Leve Europa!

Het is in de mode om tegen Europa te zijn. ‘Brussel’ geldt als duur en bureaucratisch. En daarnaast moeten wij toch niet op willen draaien voor al die landen die geld verkwisten?

Het is opvallend dat in al die commentaren qua toonzetting gedaan wordt alsof Nederland en Europa verschillende zaken zijn, men heeft het over ‘wij’ en ‘zij’. Alsof Nederland buiten Europa ligt en Europa een slechte buurman is die ons geld verkwist. Zelfs krantenkoppen brengen het nieuws vaak zeer gekleurd. Als de regeringsleiders van de lidstaten weer een keer een belangrijk dossier laten vastlopen, meestal uit nationaal eigenbelang, dan schrijven de kranten rustig dat ‘Brussel’ er niet uit gekomen is. Terwijl het natuurlijk duidelijk is dat de Europese Commissie niets liever wil dan komen tot Europese oplossingen en zij de plannen juist iedere keer doorkruist ziet door de lidstaten, die onder andere hun soevereiniteit niet willen opgeven. Dit alles ondanks de evidente economische voordelen, zoals onlangs Ben Knapen (staatssecretaris van Buitenlandse Zaken) nog eens voorrekende. Terwijl Europa iedere Nederlander 268 euro per jaar kost, brengt Europa per Nederlander jaarlijks tussen de 1500 tot 2000 euro op. Hoe komt dit, maar belangrijker: is Europa nu echt zo slecht en zouden we de komende jaren inderdaad minder Europa moeten hebben? De oorzaken van de onvrede zitten voor een deel in het feit dat de Europese uitbreiding de laatste jaren erg snel is gegaan, waardoor er duidelijk een aantal ‘slordigheden’ in het integratieproces zijn geslopen. Onzorgvuldige toelating van landen die er niet aan toe waren, met als consequentie hinder in de andere Europese landen. Maar er speelt meer. De nationale politici hebben gemerkt dat méér Europa onherroepelijk minder macht voor de lidstaten betekent, dus minder macht voor de nationale politici. Het grote voorbeeld is de EMU. Terwijl het nadrukkelijk de bedoeling was om een economische én monetaire unie te vormen, want het een is onverbrekelijk met het ander verbonden, is de economische kant van de EMU iedere keer weggepoetst door de politici. Economische synchronisatie of coördinatie gaat immers onherroepelijk gepaard met overdracht van soevereiniteit. Maar dat is niet in het belang van de nationale politici. Daarmee zijn de laatste jaren de nationale politici de grootste tegenstanders geworden van één Europa. En ze hebben met nietsontziende ijver alles gedaan om de burger negatieve verhalen op de mouw te spelden over Europa. En helaas zijn veel burgers daarin getrapt. Dus zitten we met 27 landen die op vrijwel ieder denkbaar gebied alles zelfstandig blijven doen en alleen het allerhoogstnodige onderling afstemmen; 27 landen die vooral met elkaar concurreren in plaats van gezamenlijk op de wereldmarkt. Terwijl een Europees samenhangend economisch beleid duidelijk goedkoper, slagvaardiger, veiliger en vooral meer toekomstgericht zou zijn. Er worden 27 verouderde administraties in stand gehouden met veel kosten voor burger en bedrijf, veelal voor zaken die niets te maken hebben met het behoud van de nationale identiteit. Welk wezenlijk belang is er gediend met 27 verschillende wettelijke kaders op gebieden als veiligheid in fabrieken, voorschriften in de bouw, of regels voor trein-, vlieg- en vrachtverkeer? En het helpt ons zeker niet om de Europese concurrentiepositie te versterken ten opzichte van China, India, de VS, Brazilië. Het hindert het internationale bedrijfsleven buitengewoon dat er rekening moet worden gehouden met 27 landen die allemaal met hun rug naar Europa staan en niet bereid zijn samen te werken voor één toekomst. Waarom is er niet één Europees buitenlands apparaat (dus één minister van Buitenlandse Zaken met voldoende mandaat), zodat honderden ambassades kunnen worden afgeschaft en Europa met één mond spreekt? Waarom wordt er niet één Europees defensieapparaat gevormd, dat miljarden uitspaart en dat meer in eenheid zou kunnen doen voor de wereldvrede? De genoemde economische grootmachten wachten niet op Europa. Terwijl Europa, met zijn karrenvrachten aan kennis, aan intelligentie, aan cultuur, met het grootste gemak een toonaangevende wereldmacht kan zijn, wordt introvert onderling gekibbeld en wordt het helaas steeds meer de vraag of Europa de komende decennia nog wel economisch relevant is en er überhaupt nog toe doet. Leve Europa!