Europese CFO’s vrezen gevolgen Brexit
Dit zijn enkele resultaten van CFO Survey Europe, uitgevoerd door TIAS School for Business and Society (Tilburg) en Duke University (North Carolina, VS).
Gematigd optimisme
Onder de Europese financieel directeuren heerst er nog steeds een gematigd optimisme over de economische vooruitzichten. In het tweede kwartaal van 2016 is het aantal positief gestemde CFO’s (33%) weliswaar toegenomen ten opzichte van vorig kwartaal (18%), het gemiddelde optimisme peil blijft echter steken op 55 (gemeten op een schaal van 100). Ook het financiële vertrouwen in het eigen bedrijf zet de trend van vorig kwartaal voort met slechts een derde van de financieel directeuren gunstiger gestemd voor de komende twaalf maanden.
Productiviteit opschroeven
Ofschoon de economische onzekerheid momenteel nog de overhand heeft, zijn bedrijven wel voornemens om de productiviteit in het komend jaar op te schroeven met gemiddeld 11%. Tevens anticipeert men op herstel in werkgelegenheid. Zo wordt er, in tegenstelling tot voorgaand kwartaal met 0% groei, voor de komende twaalf maanden op een stijging van 6% gerekend in het aantal vaste contracten. Tevens wijzen de Europese CFO’s op een aanzienlijke verbetering in de tijdelijke contracten waarbij de daling tijdens het eerste kwartaal nu omslaat naar een groei van gemiddeld 3%. Met een verwachte groei van maar liefst 11% kan uitbesteding van werk (outsourcing) weleens voor de grootste positieve verrassing zorgen in de komende twaalf maanden.
Politieke onzekerheid zorgt voor terughoudendheid
De kans op een ‘Brexit’ moet niet worden onderschat. Het sobere optimisme onder de financiële bestuurders is dan ook voornamelijk toe te dichten aan het huidige politieke klimaat. Zo maken bedrijven zich niet alleen zorgen om overheidsbeleid en –regelgeving maar hebben zij bijvoorbeeld ook weinig vertrouwen in het huidige (gebrekkig) functioneren van de overheid. Op het ogenblik zorgt dergelijke politieke onzekerheid er dan ook voor dat ruim 60% van de bedrijven terughoudender is met hun bedrijfsuitgaven en ruim een derde zich nog eens extra beraadt over de acquisitieplannen.
De grootste factor die momenteel voor onzekerheid zorgt, komt natuurlijk vanuit Groot-Brittannië waar men binnenkort via een referendum over het lot van het land zal beslissen. De kans op uittreding van Groot-Brittannië uit de EU wordt geschat op gemiddeld 42%, waarbij meer dan 40% van de Europese CFO’s deze kans zelfs op 50% of meer inschat. “Mocht Groot-Brittannië daadwerkelijk haar lidmaatschap opgeven dan wordt daarmee een zodanig precedent gecreëerd dat deze mogelijk tot vergelijkbare referenda in andere EU-lidstaten zal leiden. Daarmee zullen de eenheid en het voortbestaan van het Europese project zwaar op de proef worden gesteld”, zegt Kees Koedijk, directeur en decaan van TIAS. Ruim drie kwart van de Europese CFO’s is het hier mee eens.
Ondanks de reële mogelijkheid van een Brexit, zegt een ruime meerderheid van de bestuurders (78%) dat het behoud van het EU-lidmaatschap niet alleen van groot belang is voor ondernemingen in Groot-Brittannië zelf maar juist ook in de rest van de Europese Unie. Zo zegt 26% van de ondervraagden dat een daadwerkelijke Brexit negatieve gevolgen zal hebben voor de financiële prestaties van hun bedrijf.