is een zogenoemd topklinisch ziekenhuis. Dat wil zeggen dat het naast basiszorg ook gespecialiseerde, complexe zorg biedt – het voert bijvoorbeeld IAT’s (intra-arteriële trombectomie) uit, een geavanceerde behandeling voor patiënten met een acuut herseninfarct.
Het is daarmee breder georiënteerd dan gespecialiseerde ziekenhuizen – een bewuste keuze, in overeenstemming met de humane Schweitzeriaanse missie om 'uit eerbied voor het leven' (zoals Schweitzer het noemde) zo min mogelijk mensen uit te sluiten van zorg.
Hoewel het geen academisch ziekenhuis is, zijn er zijn allerlei opleidings-, onderwijs- en onderzoeksactiviteiten. Niet alleen zorgt het voor inclusie van patiënten voor onderzoek van academische ziekenhuizen, het verricht ook eigen onderzoek. Dat doet het hoewel het daarvoor – anders dan de academische ziekenhuizen – geen overheidsgeld krijgt. Soms springt de farmaceutische industrie bij, maar net soms financiert het Albert Schweitzer ziekenhuis onderzoek uit eigen middelen. Onderzoek naar prehabilitatie, bijvoorbeeld, dat erop gericht is om te zorgen dat mensen zo fit mogelijk een operatie in te laten gaan, waardoor ze de operatie beter doorstaan en een kortere hersteltijd hebben. "Bepaald geen onderzoek waar de industrie interesse in heeft", zegt Zijderveld.
Mooiste ziekenhuis van Nederland
Zijderveld is sinds 2020 CFO van het Albert Schweitzer ziekenhuis, na eerder onder andere te hebben gewerkt als vicevoorzitter van het College van Bestuur van Avans Hogeschool en in diverse directiefuncties bij onderzoeksinstituut TNO. Van huis uit is hij opgeleid als medisch bioloog en bestuurskundige.
Hij zou naar eigen zeggen niet zelf de boekhouding van het ziekenhuis kunnen doen, maar dat is geen bezwaar. "Ik heb gevoel voor cijfers. Ik weet aan welke knoppen je kunt draaien als de financiële prestaties te wensen overlaten. Ik bemoei me daarnaast graag met allerlei dossiers, en vraag mijn collega´s ook om zich met mijn dossiers te bemoeien. Velen weten meer dan één. En, het belangrijkste van alles, ik ben oprecht geïnteresseerd in wat mensen hier doen. Als je geen interesse hebt in de zorg, ben je hier niet op je plaats als CFO. Dan kun je nog zo'n goede financial zijn, je zult niet passen in de cultuur. Al helemaal niet als je iemand bent die sterk winstgericht is, zo heb ik ervaren. Ik geloof erin dat we in het ziekenhuis de best mogelijke zorg moeten bieden op een financieel gezonde manier en niet dat we nog-net-adequate zorg moeten bieden met een zo hoog mogelijk financieel rendement."
Het Albert Schweitzer ziekenhuis vindt Zijderveld het 'mooiste ziekenhuis' van Nederland'. Juist vanwege dat streven om iedereen in de regio die zorg nodig heeft met open armen te ontvangen, juist vanwege die nadruk op onderzoek, juist vanwege de aandacht voor 'de opleiding van de volgende generatie medisch specialisten', zoals hij het uitdrukt. Die schoonheid is alleen allerminst vanzelfsprekend.
Lees ook: "Kan de CFO de zorgsector redden?"
Uitdagingen in de zorg
Want de gezondheidszorg staat onder druk, en het Albert Schweitzer ziekenhuis is bepaald geen uitzondering op deze regel. Zijderveld somt de belangrijkste 'uitdagingen' op. In de eerste plaats de vergrijzing. Mensen worden steeds ouder, en dat leidt tot een toenemende vraag naar zorg. Een toename die wordt vergroot doordat veel mensen er een ongezonde levensstijl op na houden. "En bovendien kunnen we steeds meer behandelen, wat ook bijdraagt tot een toename van de vraag", aldus Zijderveld.
Die stijgende vraag door deze drie trends is niet bij te benen voor zorgaanbieders. Daarvoor ontbreekt het geld: de zorgkosten stijgen al jaren sneller dan het bruto nationaal product, en dat kan niet eindeloos doorgaan. Ook kampt de sector met personeelstekorten, en dat zal de komende jaren vermoedelijk zo blijven. En die tekorten leiden al snel tot nog hogere kosten – 'zeker als de trend onder medische personeel om zich als ZZP'er via een detacheringbureau in te laten huren doorzet'.
