Menno Broos (Projectleider Digitale Euro DNB): “Voor CFO’s van bedrijven met fysieke winkels kan de komst van de digitale euro een significante verandering betekenen.”

De retail-CBDC biedt met name kansen voor cross-border verkeer.

Op 18 oktober heeft de Europese Centrale Bank besloten verder te gaan met de voorbereidingen voor de digitale euro, een digitale munt uitgegeven door de centrale bank die ook wel bekend staan als Central Bank Digital Currency (CBDC). Door het besluit van de ECB kan het traject een volgende fase ingaan, waarbij er met name wordt gekeken naar het ‘technische werk’ dat moet worden verricht. Wij intervieweden Menno Broos, projectleider Digitale Euro bij De Nederlandsche Bank (DNB), over de mogelijke implicaties van de digitale euro voor CFO's en financiële afdelingen van bedrijven.

Om te beginnen is het belangrijk om te begrijpen wat de digitale euro precies inhoudt. Broos: “De digitale euro is een vorm van Central Bank Digital Currency (CBDC): een digitale munt die wordt uitgegeven door de Centrale Bank en bedoeld is voor publiek gebruik. Dit betekent dat het een door de overheid ondersteund digitaal betaalmiddel is dat naast contant geld en traditionele bankrekeningen zal bestaan.” De Rijksoverheid vermeldt daarnaast op zijn website:

  • Digitale euro wordt niet programmeerbaar; een automatische betaalopdracht klaarzetten kan wel.
  • Er wordt onderzocht door de ECB of offline betalingen mogelijk gaan zijn.
  • De digitale euro brengt mogelijkheden om makkelijker geld over te maken naar het buitenland, met mogelijk lagere transactiekosten.

“De digitale euro is bedoeld als extra optie, met als doel om de Europese bedrijven iets minder afhankelijk te maken van de grote Amerikaanse partijen die nu het betalingsverkeer in Europa in stand houden. We hopen hiermee het betalingsverkeer efficiënter te maken en Europese bedrijven een concurrentievoordeel te bieden. In die zin is het een positieve ontwikkeling voor de winkelbedrijven”, aldus Broos.  

Lees ook: ECB besluit verder te gaan met voorbereidingen digitale euro (cfo.nl)

Impact op bedrijven

De impact van de digitale euro op CFO’s zal variëren afhankelijk van het type bedrijf. “Voor CFO's van bedrijven met een fysieke winkel kan de komst van de digitale euro een significante verandering betekenen. Bedrijven die nu te maken hebben met terminals, webwinkels, met Mastercard, Visa of andere relevante betaalsystemen werken, en ook de hele backend aan alle partijen die daarin functioneren, gaan merken dat de digitale euro een aanvullende betaalmogelijkheid gaat worden. Dit kan effect hebben op de kosten van het betalingsverkeer, de toegankelijkheid en op de efficiëntie van betaalsystemen. Dit komt mede omdat de digitale euro, wanneer die geïmplementeerd wordt, in de hele Europese Unie (EU) wordt uitgerold. Daarmee is het voor de EU eigenlijk ook een onderdeel van de monetaire unie en van de single capital market. Dit kan een belangrijk instrument worden om Europa zelfstandiger te maken in het betalingsverkeer.” Bedrijven moeten overwegen hoe ze hun betaalsystemen kunnen aanpassen om de digitale euro te accepteren en zich bewust zijn van de concurrentievoordelen die het kan bieden. DNB hoopt dat het zorgt voor meer concurrentie en dat de tarieven wellicht omlaag gaan. “De digitale euro in zijn huidige ontwerp is vooral gericht op consumentenbetalingen. Voor CFO's van grote zakelijke bedrijven die voornamelijk B2B-operaties hebben, zal de impact waarschijnlijk kleiner zijn, omdat ze minder te maken hebben met consumententransacties.”  

Implementatiefase niet in zicht

Broos schat dat de digitale euro mogelijk pas tegen het einde van dit decennium beschikbaar zal zijn, maar deze timing is nog niet definitief vastgesteld. “Dit komt met name door de afhankelijkheid van politieke besluitvorming die op dit moment niet snel gaat. Brussel denkt grondig over de digitale euro na, maar er zijn uiteraard ook verkiezingen volgend jaar dus wordt zo’n politiek beladen onderwerp waarschijnlijk uitgesteld tot na de verkiezingen. En als die besluitvorming er eenmaal doorheen is, dan moet je als ECB zijnde nog eens goed naar je ontwerp kijken en gaan ontwikkelen. De partijen die de digitale euro gaan distribueren moeten dan hun systemen daarop inrichten. Ook moet je nadenken over wat er in winkels gaat gebeuren zodat de kassasystemen ook die digitale euro kunnen ontvangen. Er zijn dus allerlei afhankelijkheden die allemaal een lange doorlooptijd hebben.”

