Ilse Matser: “Personeel dat lang blijft kan goed uitpakken op de balans, maar ook negatief.”
Ilse Matser zet zich al meer dan 15 jaar in om familiebedrijven en bedrijfsfamilies op uiteenlopende onderwerpen te helpen en te begeleiden: binnen de wetenschap, het onderwijs, beleidsontwikkeling maar nadrukkelijk ook in de praktijk. Ilse werkt als adviseur, facilitator, opleider en bestuurder. Haar focus ligt hierbij op generatiewisseling en goed bestuur. Op 19 april a.s. is ze een van de sprekers op FM Dag 2023 'Focus on Value'.
Wat kan een CFO die werkt bij een familiebedrijf zoal tegenkomen aan ‘familiewaarden’ die zijn werk als financial ingewikkeld maken? Of zijn er alleen maar voordelen?
Een veel voorkomende typische ‘familiewaarde’ is lange termijnrelaties aangaan met je stakeholders. Daar zit veel potentiële waarde in voor een bedrijf. Tegelijkertijd kan diezelfde waarde het doorvoeren van noodzakelijke veranderingen ook lastig maken. Daar moet je als CFO wel mee kunnen omgaan. Ook kan een sterke familiecultuur verhoudingen op de werkvloer soms ingewikkeld maken, dit vraagt om sensitiviteit en souplesse om toch het gewenste resultaat te bereiken.
Laten ‘familiewaarden’ zichzelf ook uitdrukken in cijfers?
De ‘familiewaarde’ lange termijn denken uit zich op cijfermatig niveau vaak in voorzichtige financiering, weerstandsvermogen, de voorkeur voor ‘rust op kapitaal’. Dat zie je vaak wel terug in solvabiliteitscijfers van familiebedrijven. Bij heel veel familiebedrijven hoor je vaak ook zeggen: ‘we groeien niet om te groeien’. Continuïteit is vaak belangrijker. Uit onderzoekscijfers blijkt dat het rendement van familiebedrijven niet per se hoger is, ook omdat ze daar niet op sturen. Maar familiebedrijven bestaan meestal wel langer en het verloop onder medewerkers is laag. En ook dat zijn cijfers. Lang zittende medewerkers klinkt trouwens heel leuk, maar personeel dat lang blijft kan goed uitpakken op de balans, maar ook negatief. We noemen dat ‘ambivalente kenmerken’ van het familiebedrijf.
Hoeveel familiebedrijven zijn er eigenlijk nog in Nederland? En hebben zij het juist gemakkelijker of moeilijker dan andere bedrijven?
Volgende de laatste peiling van het CBS kent Nederland zo ongeveer 273.000 familiebedrijven. Maar daar zitten wel heel veel kleine tussen. Kijk je naar familiebedrijven met 50 of 100 man personeel, dan heb je het over een paar duizend. Of bedrijven het gemakkelijk hebben of moeilijke, hang af van specifieke factoren. Het thema van FM Dag is ‘Focus on Value’ en die wederzijdse meerwaarde moet er ook zijn tussen familie en bedrijf. Er moet een soort synergie zijn. Bedrijf en familie moeten goed voor elkaar zijn en zoiets kan veranderen per generatie.
Zie je bepaalde trends die relevant zijn voor CFO’s?
In veel sectoren, en dus ook bij familiebedrijven, speelt nu de beweging naar schaalvergroting. Het kan dus zijn dat we straks met minder familiebedrijven overblijven die wel groter zijn. Denk aan vroeger toen iedere stad zijn eigen Mercedes-dealer en tenminste een eigen installatiebedrijf had, meestal al generaties binnen dezelfde familie. Veel van dat soort lokale familiebedrijven zijn nu opgekocht door landelijk opererende partijen – al dan niet andere familiebedrijven. Veel familiebedrijven staan nu voor de keuze: worden wij een van de grotere in onze branche, gaan we fuseren, of laten we onszelf overkopen? In die afweging speelt de CFO ook een belangrijke rol.
Kun je, in aanloop naar je verhaal op FM Dag, alvast een paar tips geven voor CFO’s en andere financials die werken in een familiebedrijf?
Aansluitend op je vorige vraag: de rol van CFO is belangrijk omdat hij/zij binnen een familiebedrijf vaak de eerste ‘externe persoon’ is in de board. Ook ben je vaak dé vertrouwenspersoon van de familie. De CFO is meestal ook waar naar wordt gekeken om een professionaliseringsslag in de interne organisatie te maken. Maar als je dan het mandaat hebt gekregen als CFO en eenmaal aan de slag wil gaan, bijvoorbeeld met het professionaliseren van de eigen finance afdeling, dan kun je binnen een familiebedrijf wel vaak te maken hebben met mensen die er al heel lang zitten.
Meer dan bij andere bedrijven heb je als CFO bij een familiebedrijf een stukje sensitiviteit nodig – een stukje empathie om hier op een goede manier mee om te gaan. Hoe, met respect voor werknemers die al lang bij het bedrijf zitten, de verandering en vernieuwing voor elkaar te krijgen?
Aan de andere kant heb je als CFO of financial ook wel weer een grote kans om echt impact te maken. Familiebedrijven worden vaak pragmatisch aangestuurd. Korte lijntjes. De beweegruimte voor een CFO is er vaak groter dan bij corporates of andere niet-familiebedrijven. Natuurlijk is dat geen vaststaande wet. Bij start-up kun je als CFO ook veel ‘bouwen’, als is er misschien wel een verschil: bij een familie-bedrijf moet je ‘verbouwen’.