Dienstverlening banken aan MKB bij afsluiten rentederivaten voor verbetering vatbaar

De dienstverlening van sommige banken aan het professionele midden- en kleinbedrijf (MKB) bij het afsluiten van rentederivaten is voor verbetering vatbaar. Dat blijkt uit een verkennend onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) naar het dienstverleningsproces van de belangrijkste aanbieders in Nederland.

Voor MKB-ondernemingen is het naar mening van de AFM bij uitstek van belang dat zij kunnen rekenen op een adequate dienstverlening op het gebied van rentederivaten. MKB ondernemingen vormen een kwetsbare groep vanwege de vaak relatief beperkte financiële middelen en gebrek aan kennis en ervaring met rentederivaten.Daarnaast kunnen MKB-ondernemingen drempels ervaren om bijstand in te roepen, bijvoorbeeld vanwege kosten of de vrees dat dit de relatie met de bank zou schaden. De AFM heeft niet onderzocht in hoeverre de afgesloten producten passend zijn voor de betreffende cliënten.De AFM heeft in haar onderzoek de banken met een bankvergunning in Nederland betrokken die op het gebied van rentederivaten dienstverlening aan semipublieke instellingen en het MKB als de voornaamste aanbieders kunnen worden beschouwd.Onduidelijkheid over adviesDe AFM constateert dat sommige banken hun cliënten niet altijd voldoende duidelijk maken dat zij bij het aanbieden van rentederivaten geen advies geven. Dit terwijl ze in de regel vaak tegelijkertijd wel adviseren over andere bankproducten. De meeste banken boden in de onderzochte periode rentederivaten aan op basis van execution only dienstverlening. Wanneer een bank advies geeft, geldt een zwaardere zorgplicht. Banken moeten daarom helder zijn over welke dienstverlening zij leveren.Verwarring over de aard van de dienstverlening kan ongewenste risico’s opleveren. De cliënt ziet het verschil tussen beide vormen van dienstverlening vaak niet, waardoor hij de perceptie kan hebben dat hij advies kreeg over rentederivaten. Het moet voor de cliënt heel duidelijk zijn dat de bank hem niet over het rentederivaat adviseert, zodat hij zich bewuster is van zijn eigen verantwoordelijkheden.Onevenwichtige informatieverstrekking, cliëntclassificatie en dossiervormingDe AFM heeft gezien dat de informatieverstrekking over rentederivaten vaak een te gunstig beeld geeft van de verwachtingen. Negatieve scenario’s blijven onderbelicht. Cliënten kunnen daardoor onverwacht met tegenvallers worden geconfronteerd, bijvoorbeeld wanneer een derivaat met negatieve marktwaarde voor het einde van de looptijd wordt beëindigd.Banken informeren hun MKB-cliënten daarnaast vaak onvoldoende of zij als professioneel of als niet-professioneel worden geclassificeerd en welke consequenties dit voor hen heeft. Deze informatie is belangrijk omdat de zorgplicht van banken voor professionele cliënten beperkter is dan voor niet-professionele cliënten.Uit het onderzoek is ook gebleken dat de dossiervorming door banken te wensen over laat. In de dossiers ontbrak vaak een goede periodieke herziening van de cliëntrelatie. Daarnaast ontbraken vaak gespreksverslagen waaruit de gang van zaken rond het tot stand komen van de transactie kan worden gereconstrueerd. Ook was niet goed vast te stellen of (en hoe) banken hebben beoordeeld of de dienstverlening passend was.VervolgonderzoekIn de tweede helft van 2013 doet de AFM aanvullend onderzoek naar de dienstverlening van banken aan het MKB met betrekking tot rentederivaten. Een aantal banken heeft stappen ter verbetering aangekondigd. De AFM zal deze veranderingen nauwlettend volgen en met de sector in gesprek gaan over de gewenste dienstverlening. Ook inventariseert de AFM in hoeverre er andere problemen spelen bij de financiële dienstverlening aan het MKB. Via het emailadres mkb@afm.nl kunnen signalen aan de AFM worden doorgegeven.Semipublieke instellingenOok bij semipublieke instellingen zijn risico’s geconstateerd en is de dienstverlening bij het afsluiten van rentederivaten voor verbetering vatbaar. De AFM heeft bij dit segment onder meer geconstateerd dat de aard van de dienstverlening niet altijd duidelijk is, wat meestal pas bij een adviesbehoefte gedurende de looptijd blijkt. Ook vindt de AFM dat de informatieverstrekking over de producten onevenwichtig is geweest.Nieuwe regelgeving vanuit de overheid moet ervoor zorgen dat semipublieke instellingen in de toekomst rentederivaten uitsluitend op een passende en verantwoorde manier inzetten. Ook hebben banken in veel gevallen hun beleid voor deze cliëntgroepen aangepast. Mede vanwege de nieuwe regelgeving en het aangepaste beleid heeft de AFM er voor gekozen om de dienstverlening aan semipublieke instellingen niet in haar vervolgonderzoek te betrekken. Risico’s die voortkomen uit in het verleden afgesloten rentederivaten blijven echter een belangrijk aandachtspunt.Bron: AFM