Michiel Gilsing (CFO Vopak): “Wij hebben de locaties, de kennis, de kunde en de klanten.”
Vopak zet zwaar in op een transformatie, vooral om in de pas te lopen met de verduurzaming van de economie. Dat gaat betrekkelijk makkelijk, zegt CFO Michiel Gilsing. Ook als de stijging van de CO2-prijs niet doorzet en de waterstofeconomie op zich laat wachten.
In het voorjaar van 2022 had Vopak net een nieuwe CEO (Dick Richelle, in januari) en een nieuwe CFO (Michiel Gilsing) benoemd. Twee oudgedienden – Richelle was sinds 1995 in dienst van het concern, Gilsing sinds 2004, van wie geen drastische veranderingen werden verwacht. Want: "Continuïteit staat of valt niet met twee nieuwe mensen', zoals vertrekkend CFO Gerard Paulides zei in een interview met Charles Sanders voor CFO Magazine. En: "Het bedrijf loopt echt wel gewoon door als daar iemand weggaat. Bij Vopak zijn we niet afhankelijk van de beste individuen, het gaat om het gehele team."
- Vorig jaar koos Vopak voor een nieuwe strategische koers. Het bedrijf zet zwaar in op de verduurzaming van de economie
- Veel bedrijven uit de fossiele economie hebben moeite met zo'n transformatie. Vopak veel minder
- Conflicten tussen resultaten op de korte termijn en de lange termijn zijn beperkt
- De noodzaak om wendbaar – 'agile' – te zijn is evenmin erg groot
Desondanks bleek het aantreden van Richelle en Gilsing een breuk met het verleden "Het was toch een moment te kijken waar we stonden als bedrijf en waar we kansen of juist risico's zagen." Dit heeft geresulteerd in een nieuwe strategie voor het bedrijf, met drie pijlers.
Drie pijlers
Pijler 1 wordt aangeduid met de term 'Improve'. "Verbeteren van de bestaande business op allerlei gebieden." Ook op financieel gebied. Het aandeel van het bedrijf in de afgelopen jaren was gedaald – Vopak is beursgenoteerd, zij het dat het voor meer dan de helft in handen is van Private Equity-partijen, met HAL Investments als verreweg de grootste aandeelhouder. Begin 2020 'deed' het aandeel nog, eind 2022 bereikte het een dieptepunt van 18 euro. "We voelden dus wel een sense of urgency om het vertrouwen van investeerders terug te winnen", zegt Gilsing.
Pijler 2 ('Growth') was een herschikking van de portefeuille. Vopak heeft over de hele wereld vier soorten terminals: terminals voor de opslag van gassen als LPG, NGL en LNG, voor olie (inclusief diesel en kerosine), voor chemische distributie en, tot slot, industriële terminals die via pijpleidingen verbonden zijn met grote petrochemische complexen en die vaak voor meerdere fabrieken de opslag verzorgen. Vopak heeft er al eerder voor gekozen om niet langer zwaar te investeren in olieterminals – “olie is nu eenmaal eindig”, zoals Gilsing zegt. Hetzelfde geldt sinds 2022 ook voor chemische distributie – “want daarvan is de winstgevendheid beperkt.” Het accent zal meer komen te liggen op de gasterminals – “gas blijft nog wel even, langer dan olie in elk geval.”
De derde pijler – aangeduid als 'Accelerate' – is 'New energy', waar onder andere opslag van waterstof en ammoniak (als grondstof voor waterstof), de opvang en opslag van CO2 en recycling van plastic vallen. Zo gaat Vopak samen met joint venture partner Gasunie, waarschijnlijk op korte termijn een extra LNG-tank in Rotterdam bouwen. Ook gaat het bedrijf zich sterker concentreren op industriële terminals, aangezien het winstpotentieel en stabiliteit daarvan op termijn het grootst lijkt. Ook gaat het in Los Angeles 22 olieopslagtanks ombouwen tot terminals voor hernieuwbare kerosine en diesel en werkt het in Nederland, Singapore en de VS aan mogelijkheden rond de opslag van 'groene ammoniak'.
Geen transformatiepijn
De transitie naar een duurzamere samenleving, kortom, met de nadruk op de energietransitie. "Dat gaat een interessante reis worden", aldus Gilsing. Vopak heeft zelfs een corporate venturing-tak in het leven geroepen die hierin investeert. Zo participeerde het bedrijf vorig jaar in Elestor, een bedrijf dat elektriciteit afkomstig uit windmolenparken en zonneweides kan opslaan met megabatterijen – en als missie heeft 'gascentrales overbodig te maken'. Ook heeft het bedrijf onlangs een zeer grote locatie in Antwerpen overgenomen waar een raffinaderij onlangs uit gebruik was genomen. Vopak wil dit terrein samen met het havenbedrijf opnieuw ontwikkelen ten behoeve van de decarbonisatie van de industrie in Antwerpen.
