Meer aandacht voor fraude bij beursgenoteerde bedrijven
Accountants van AEX en AMX-genoteerde ondernemingen besteden in de uitgebreide controleverklaring steeds vaker aandacht aan fraude en wet- en regelgeving. Bij bijna 90 procent van de bedrijven wordt in een algemene paragraaf aandacht besteed aan fraude en nog eens 80 procent gaat in op wet- en regelgeving.
Dit blijkt uit onderzoek van KPMG onder vijftig AEX- en AMX-fondsen.
Voor alle onderzochte en in Nederland gevestigde ondernemingen wordt aanvullende informatie over fraude opgenomen. Voor wat betreft wet- en regelgeving is dit zo’n 90 procent. “Het opnemen van dit soort aanvullende informatie in de uitgebreide controleverklaring is niet gebaseerd op dwingende regelgeving”, zegt Valentijn Kerklaan, partner bij KPMG en deskundige op het gebied van fraude.
Kerklaan: “De accountancy sector in Nederland heeft hiertoe zelf het initiatief genomen, vooral om inzicht te geven in de mogelijke frauderisico’s die een onderneming loopt en hoe hiermee in de controle wordt omgegaan. De Nederlandse accountant gaat hiermee in het algemeen wat verder dan zijn buitenlandse collega. Het is goed te constateren dat in Nederland de communicatie van de accountant over zowel fraude als wet- en regelgeving is toegenomen. Bovendien zijn er nauwelijks verschillen in de wijze waarop de vier grote accountantskantoren in Nederland hiermee omgaan. Qua effectiviteit kan de communicatie verder worden verbeterd door meer cliëntspecifieke elementen in de verklaring op te nemen. Bovendien kan in een ‘key audit matter’, de belangrijkste aandachtspunten van de controle, explicieter worden verwezen naar het frauderisico.”
Inzet van forensische expertise neemt toe
Kerklaan constateert dat de controlestandaarden in Nederland ten aanzien van fraude en het voldoen aan wet- en regelgeving al jaren ongewijzigd zijn. “De Commissie Toekomst Accountancysector (Cta) heeft recent aangegeven dat bij de controle van middelgrote en grote ondernemingen de inzet van forensische expertise in alle fasen van het controleproces noodzakelijk is”, zegt Kerklaan. “En hoewel de door minister Hoekstra aangestelde kwartiermakers die uitvoering moeten geven aan de aanbevelingen van de Cta, dit nog verder zullen uitwerken, zien wij dat accountants hiermee in de praktijk zelf al aan de slag gaan.”
Uit het onderzoek blijkt dat in een kleine 70 procent van de gevallen de accountant bij de in Nederland gevestigde ondernemingen al forensische expertise inzet, inzet die met name gericht is op de risicoanalysefase van de controle. Uit het onderzoek blijkt verder dat in iets meer dan 50 procent van de gevallen in de uitgebreide controleverklaring bij deze ondernemingen aandacht wordt besteed aan de voor de onderneming zo belangrijke ‘indirecte’ regelgeving.
Volgens Kerklaan kan overtreding van deze regelgeving aanzienlijke, materiële gevolgen hebben voor de jaarrekening. Bijvoorbeeld als gevolg van opgelegde boetes. “Indirecte regelgeving waaraan aandacht wordt besteed in de controleverklaring houdt in belangrijke mate verband met de gevolgen van mogelijke financieel-economische criminaliteit, zoals sancties, witwassen en corruptie. Ook andere regelgeving komt aan bod, bijvoorbeeld met betrekking tot dataprivacy en milieu.”
Vast onderdeel van directieverslag
Volgens Kerklaan heeft betere communicatie over fraude door de accountant een aantal positieve effecten. “Omdat de accountant meer communiceert, krijgen de onderwerpen fraude en het voldoen aan wet- en regelgeving meer aandacht in de dialoog met bestuur en commissarissen. Het opnemen van het frauderisico zou eigenlijk een vast onderdeel van het directieverslag moeten zijn. De accountant verwijst in zijn verklaring echter maar beperkt naar de eigen risicoanalyse van de onderneming. Het geven van meer transparantie draagt bij aan meer inzicht in en begrip voor het werk van de accountant als het gaat om fraude en het voldoen aan wet- en regelgeving. Wij zien dit als een goed startpunt voor verdere dialoog met stakeholders over wat er van de accountant verwacht mag worden, nu en in de toekomst. Het is overigens aan te bevelen om de communicatie van de accountant over fraude en wet- en regelgeving aan externe stakeholders breder te evalueren. Dus niet alleen voor beursgenoteerde ondernemingen, waarvoor nu een eerste stap is gezet. De accountancysector in Nederland kan hiermee wederom een stap voorwaarts zetten.”