Groeiverwachting Oost-Azië blijft achter door Delta-variant
De besmettelijkere Delta-variant van het coronavirus belemmert het economisch herstel in Oost-Azië. Die tegenslag gaat gepaard met een toename van de ongelijkheid, zo schrijft de Wereldbank in een nieuw rapport.
De ontwikkelingsorganisatie is pessimistischer geworden over veel landen in de regio. Als het Chinese binnenlandse bruto product (bbp) niet wordt meegerekend, verwacht de Wereldbank 2,5 procent economische groei. Dat is flink minder dan de 4,4 procent groei die in april werd verwacht. China is de uitzondering binnen de reegio. Daar groeit de economie naar verwachting met 8,5 procent.
Delta-variant grote rem op groeiverwachting
In 2020 slaagden veel Oost-Aziatische landen erin het coronavirus enigszins onder controle te houden. Maar door de opkomst van de Delta-variant heeft de regio weer last van oplopende besmettingscijfers, die de economische groei sterk vertragen.
Bedrijven die in normale omstandigheden overeind zouden blijven, gaan nu failliet waardoor veel waardevolle kennis verloren gaat, zo vreest de Wereldbank. Voor meer huishoudens wordt het onzeker of ze aan voldoende voedsel kunnen komen. Ook hapert het onderwijs doordat kinderen om verschillende redenen niet naar school kunnen, waardoor ook de toekomst voor hen onzekerder is dan mét een opleiding.
Herstel mogelijk pas in 2022 door vaccinatie
De onderzoekers achter het rapport verwachten dat de meeste landen in Oost-Azië en delen van de Stille Oceaan in de eerste helft van volgend jaar zo'n 60 procent van de bevolking hebben gevaccineerd tegen het coronavirus. Die vaccinatiegraad stopt het virus niet helemaal, maar beperkt wel het aantal sterfgevallen. Daardoor kunnen de economieën van landen als Indonesië en de Filipijnen weer open, zo schat de Wereldbank in.
Myanmar staat er het slechtst voor. Hier verwacht de Wereldbank een economische krimp van 18 procent, doordat de machtsovername door het leger de maatschappij en economie heeft ontwricht. Zo gaan door felle demonstraties ook minder mensen naar werk, verklaart Wereldbank-econoom Aaditya Mattoo.