Historisch akkoord G7-landen over vennootschapsbelasting
Daarmee krijgen Europese landen meer rechten om bijvoorbeeld Amerikaanse techondernemingen als Facebook en Amazon te belasten. Het akkoord legt ook een bodem onder de vennootschapsbelasting wereldwijd.
De ministers van Financiën van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Japan, Canada, Duitsland en de Verenigde Staten kwamen in Londen bijeen om te praten over het plan van het Witte Huis voor een internationaal minimumtarief. De overeenkomst maakt een einde aan de trans-Atlantische spanningen die jarenlang de onderhandelingen tussen zo'n 140 landen, over het bijwerken van eeuwenoude belastingregels, ondermijnden.
Doel van het akkoord is om te voorkomen dat grote ondernemingen met winsten gaan schuiven om belastingheffingen te voorkomen, bijvoorbeeld via brievenbusfirma's. De bedrijven moeten namelijk meer belasting betalen in de landen waar ze actief zijn.
"Ik ben zeer verheugd te kunnen aankondigen dat de ministers van Financiën van de G7 vandaag na jarenlange besprekingen een historische overeenkomst hebben bereikt om het mondiale belastingstelsel te hervormen", zei de Britse minister van Financiën Rishi Sunak in een toelichting. Met de hervorming wordt het stelsel geschikt gemaakt voor het wereldwijde digitale tijdperk. Hij noemde het akkoord ook van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat ‘de juiste bedrijven de juiste belasting op de juiste plaats betalen’.
Volgens zijn Amerikaanse collega Janet Yellen kan de wereldwijde minimumbelasting een einde maken aan "de race naar beneden" op het gebied van vennootschapsbelasting. Ook zal het akkoord volgens haar zorgen voor rechtvaardigheid voor de middenklasse en de werkende mensen in de VS en wereldwijd.
De Franse minister van Financiën Bruno Le Maire zei dat het plan ook betrekking heeft op digitale belasting en zorgt voor een minimumtarief van ten minste 15 procent. De G7-landen zullen proberen de steun van de G-20 te krijgen, te beginnen met een bijeenkomst volgende maand in Venetië.
De komende weken moet nog wel over veel technische details worden beslist, signaleerde de G7 eerder al. Op vrijdag werd al een doorbraak bereikt over de vraag hoe de opbrengst van het belasten van techbedrijven moet worden verdeeld.
De G7 heeft ook ingestemd met het principe van een wereldwijde minimum vennootschapsbelasting voor grote bedrijven van ten minste 15 procent. De maatregelen zullen ook helpen belastingontwijking hard aan te pakken. Dat is tot nu toe altijd lastig gebleken, aangezien de VS in nieuwe regels geen onderscheid wilde maken tussen digitale bedrijven en andere bedrijven. Vanuit Europa klonk echter de wens om techbedrijven expliciet aan te pakken. Een definitief akkoord wordt mogelijk pas dit najaar bereikt, ook omdat sommige landen eerst nationale wetten moeten aannemen.
China wil dat de groep van toonaangevende economieën van de G20 met een praktische aanpak komen voor het vaststellen van een wereldwijd minimum belastingtarief. Daarbij moet volgens het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken gelet moeten worden op wensen en bedenkingen van alle partijen.
China verwacht dat de zorgen die leven bij alle landen van de G20 zullen worden behandeld. China, dat geen lid is van de G7 maar wel van de G20, hanteert momenteel een vennootschapsbelasting van 25 procent. De overeenkomst van de G7-landen zou ook de landen van de G20, die volgende maand bijeenkomen, onder druk kunnen zetten om hetzelfde te doen.