FM Dag 2024: Orakels bieden Finance professionals houvast in onzekere tijden
“Het zijn onzekere tijden, iedereen is op zoek naar antwoorden, inzichten en adviezen. Wij kunnen dus allemaal wel een orakel gebruiken”. Zo leidde dagvoorzitter en CFO Community Manager Amber Overbosch de jaarlijkse FM Dag in. Ruim 20 deskundigen – historici, filosofen, juristen, bedrijfseconomen en andere experts waren – samen met meer dan 250 financials en CFO’s – bijeengekomen in ’t Spant in Bussum. In verschillende sessies vervulden ze met en voor elkaar de rol van orakel.
De dag begon met historicus Jona Lendering die de toegestroomde aanwezigen een uitgebreide inleiding gaf over de het klassieke Orakel in de context van andere vormen van ‘futurologie in de oudheid’. Opmerkelijk is dat de meeste vragen aan orakels destijds heel praktisch waren, in de trant van ‘is het een goed idee daar een kolonie te stichten?’, ‘zal ik ten strijde trekken tegen dat rijk’ en ‘heeft mijn buurman mijn mantel gestolen’?
- De toekomst exact voorspellen kan niet, toch kunnen bedrijven wel toekomstbestendiger worden.
- Daarvoor moet de kwaliteit van informatie omhoog.
- Dat kan door betere vragen te stellen, vooral meer Socratische vragen.
- Ook kan informatie zo worden opgeslagen dat deze makkelijker terug te vinden is.
Tijdens Lenderings presentatie kwam een groot aantal Griekse zieners, droomduiders, dobbelaars en wichelroedelopers voorbij. Allemaal charlatans, aldus de historicus. Al waren er eerder, in Babylonië, ook serieuze futurologen die op basis van opgedane astronomische kennis, overstromingen en andere natuurrampen konden voorspellen. Hun hypotheses werden ook getoetst – en voorspellingen die niet klopten werden bijgehouden in een apart boek, het Enuma Anv Enlil.
FM Dag 2024 | @Spant!, Bussum | Beeld: Elisa Smook Photography | Voor Sijthoff Media | 2024
Socratische vragen
‘Orde 1-vragen’, zo omschrijft ‘praktisch filosoof’ Puck van Dijk, die als tweede spreker het stokje overnam van Lendering, vragen naar het ‘wie, wat, waar, wanneer, hoe of waarom’. Niet te verwarren met de ‘Orde 2-vragen’, oftewel ‘waarom-vragen’. Vragen om mee ‘in de bodem te wroeten’ zoals Van Dijk het noemt. Vragen om achter iemands waarden, principes en overtuigingen te komen. Vragen om zaken ‘af te pellen’ en problemen ‘bloot te leggen’. De ‘waarom vragen’ zoals de Griekse filosoof Socrates ze vaak stelde, zijn vooral bedoeld om mensen tot denken aan te zetten. Socrates werd er beroemd mee. En gehaat. Zelfs zo gehaat dat hij een beker met dodelijk gif moest leegdrinken omdat hij, volgens de Atheense rechtbank, de jeugd zou bederven. Helemaal verrassend is die weerzin tegen de Socratische methode niet, want echte ‘waarom vragen’, ‘Socratische vragen’ tasten zekerheden aan.
Mensen zijn sowieso ook bepaald niet goed in het stellen van echte vragen, aldus Van Dijk. Maar al te vaak denken we zelf dat we vragen stellen, terwijl we eigenlijk ons eigen verhaal willen vertellen. We schieten dan in de ‘ik-reflex’, de ‘advies-reflex‘, of de ‘hulp-reflex‘: “Als iemand die net ergens is gaan werken laat doorschemeren het moeilijk te hebben, dan gaan we daar vaak overheen, bijvoorbeeld met ons eigen verhaal over hoe wij het ergens de eerste dagen ‘ook heel lastig hadden’. Of we geven meteen advies wat hij of zij kan doen, zonder ons te verdiepen in de situatie van de ander, zonder iets te vragen. Of we bieden – ongevraagd – aan om iemand in te schakelen die de ander ‘heel goed kan helpen’.”
