ESG maakt het onzichtbare zichtbaar

Hoe leert de CFO spreken in the green language?

Tijdens alweer een inspirerende CFO Day nam Daniel Poolen, Director Sustainable Capital Markets van Rabobank ons mee in wat hij noemt ‘The Green Language’ die bedrijven en instellingen uiteindelijk nagenoeg allemaal moeten leren spreken. Want ‘Green is becoming compliance’. Of je het nou wil of niet, uiteindelijk is er geen escape.

Hij serveert het gezelschap een viertal onomkeerbare trends:

  • Er is geen discussie meer mogelijk; aan de basis liggen wetenschappelijke data
  • Er is niet alleen meer data, maar ook veel meer transparantie over die data
  • Klimaatrisico’s eisen hun plaats in kredietbeoordeling naast financiële risico’s
  • De beoordeling strekt zich ook uit naar de supply chain effecten

EU Taxonomie
Daniel gaat in op wat ‘Green’ nu eigenlijk inhoudt en zoomt daarvoor in op ‘The Green Deal’ van de EU, met onder meer instrumenten voor ‘financing the transition’. Voor de beoordeling van toegang tot fondsen is er sinds 1 januari 2022 de EU Taxonomie, een geheel van criteria aan de hand waarvan kan worden bepaald hoe goed je eigenlijk bezig bent. Na drempels voor omzet en capex niveau’s, wordt er gescoord op een zestal milieudoelen en aanvullende technische criteria. Als hulpmiddel is er een ´stappenpad´ dat in samenhang richting geeft.

De eerste vraag is er al voor de presentatie goed en wel klaar is. Het ‘mappen’ is in de praktijk erg lastig, vindt een CFO van een ingenieursbureau. Het is nogal zoeken. Poolen beaamt dat. Het instrumentarium is vooral aan de orde voor de grootste vervuilers en ´work in progress´. Een andere CFO brengt in dat het allemaal niet zo spannend is als je geen financiering nodig hebt. Wel is het zo dat een slechte score vooral een negatieve uitstraling geeft. Hoe dan ook moet je ermee aan de bak.

Een deelnemende CFO wil graag weten of die stappen ook allemaal in de geschetste volgorde moeten en even zwaar wegen voor iedereen en illustreert dat met de ‘do no significant harm’ norm die voor een chemical company wezenlijk anders is dan voor zijn eigen organisatie. Poolen antwoordt dat het zeker nu nog op maatwerk en logica aankomt. Om je omzet significant te vergroenen zul je vaak eerst moeten investeren en dus is er eerst capex en dan pas groene omzet. Poolen geeft aan de ‘Groen’ in ieder geval de nieuwe standaard is en dat het moet en zal evolueren naarmate we allemaal leren.

Compliance
Desgevraagd vanuit het gezelschap geeft Poolen aan dat de EU Taxonomie in eerste instantie grote, veelal beursgenoteerde organisaties met een financieringsvraag treft, maar dat het niet lang duurt voor kleinere organisaties en zelfs MKB er in enige vorm mee te maken krijgen. Wel benadrukt hij dat het echt niet alleen maar lasten zijn. Er zijn lusten in de vorm van subsidies, rentekorting, belastingvoordelen en aanverwante. Hij geeft aan dat het net zich uiteindelijk zal sluiten. Wet- en regelgeving zal toenemen en daarmee compliance. Voor de interne communicatie heeft hij wel een paar ‘must do’s’ voor het gezelschap:

  • Get people & data ready in time
  • Build a clear and sustainable strategy
  • Build the awareness that green is the future license to operate

Een van de tafelgasten wil weten of Europa en dus Nederland niet te ver voor de muziek uitloopt en het braafste jongetje van de klas is. Met effecten op een level playing field. Buiten Europa gebeurt er van alles maar op basis van andere taxonomieën. Poolen beaamt dat de EU wel het verst is, maar benadrukt dat men buiten Europa niet anders kan dan volgen. Inderdaad is dat voor internationaal opererende organisaties een complicerende factor. Voorzitter Willem van Oosten wil graag van het gezelschap weten wie er al echt met de EU Taxonomie bezig is. Dat blijkt nog zeer beperkt, wel is men op eigen initiatief wel met uiteenlopende CSR-maatregelen bezig. Een CFO geeft aan dat het wat ‘pionieren’ is maar dat je je niet kunt permitteren te wachten; voor je het weet is het 2030. Diverse aanwezigen merken ook op dat opdrachtgevers er dwingender in worden. Niets doen is dus geen keuze. Veelal is er druk uit de publieke opinie en melden activistische groepen zich aan de poort.