Kortom, Project Digitale Euro zit nog lang niet in de implementatiefase, aangezien de ECB met name nog bezig is met onderzoek doen en wachten op juridische grondslag. “Wanneer het zover is zullen met name de banken en de betaaldienstverleners, aan zowel de acquiring- als issuing-zijde, moeten helpen om Nederlandse klanten aan de digitale euro te krijgen en alle systemen te implementeren. Onze rol als DNB is om hen daarbij zo goed mogelijk te ondersteunen”, aldus Broos.

Risico's en privacy vraagstukken

Wat betreft risico's lijkt de digitale euro op dit moment weinig problemen te veroorzaken voor financiële operaties binnen bedrijven. Het ontwerp richt zich voornamelijk op het verbeteren van de betaalmarkt en heeft weinig impact op financiële functies zoals liquiditeitsbeheer, stelt de projectleider. “Natuurlijk moeten we afwachten wat er uiteindelijk gaat komen. Er gebeurt op dit moment een hoop in de betaalmarkt en aan de cross-border kant. Met iedere verandering zijn er natuurlijk ook risico’s en kansen, en het is aan ons om daar een evenwicht in te vinden. De digitale euro zal vooral kansen bieden en weinig risico’s, maar er zullen ook investeringen gedaan moeten worden door verschillende partijen om te zorgen dat die systemen goed op elkaar aansluiten in deze transitie.”

Wat privacy betreft denkt Broos dat de digitale euro mogelijk zelfs meer privacy zal bieden dan traditionele betaalmethoden. “In het conceptwetsvoorstel wordt hier een wettelijke uitzondering voor gemaakt. Wij hoeven dan bepaalde transactiedata niet op te slaan en überhaupt niet te zien als centrale bank, die je bijvoorbeeld als je met je pinpas betaalt wel moeten worden opgeslagen om te kunnen monitoren op anti-witwassen. De digitale euro krijgt daarin dus een uitzonderingspositie, zoals het er nu naar uitziet. Dat betekent dat onder bepaalde omstandigheden voor kleine bedragen een transactie met de digitale euro net zoveel privacy biedt als met een bankbiljet. Het zit er zeker niet in dat er geprogrammeerd kan worden dat je bepaalde dingen wel of niet mag kopen.”

Wholesale CBDC-project

Wij vroegen de projectleider in hoeverre de digitale euro een positieve ontwikkeling kan zijn ten opzichte van internationale transacties. Broos: “De ECB is buiten het digitale europroject ook bezig met het Wholsesale CBDC-project. Het lijkt op elkaar qua naamgeving, maar het zijn twee afzonderlijke projecten op het vlak van consumenten (retail) en financiële instellingen (wholesale). Bij wholesale CBDC kijken we onder andere naar hoe wij onze achterliggende internationale betalingsverkeersystemen aan elkaar kunnen koppelen met Distributed Ledger Technology (DLT). Dit soort technieken kunnen in potentie het cross-border verkeer enorm efficiënter, sneller en goedkoper maken. Hierbij gaat het met name om de landen waar wat minder regelmatig verkeer mee is, of waar een valutaconversie aan te pas komt. Dit zijn wel hele nieuwe technieken voor ons, dus we moeten dat eerst grondig onderzoeken, ons afvragen wat de business case is, en wat de relevantie voor de markt is.”

Echter, de Wholseale CBDC is ondanks het vele onderzoek dat we daarnaar doen nog een stuk minder concreet dan het Digitale Euro-project. “Het is moeilijker te voorspellen wanneer dat het daglicht gaat zien. Er zijn collega’s bij de ECB die verwachten dat de Wholesale CBDC eerder het levenslicht zal zien dan de retail-CBDC (Digitale Euro). Die kans is best aanwezig, want ontwikkelingen in het betalingsverkeer kunnen ineens heel snel gaan en zijn ook voor ons als centrale banken moeilijk te voorspellen.”

Gerelateerde artikelen