Deze reflex om niet te vragen is niet per se verkeerd volgens de filosoof. Iemand in een levensbedreigende situatie is vaak meer gediend bij hulp dan bij een Socratisch vraaggesprek. Toch kan het in minder acute situaties goed zijn om ook eens een ‘waarom-vraag’ te stellen, zeker in je eigen organisatie. Hoe lastig het ook is.
“Toon eens oprechte belangstelling. Vraag vooral door. Wees je bewust van je eigen vooroordelen”, adviseert Van Dijk. Waarom? “Omdat het vroeg of laat mis gaat met je organisatie als Socratische vragen niet regelmatig worden gesteld”, is het antwoord van Van Dijk op deze ‘waarom vraag’.
7 drogredeneringen en morele moed
Die aanbeveling voor Socratische vragen klinkt na tijdens de presentatie ‘Morele moed in tijden van dilemma’s’ van Jurjen Bouwens, Expert financiële directievoering van HOFAM en advocaat Theo Quaijtaal van AK Advocaten. Beiden zijn het geregistreerde forensisch auditors, die bevoegd zijn om fraudeonderzoek te doen. Fraudeurs, zo weten zij, verzinnen allerlei drogredenen om krom te praten wat recht is, fraude te vergoeilijken en ‘weg te rationaliseren’, aldus Bouwens en Quaijtaal. ‘Morele zelfontkoppeling’, noemt Albert Bandura het in een gelijknamig boek.
Er zijn acht manieren om dit te doen: 1) zelfrechtvaardiging (een directeur van een woningbouwvereniging die in een Maserati rondrijdt omdat hij zogenaamd zo toegewijd is aan zijn werk), 2) eufemistisch taalgebruik om de realiteit te verhullen (terroristen aanduiden als ‘vrijheidsstrijders’ (en vice versa), niet spreken van onschuldige burgers die sterven maar van ‘nevenschade’, termen als ‘zijn carrière elders voortzetten’ in plaats van ‘ontslagen worden’), 3) de gunstige vergelijking (‘ja, wij verkochten woekerpolissen, maar die van de concurrent waren veel erger’), 4) het verleggen en verwateren van verantwoordelijkheden (‘Befehl ist Befehl’ en ‘ik was maar een kleine schakel in een groter geheel’), 5) ontmenselijking van slachtoffers (klanten als ‘muppets’ aanduiden, zoals Goldman Sachs deed), 6) de schuld bij het slachtoffer leggen (‘had ze maar geen kort rokje moeten dragen’) en 7) het bagatelliseren, ontkennen of vertekenen van de gevolgen van een wandaad (‘de schade die het bedrijf door onze fraude heeft geleden viel mee’).
Zoals morele zelfontkoppeling kan leiden tot fraude en ander laakbaar gedrag, zo kan morele moed dit tegengaan. Dat wil zeggen: de moed om moreel te handelen, ondanks de aanwezigheid van gevaar. Het gaat niet alleen om moreel denken, maar ook om het omzetten van dat denken in actie. Zeker van CFO’s mag worden verwacht de moed te hebben om lastige kwesties aan te kaarten, impopulaire maatregelen te nemen en gevoelige zaken te agenderen. Sterker nog, het behoort tot hun takenpakket: ze worden geacht om de integriteitscultuur in hun organisatie te bewaken en om zelf moreel voorbeeldgedrag te vertonen.
Heb als CFO dus vooral ook de moed om vragen te stellen à la Socrates. En probeer een klimaat te scheppen waarin medewerkers zich vrij voelen om dit soort vragen te stellen: ‘Waarom’ vinden we het belangrijk dat mensen in ons bedrijf zich ethisch verantwoord gedragen? Is dat uit principe of omdat onethisch gedrag nadelig kan uitpakken voor het bedrijf en ten koste gaan van de winst? Wat verstaan we onder ethisch verantwoord gedrag? Valt dit te rijmen met een directeur die rondrijdt in een Maserati die betaald is door mensen die zelf elke maand het geld bij elkaar moeten schrapen om de huur te kunnen betalen?
