Ingreep bij satellietbedrijf om invoering 5G
Door een slepende ruzie met een satellietbedrijf dreigt opnieuw vertraging bij de uitrol van supersnel mobiel internet (5G) in Nederland. Om dat te voorkomen, pakt minister Micky Adriaansens (Economische Zaken) de frequentie van het bedrijf af.
Dat is nodig omdat er een patstelling is ontstaan in het conflict met Inmarsat, aldus de minister. Dat bedrijf gebruikt al decennialang de 3,5 GHz-frequentieband voor noodoproepen van zeeschepen, die worden opgevangen in het Friese Burum. Die band is echter aangewezen voor 5G.
Maar Inmarsat wilde Burum niet zomaar opgeven en kreeg eerder gelijk van de rechter in een kort geding. Een onafhankelijke commissie adviseerde daarop de verhuizing van het satellietstation naar Griekenland en een vergoeding. Daarmee leek een oplossing gevonden.
Maar Inmarsat vindt de loopduur van de vergunning van de Griekse telecomautoriteiten nu te kort. Die loopt tot eind 2027, maar het bedrijf wil er een die loopt tot en met 2032. Volgens Adriaansens biedt de Griekse vergunning "voldoende zekerheid" dat Inmarsat ook na 2027 verder mag gaan.
Ze vindt de eisen van Inmarsat onredelijk en grijpt daarom in. Ze kondigt in een brief aan de Kamer aan dat de 3,5 GHz-band vanaf 1 februari volgend jaar niet meer mag worden gebruikt voor noodoproepen van zeeschepen. Ze verandert daarvoor het Nationaal Frequentieplan.
"Het ontbreken van overeenstemming kan er niet toe leiden dat de implementatie van de uitrol van 5G in Nederland voor onbepaalde tijd moet worden uitgesteld", vindt de minister. Inmarsat vraagt volgens haar om garanties die "nergens in Europa kunnen of zullen worden gegeven".
De verhuizing van het station van Burum naar Griekenland bevindt zich al in een vergevorderd stadium. De bouw van het satellietgrondstation is al afgerond en de laatste configuratietesten vinden op dit moment in Griekenland plaats.
Door de ruzie heeft de uitrol van 5G al flinke vertraging opgelopen. Zo is nog steeds niet duidelijk wanneer de nieuwe vergunningen voor razendsnel mobiel internet worden geveild. Dat moet minimaal 176 miljoen euro opbrengen, liet het kabinet in maart weten.