Grote gemeenten zwaarder getroffen door crisis

De middelgrote (50.000+ inwoners) en grote gemeenten (100.000+) zijn relatief zwaar getroffen door de economische crises in de afgelopen vijf jaar en hebben grotere verliezen geleden op hun grondexploitaties. Dit heeft een nadelig effect op het eigen vermogen en de nettoschuld van deze gemeenten. In het algemeen zijn de provincies erg weerbaar, met aanzienlijke financiële reserves en een lage schuldpositie. Sommige provincies, zoals Zuid-Holland, Noord-Holland, Zeeland, Utrecht, Flevoland en in mindere mate Drenthe, zijn relatief wat minder weerbaar. De waterschappen hebben een hoge schuldpositie en een lage reservepositie.

Dit blijkt uit de Trendanalyse gemeenten, provincies en waterschappen van Deloitte. Ondanks de zware crisisjaren die de lokale overheden hebben moeten doorstaan, zijn veel lokale overheden financieel weerbaar gebleken. De reserves van gemeenten, provincies en waterschappen zijn sinds 2010 met 3% afgenomen. Lokale overheden hebben afgelopen jaren nog aanzienlijk geïnvesteerd. Hiervoor hebben zij wel leningen met vaak lage rentes bij banken moeten aantrekken. De schulden van lokale overheden zijn afgelopen jaren hierdoor behoorlijk toegenomen.  Eigen vermogenIn 2013 is de daling van het eigen vermogen bij gemeenten en waterschappen voor het eerst sinds een aantal jaar omgebogen is tot een lichte stijging van het eigen vermogen. ‘Het eigen vermogen van de provincies is de afgelopen jaren, ondanks de crisis, fors toegenomen van 5,2 miljard euro eind 2008 tot 16,6 miljard euro eind 2013, aldus Rein-Aart van Vugt partner bij Deloitte. ‘Dit is vooral veroorzaakt door de verkoop van deelnemingen in energiebedrijven.’ SchuldenGemeenten, provincies en waterschappen hebben in 2013 een gezamenlijk negatief resultaat van 0,1 miljard euro gerealiseerd. In de begrotingen 2013 gingen de lokale overheden nog uit van een geraamd negatief resultaat van 2 miljard euro. ‘De meeste gemeenten, provincies en waterschappen verwerken tussentijds in hun begrotingen vooral tegenvallers, waardoor het begrote saldo van baten en lasten inclusief wijzigingen nog negatiever uitpakt’, vervolgt Van Vugt. ‘De werkelijkheid laat zien dat er bij de meeste gemeenten, provincies en waterschappen sprake is van onder andere meevallers die er voor zorgen dat het werkelijke resultaat minder negatief is dan werd verwacht in de begroting.’De schulden van de lokale overheden zijn de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen. Sinds 2009 zijn de netto-schulden toegenomen van 16,9 miljard euro naar 24,9 miljard euro. De bruto-schulden zijn sinds 2009 toegenomen van 60,6 miljard euro naar 65,2 miljard euro.