Laat aandeelhouders weten in welke categorie u ze plaatst

De meeste beursgenoteerde bedrijven hebben de presentatie van hun derde kwartaalcijfers alweer enige tijd achter zich liggen. Ze zitten volop in de eindspurt voor een goed jaar, in de hoop aan de verwachtingen van de markt te kunnen voldoen. Wat zijn eigenlijk ‘verwachtingen’ en wat is ‘de markt’? Beide begrippen zijn in de praktijk complexer dan ooit.

Voor wat betreft de markt wil ik hier even inzoomen op aandeelhouders. En hier staat bewust niet de aandeelhouders. Want ‘de aandeelhouder’ bestaat allang niet meer. De verschillen zijn zo groot, dat het lastig is om er een beleid op te maken, laat staan om ze allemaal tevreden te stellen. Ongetwijfeld heeft u een beeld van activistische aandeelhouders, simpel omdat deze het meest publiek vocaal en zichtbaar zijn. De vraag is evenwel of de term activisme wel de lading dekt bij het categoriseren van aandeelhoudersgroepen. Immers, (Nederlandse) pensioenfondsen laten zich niet onbetuigd als het om duurzaamheid en beloningen gaat. Daarin kunnen ze net zo vocaal en zichtbaar zijn, al was het maar vanuit profileringsdrang naar hun achterban.

Pensioenfondsen kenmerken zich als aandeelhouder veelal door hun lange termijn aandelenbezit. Dat is echt wat anders dan de kletspraat van investeerders die een paar maanden aandeelhouder zijn, aansturen op verkoop van het bedrijf en dan beweren dat ze er voor de lange termijn zijn. Om die reden lijkt het zinvol om aandeelhouders in te delen in categorieën long term, mid term en short term. Dat gaat zeker helpen bij het optuigen van een gedifferentieerder investor relations-beleid, wat hard nodig is. Er valt wat voor te zeggen om aandeelhouders ook te laten weten in welke categorie ze door uw bedrijf zijn geplaatst. Waarom? Omdat het de relatie en de wederzijdse bedoelingen helder maakt.

Onderscheid

Helemaal nieuw is die gedachte niet. Want bestuurders van enkele grote Nederlandse fondsen suggereren al enige tijd een aparte behandeling van trouwe aandeelhouders als het gaat om dividend. Ook de nieuwe Corporate Governance Code maakt onderscheid. Een interessante vraag is of de indeling ook nog juridisch hard te maken valt. Ik vermoed maar zo dat dat lastig ligt. Wellicht ligt hier een taak voor de wetgever. Is het mogelijk om tot een wettelijk kader te komen voor de indeling long term, mid term en short term? Misschien bieden de intenties van een aandeelhouder wel een heel effectief en meer fair toetsingskader.

Overigens is er ook nog een andere indeling te maken: aandeelhouders die de strategie steunen en zij die dat niet doen. Nu hebben Nederlandse rechters al voldoende bepaald dat het bestuur over de strategie gaat en niet de aandeelhouders. Dus: of je tekent in op de strategie, of niet. In dat laatste geval kan je je aandelen verkopen en investeren in een bedrijf met een strategie waarin je wel gelooft.

Positie uitleggen

Zo eenvoudig is het niet. De short term shareholder hanteert juist de tactiek om via een strategiewijziging tot korte termijn rendement te komen. Voor bestuurders komt het dan ook meer en meer aan op de vraag of ze hun strategie ter discussie willen stellen of niet. Sommige zeggen open te staan voor suggesties voor een strategie-aanpassing, anderen willen dat perse niet, omdat ze overtuigd zijn van hun koers. In beide gevallen betekent het dat bestuurders hun positie helder moeten kunnen uitleggen. En dat die in lijn is met de gewekte verwachting. Dit laatste is de crux.

Frans van der Grint
Financial+M&A Director Europe
Hill+Knowlton Strategies