AI orakelt
Tijdens andere sessies op FM Dag gaat het meer over Orde-1 vragen en keert het overkoepelende thema van de dag – voorspellen, zoals de oude orakels probeerden – weer terug.
Tijdens de sessie ‘Hoe kan ik AI zinvol toepassen in Finance?’ gaat Wiemer van der Veur (Head of Education en docent van Nxt Phase AI) komen Van Dijks ‘Orde 1’ en ‘Orde 2’ vragen’ even samen. AI is niet echt sterk in beantwoorden van ‘waarom-vragen’ en andere Orde 2-vragen: “Als je een chatbot een Socratische vraag stelt, krijg je meestal geen coherent antwoord.” Maar heel gerichte vragen zijn AI op het virtuele lijf geschreven. Van der Veur geeft een voorbeeld uit de coronatijd waarin AI prima van pas komt: als er 30 mensen in de winkel staan, moet er een rood lampje gaan branden om aan te geven dat er even niemand bij kan. Makkelijk te programmeren, en scheelt een medewerker en het werk wordt nauwkeurig uitgevoerd.
De nieuwste ‘generatieve AI’ kan veel meer dan dit. Interactieve programma’s zoals ChatGPT en Google Gemini kunnen, onder andere, teksten en getallen lezen, samenvatten, interpreteren en – als een kunstmatig intelligent Orakel – zaken voorspellen. Maar ook hiervoor geldt: houd de opdrachten simpel. “Alsof je een stagiair instructies geeft”, zegt Van der Veur: “Wees expliciet, veronderstel geen voorkennis, maak duidelijk wat je verwacht.”
Financials kunnen nu al gebruikmaken van generatieve AI, bijvoorbeeld in programma’s zoals Excel om snel diagrammen te maken of cijfermatig onderbouwde toekomstscenario’s te bouwen. Kan handig zijn, al is het advies wel om goed te controleren of er geen rare uitkomsten tussen zitten, want ook AI heeft nogal eens de neiging om te ‘hallucineren’, dat wil zeggen: onzin te verkopen. Overigens verschilt AI daarin weinig van het klassieke orakels.
Donder en bliksem
Het ‘moderne orakel’ dat tijdens de FM Dag geraadpleegd kan worden door bezoekers, houdt, de bezoekers, net zoals het klassieke orakel een spiegel voor. Niet geheel toevallig houdt het orakel van FM Dag zich schuil achter een spiegel. En net zoals het klassieke orakel geeft het cryptische antwoorden op de vragen die mensen stellen.
“Ik ben recent gestopt met werken, om na te denken over wat ik nu echt wil gaan doen? Hoe kom ik daar achter?”, vraagt iemand aan het orakel. Er klinkt donder, rook op het podium, een bliksem door de zaal – waarna het orakel antwoordt: “Wie wil weten wat de toekomst in petto heeft, moet kijken naar het verleden.”
Het is een antwoord waar de vragensteller niet direct iets mee kan – maar helemaal zinloos is het antwoord ook niet. Want het antwoord prikkelt de vragensteller tot nadenken, en zet hem wellicht zelfs op het spoor van een oplossing voor zijn probleem. Zeker als hij overleg pleegt met andere aanwezigen die zich hebben ingeschreven voor de sessie (de ‘support orakels’), die hem kunnen ondersteunen met Socratische vragen als: ‘waarom ben je eigenlijk gestopt?’, ‘wat vond je leuk?’ – en hem ongevraagd advies geven: ‘misschien is het een idee parttime te gaan werken?’ Maar liefst 20 persoonlijke vragen worden beantwoord door het Orakel in Bussum en de antwoorden bieden genoeg stof tot overdenking.
Informatie als sociaal kapitaal
De traditionele orakels uit de oudheid en het ‘moderne orakel’ op FM Dag bieden antwoord op de waarom-vragen, maar voor ‘Orde 1’ vragen kan de financial beter terecht bij de bedrijfsadministratie, zeker als die door AI vleugels krijgt: dat leidt tot betere inzichten en betere beslissingen. Bedrijven worden toekomstbestendiger door controle en tijdige toegang tot feitelijke informatie. Het effect van verkeerde beslissingen en onverwachte calamiteiten kan worden beperkt. Maar ook de beslissingen die ‘fact based’ en waar mogelijk cijfermatig onderbouwd tot stand komen zijn soms verre van ideaal. Die harde waarheid wordt de bezoekers voorgespiegeld tijdens de afsluitende keynote van Martijn Aslander, ‘standup filosoof’ en pleitbezorger van ‘persoonlijk kennismanagement’. Het probleem is namelijk dat manier waarop de meeste mensen informatie verzamelen en verwerken, gebrekkig is. Mensen hebben slechts zeer beperkte ‘informatievaardigheden’.
