EU-vrouwenquotum voor bedrijven stelt Nederlands doel scherper
Van de raden van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven moet straks 40 procent vrouw zijn. Of ten minste 33 procent van de commissarissen én de leden van de raad van bestuur, hebben onderhandelaars van de EU-landen en het Europees Parlement afgesproken. Bedrijven die dat niet halen, moeten vrezen voor strafmaatregelen.
Het principe-akkoord, dat nog wel de goedkeuring van het voltallige parlement en de lidstaten vergt, moet het glazen plafond in het bedrijfsleven doorbreken. De regels werden jarenlang tegengehouden door landen als Duitsland en Nederland. Maar Nederland ging zelf enige tijd geleden al om: sinds de jaarwisseling moet een van elke drie commissarissen van grote bedrijven vrouw zijn.
Het quotum gaat niet alleen voor vrouwen gelden, maar ook voor mannen als juist zij ondervertegenwoordigd zijn. Maar dat is een stuk zeldzamer. Afgelopen najaar was nog maar amper drie van de tien bestuurders van grote bedrijven in de Europese Unie vrouw, en in bijvoorbeeld Cyprus nauwelijks een op de twaalf. Nog lang niet alle EU-landen hebben regels opgesteld om dat aandeel te vergroten.
De nieuwe regels moeten over twee jaar ingaan. Nederland krijgt twee jaar langer de tijd om het doel te halen, omdat het zelf al aan de slag was en inmiddels ook al een eind op streek.
Bedrijven die niet meewerken hangt straf boven het hoofd. De lidstaat in kwestie kan bijvoorbeeld boetes opleggen of de benoeming van een man blokkeren tot er genoeg vrouwen zijn gevonden.
Voorvechters als PvdA-Europarlementariër Lara Wolters, die namens het parlement onderhandelde, hopen dat er eindelijk meer vrouwen in de bestuurskamer belanden wanneer er meer vrouwelijke commissarissen komen. Zij zijn minder geneigd om weer een man te kiezen, en de mannen om hen heen wennen eraan en verbreden hun blik, denken ze. Hard nodig, en niet alleen omdat dat eerlijker is, zegt Wolters. "We weten dat meer diversiteit in bestuurskamers bijdraagt tot betere besluitvorming en resultaten."