Worsteling met oude denken
Al met al is het nog bar lastig om het allemaal goed te definiëren, meldt een CFO, en dat leidt tot veel discussie. Het heeft zijn organisatie doen besluiten deze non-financials toch nadrukkelijk in het financiële domein onder te brengen. Je op dit onderwerp goed kunnen verantwoorden is immers een ‘accounting’ rol, zij het geen financiële. Veel andere aanwezigen beamen dit.
Bij een van de deelnemers, afkomstig van een van onze grootste ondernemingen, is het al langer opgenomen in de reguliere planning & controlcyclus. Wel constateert hij het gevaar van een grote toename van reporting formats, wat de eenduidigheid en de transparantie niet ten goede komt. Een van de CFO’s merkt op dat het lastig is de lijn op dit punt te disciplineren, en vooral bij technici is er de neiging normen vooral inhoudelijk ter discussie te stellen. Een ‘whats’s in it for me’ kan helpen maar het blijft bij veel van de deelnemende organisaties een worsteling met het ‘oude’ denken.
Een CFO merkt op dat vreemde ogen dwingen en dat meer aandacht vanuit de accountant nog wel eens wil helpen. Het gezelschap is het met elkaar eens dat het geen verdienmodel voor de accountants mag/moet worden. Ter illustratie wordt opgemerkt dat een van de Big Four kantoren er wereldwijd al 100.000 medewerkers voor heeft geworven.

Een van de CFO’s worstelt op dit punt vaker met de vooral extrinsieke motivatie van de lijn. Dat lijdt tot wat nonchalance op inhoud en tempo van de transitie. Het is al gauw goed genoeg en ‘we zijn toch bezig’. Een van de deelnemers, actief in de internationale bakkerijwereld, merkt op dat het vaak ook over niet materiele nitty grittty gaat en dus veelal ook spijkers op laag water zoeken is in de verantwoording en daaropvolgende accountantscontrole. Daar maak je in het primaire proces geen vrienden mee. Hij ziet graag aandacht voor het verloop van de goederenbeweging en stelt ook dat de samenwerking in de keten steeds belangrijker wordt.    

Intrinsieke motivatie
De voorzitter adresseert de CFO van een energieopwekker die echter aangeeft niet over de assets te beschikken en dus geen financieringsvraag onder EU Taxonomie verwacht. Wel geeft ze aan dat een duurzaam imago enorm helpt bij het werven van zowel medewerker als klanten. Intrinsieke motivatie om duurzaam bezig te zijn is daarmee een belangrijke succesfactor.
Er wordt opgemerkt dat niet alleen medewerkers maar ook kennis schaars is. Dat leidt tot veel definitiekwesties. Wanneer is bijvoorbeeld iets ‘gezonde’ voeding. Er is geen bruikbaar en actueel referentiekader want dat moet eerst evolueren. De vragensteller vraagt zich af wat dan de waarde van rapporten is. Een CFO uit de agribusiness merkt op dat vooral de kennis bij ‘instanties’ nogal te wensen overlaat. Dat helpt niet bepaald bij het ontwikkelen van duidelijke en eenduidige normen. De CFO van een kantoorinrichter merkt op dat bijvoorbeeld de aanduiding ‘recycled’ in alle 17 landen waar ze actief zijn een andere norm heeft.

Poolen geeft aan dat het weliswaar zaak is er tijdig mee bezig te zijn maar niet alles ineens in het spotlight staat. Er is nu een focus op emissie onder Scope 3 omdat daar de grootste stappen kunnen worden gezet. Er zijn ook alle specifieke maatregelen zoals die voor verpakking. Het is veelal een iteratief proces; door er mee aan de gang te gaan ontwikkelt het zich.

Cost of compliance
Een deelnemer wil weten wanneer het de verwachting is dat het echt ‘moet’ omdat voor kleinere organisaties de cost of compliance een hoge zal zijn. De deelnemers zijn het erover een dat ongeacht de omvang van een organisatie met name de intrinsieke motivatie om er meer aan de slag te gaan het verschil zal maken. Omdat het daarbij over cultuur gaat vraagt dat tijd. De CFO van het ingenieursbureau merkt op dat ook markttucht gaat helpen. Zowel in de supply chain als op de arbeidsmarkt kom je buiten spel te staan.

We geraken tegen het einde van de sessie en de voorzitter haalt nog twee vragen op die je van CFO’s mag verwachten. De eerste gaat over het op een juiste manier vastleggen en onderhouden van data. Hij bemerkt dat in het primaire proces data een ander leven leiden en het met zich meebrengt dat je data gecompromitteerd raken. Waarborgen zijn een must maar veelal worden die als storend ervaren.
Geen gek idee om het onderdeel van de reguliere p&c cyclus uit te laten maken, maar hoe koppel je dan data. Een ander merkt op dat ook op dit punt data science een belangrijke rol heeft maar dat het vaak zoeken is waar zo’n afdeling op te hangen. Omdat finance overal wel iets mee van doen heeft kan het niet overal verantwoordelijk voor zijn. Wel komt het algauw bij finance terecht.
Een CFO uit de transportsector merkt op de het ook hierbij op GRC aankomt. Met name de ‘G’ behoeft een goede borging om niet voortdurend achter de ‘c’ aan te moeten. Het is immers ook een mentaliteitskwestie.
De laatste vraag van de sessie gaat over de gebruikte administratieve systemen en of die hier wel voldoende op zijn ingericht. Deelnemers zijn het erover een dat het vooral op de kwaliteit van data warehouses aankomt in combinatie met de IT Governance die ook borgt dat ook ESG-data juist, volledig, tijdig en vooral veilig worden opgeslagen.

Precies op tijd hamert de voorzitter de sessie af en bedankt inleider en deelnemers voor een geslaagde Round Table.

Gerelateerde artikelen