Het zijn allemaal ontwikkelingen waar het Albert Schweitzer ziekenhuis dagelijks mee wordt geconfronteerd. En zelf niet altijd iets aan kan doen. Het ziekenhuis heeft ervoor gekozen om jaarlijks een rendement van 2 procent op de omzet te willen behalen, om de continuïteit te waarborgen zodat het 'de beste zorg voor alle mensen in ons verzorgingsgebied kan bieden', zoals Zijderveld het verwoordt.
Vooral de zorg anders organiseren
Dit betekent dat er nogal eens 'aan de juiste knoppen' moet worden gedraaid. In de eerste plaats – en vooral – door te streven naar manieren om de zorgvraag toch maar te beteugelen. Zo is het tegenwoordig niet uitzonderlijk om met oudere patiënten diepgaande en vaak beladen gesprekken over zorgplanning op basis van de kwaliteit van hun leven te voeren, in plaats van ze alleen behandelopties voor te leggen – waarbij de patiënt uiteraard beslist of hij die operatie of andere medische ingrepen toch wil ondergaan. Dat leidt tot een betere kwaliteit van zorg en ook tot minder zorgkosten. Ook standaardisering kan bijdragen aan minder kosten en aan 'het beste voor zoveel mogelijk mensen' , hoewel dat soms ten koste kan gaan van 'het individu'. Zo worden allerlei brochures niet meer gedrukt, maar via digitale kanalen verspreid, ook al zullen digibeten daar niet blij mee zijn.
Een andere manier om de zorgvraag te beteugelen en tegelijkertijd zorgkosten te besparen is bijvoorbeeld wanneer de zorg 'buiten het ziekenhuis wordt geplaatst', zoals Zijderveld het noemt: "We monitoren veel patiënten op afstand. Hierdoor hoeven bepaalde patiënten helemaal niet meer naar het ziekenhuis komen en worden andere patiënten eerder gezien wanneer er signalen zijn dat er meer zorg nodig is. Zo kan er worden bespaard op poliklinische en klinische capaciteit en worden bedden in het ziekenhuis vrijgehouden voor de patiënten die daar het meeste baat bij hebben."
Tot slot geeft Zijderveld hoog op van samenwerking tussen ziekenhuizen, zoals gebeurt in het netwerk mProve waar het Albert Schweitzer ziekenhuis deel van uitmaakt. Zijderveld noemt het delen van gegevens voor onderzoeksdoeleinden om betere én kostenefficiëntere zorg te kunnen bieden. "Zoals tijdens de coronacrisis is gebeurd, toen de ziekenhuizen overvol raakten. Toen hebben de longartsen met elkaar data gedeeld over het ziekteverloop van mensen. Hierdoor hebben we snel veel patiënten thuis zuurstofondersteuning kunnen bieden, zonder dat ze in het ziekenhuis hoefden te blijven. Ook konden we veel patiënten rechtstreeks van de Eerste Hulp met zuurstofondersteuning naar huis sturen; dit scheelde gemiddeld vijf ligdagen per patiënt en voorkwam dat het ziekenhuis echt overstroomde."
Collectief verantwoordelijkheidsgevoel
In 2017 belandde het Albert Schweitzer ziekenhuis in een financieel dal. Tegenwoordig lukt het om de best mogelijke zorg voor zoveel mogelijk mensen te bieden en toch een rendement van 2 procent te realiseren, zegt Zijderveld. Dat lukt door samen aan de genoemde 'knoppen te draaien' en allerlei maatregelen te nemen die belangrijk zijn voor de financiële gezondheid van de organisatie.
De belangrijkste knop is daarbij de cultuur binnen het ziekenhuis. Hij en zijn financieel directeur Ramara Muilwijk benadrukken voortdurend het belang van een gezonde bedrijfsvoering en dat iedereen daar in het ziekenhuis verantwoordelijk voor is. Daarvan is iedereen nu wel doordrongen, 'zodat niet alle beslissingen over uitgaven naar boven worden verlegd en wij als enige verantwoordelijk zijn voor het binnen de perken houden van de uitgaven. Dat is namelijk een doodlopende weg'. Zijderveld spreekt van een heel mooi 'collectief verantwoordelijkheidsgevoel' binnen het ziekenhuis, ook voor hoe het financieel gaat. Niet in de zin dat iedereen per se kosten wil besparen, wel in de zin dat mensen het beschikbare geld zo goed mogelijk willen besteden en breder kijken dan alleen de eigen afdeling. "Wanneer een bedrijfsleider zijn of haar budget bijvoorbeeld dreigt te overschrijden, zijn collega's bereid om ruimte in hun budget te zoeken om te hulp te springen."