Veel bedrijven die in de 'fossiele economie' groot zijn geworden, hebben moeite om te transformeren naar een nieuwe, duurzamere economie. Ook al is het maatschappelijke sentiment gekeerd, ook al wordt de wet- en regelgeving aangescherpt, ook tendeert de financiële verslaglegging naar evenwichtiger ESG-rapportagesysteem. Kijk naar de energiebedrijven, die zeker als de olie- en gasprijzen hoog liggen uit rendementsoverwegingen maar mondjesmaat investeren in verduurzaming.
Misschien dat het op het eerste gezicht voor Vopak ook lastig lijkt zo'n omslag te maken. Zo profiteert het bedrijf van de toenemende behoefte aan opslaglocaties voor olieproducten na de Europese sancties tegen de invoer van Russische olie – een van de redenen waarom de resultaten in 2022 hoger uitvielen dan verwacht, en de koers van het aandeel weer steeg tot rond de 30 euro. Ligt het, gezien die kortetermijnresultaten, niet voor de hand om juist te investeren in de opslag van olie? Meer in het algemeen: zit Vopak niet in net zo'n zelfgegraven kuil als die energiebedrijven?
Maar Vopak heeft veel minder transformatiepijn dan die fossiele bedrijven, zegt Gilsing. "We zitten op locaties waar de energietransitie gaat plaatsvinden. Denk aan de twintig industrial terminals die wij hebben, veelal in havensteden zoals Rotterdam. Dáár gaat de petrochemische industrie op grote schaal decarboniseren – dáár gaat het gebeuren, willen we tenminste alle doelstellingen voor reductie van de CO2-uitstoot behalen En wij kunnen daar infrastructuur voor bouwen." En niet alleen heeft Vopak “de locaties, de kennis, de kunde en de klanten” om te transformeren, het bedrijf is ook geen eigenaar van opgeslagen producten. Dus is het betrekkelijk vrij in zijn keuze wat het wel en wat het niet opslaat, en kan het betrekkelijk makkelijk overstappen zonder dat dit een aanslag op de winstgevendheid betekent.
Winstgevendheid van vandaag is de winstgevendheid van morgen
Betrekkelijk vrij en betrekkelijk makkelijk, inderdaad. Want natuurlijk moet Vopak wel investeren in nieuwe terminals en soms ook in het ombouwen van bestaande terminals – in totaal heeft Vopak voor de komende jaren hier één miljard euro ter beschikking gesteld. De corporate venturing-activiteiten – hier gaat zo'n 10-20% van deze één miljard naar toe – zijn helemaal voor eigen rekening en risico. En onzekerheden blijven er altijd. Want ook al lijkt de prijs van CO2 te stijgen en de behoefte aan opvang toe te nemen: wie zegt dat die prijsstijging doorzet? En de opslag van waterstof waar Vopak zwaar op inzet: zal dat toekomstbestendig blijken?
Gilsing – van huis uit econometrist, en gepokt en gemazeld in het scenariodenken – erkent dat dit soort onzekerheden bestaan, maar die risco's zijn afgedekt, althans waar het om de terminals gaat. "Investeringen in terminals worden vaak afgedekt door lange termijn contracten door de klant. En we werken vrijwel altijd met ‘take or pay’-contracten. Dat wil zeggen: we verhuren tanks in de gas en industriële markt meestal voor twintig of vijfentwintig jaar, of de klant ze nu gebruikt of niet. Dus voor ons geldt voor een belangrijk deel: de winstgevendheid van vandaag is de winstgevendheid van morgen." Verder zijn de risico's gespreid – én over de verschillende typen terminals productgroepen én over de vele landen waar in Vopak actief is.
Een en ander betekent dat Vopak de strategische transformatie die het heeft ingezet grotendeels in eigen tempo kan doen. Zonder krampachtige slagen in het rond – het lot van zoveel ondernemingen die ervoor kiezen om 'agile' te worden omdat ze moeten afwijken van een eerder gekozen strategie.
Zo kan Vopak als het om waterstof de kat uit de boom kijken. "Als de vraag naar waterstof straks alle verwachtingen overtreft, zullen we wellicht uit eigen middelen investeren in terminals om ammoniak op te slaan. Maar zolang dat niet het geval is, gaan we met de klant die zo'n ammoniakterminal wil om tafel zitten om te kijken wat hij financieel kan bijdragen. Speculatief bouwen stellen we zodoende uit."