Dat is jammer, aldus Aslander, die benadrukt dat informatie een vorm van kapitaal is, net als geld. Het goede nieuws is dat informatie, in tegenstelling tot geld, kan worden gedeeld zonder dat je er minder van krijgt. Door je kennis te delen, bouw je juist sociaal kapitaal op. ‘Sociaal kapitaal’ omschrijft hij als de optelsom van iedereen die je kent en die bereid is naar je te luisteren. Het bezit van veel ‘sociaal kapitaal’ biedt vaak tot meer en betere informatie, waardoor je informatiepositie verbetert. Een goede tip voor iedere financial.
De meeste mensen hebben evenwel grote moeite met opslaan, structureren en optimaal kapitaliseren van informatie. Met structureert kennis hiërarchisch, in documenten, in mappen – die weer in andere mappen staan, die weer in mappen staan. Onpraktisch, aldus de stand-up filosoof. Door informatie op slaan in mapjes maken mensen het zichzelf moeilijk om hun ‘sociaal kapitaal’, de kennis waartoe men toegang heeft, ‘liquide’ te maken en hun kennis ‘agressief’ te delen. Veel professionals die heel veel kennis hebben gedragen zich als ‘eekhoorns die de eikeltjes die ze hebben verzameld niet meer kunnen vinden’, aldus Aslander.
Hoe moet het dan wel? Aslander spiegelt de bezoekers van FM Dag een toekomst voor waarin we allemaal een soort ’tweede brein bouwen’. Hij neemt ons mee in de ‘Zettelkasten-methode’, die in de afgelopen jaren populair is gemaakt door mensen als Tiago Forte en waarvoor programma’s zoals Obsidian in het leven zijn geroepen, een extreem visueel ingesteld programma waarmee hijzelf allerlei soorten informatie opslaat, ordent, herordent, filtert, metadateert, deelt en publiceert.
Persoonlijk kennismanagement steeds belangrijker
Kern van deze Zettelkasten-methode is dat kleine informatie-eenheden met elkaar worden verbonden. In plaats van informatie dubbel op te slaan op meerdere plaatsen – onvermijdelijk als je met documenten en mappen werkt – heeft Aslander zijn informatie opgeknipt in verschillende categorieën, zoals ideeën, personen, locaties, organisaties, boeken, artikelen, quotes, templates, events, hotels, diners, ‘onderzoeksdingen’, softwaretools, bestanden, afbeeldingen, eten, muziek, albums en artiesten, songteksten, spullen, dingen die hij wil hebben, uitjes. En die verbindt hij met elkaar.
Voorbeeld: Bussum (waar de FM Dag wordt gehouden) komt maar één keer voor in Aslanders kennisinformatiesysteem. Maar ‘Bussum’ kan, binnen het Obsidian-programma, wel direct worden gekoppeld aan mensen die hij daar heeft ontmoet. En elk van die mensen kan weer gekoppeld worden aan andere informatie-eenheden (waar ze werken, bijvoorbeeld). Aslander laat zien hoe hij al zijn kennis, zijn ‘sociaal kapitaal’ aan elkaar koppelt in een informatie-systeem dat werkt volgens hetzelfde principe als het internet met z’n hyperlinks.
Aslander ziet om zich heen dat de belangstelling voor ‘persoonlijk kennismanagement’ toeneemt. Niet zo vreemd in een wereld waarin de mate waarop wij bloot worden gesteld aan kennis ‘informatie’ exponentieel toeneemt. De tekenen zijn dus gunstig, besluit Aslander zijn presentatie. En zo pakt de stand-up filosoof ook nog even de rol van orakel mee.