Miljoenennota is vooral veel doorschuiven
Door Monique Harmsen
Er is veel geschreven over wat er allemaal in de Miljoenennota staat en wie er dit jaar hoeveel op vooruit gaat. Want we gaan er volgens de koopkrachtplaatjes inderdaad allemaal op vooruit. Het kabinet stelt hiervoor 5 miljard euro beschikbaar. Het doet mij denken aan de Tegenpartij, die begin jaren tachtig onder aanvoering van het illustere duo’ F. Jacobse en Tedje van Es de politiek opschudde met de verkiezingsslogan: ‘Geen gezeik, iedereen rijk, en in zijn sas’. Een als grap bedoelde boodschap die ertoe leidde dat de Tegenpartij bij de verkiezingen volgens de pols met een behoorlijk aantal zetels in de Tweede Kamer zou komen. Voor het zover was, werd de stekker echter uit de Tegenpartij getrokken door een coupe waarbij beide heren zouden omkomen.
Het lijkt er op dat de regeringspartijen deze les uit het verleden goed in hun oren hebben geknoopt en met de verkiezingen in aantocht hebben geprobeerd het iedereen naar de zin te maken. Dat laatste is natuurlijk een mission impossible en dat blijkt ook uit de commentaren op de kabinetsplannen. Die gaan vooral in op zaken die niet in de Miljoenennota staan maar er wel in hadden moeten staan zoals het klimaat, hervormingen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, investeringen in de digitale infrastructuur, de houdbaarheid van het pensioenstelsel en de hervorming van het belastingstelsel. Allemaal zaken die urgent zijn, maar die grotendeels worden doorgeschoven naar een volgend kabinet.
De werkgevers spreken onder aanvoering van Hans de Boer van ‘een gemiste kans’. Zij zijn bang dat het komende jaar een verloren jaar wordt. Juist nu het wat beter gaat met de economie zou het kabinet vooral breed moeten investeren in de economie om de BV Nederland binnen Europa concurrerend te houden. Zij hebben hiervoor ‘toevallig al een kant en klaar plan achter de hand ‘Nederland naar een next Level’ waar het kabinet zo mee aan de slag kan. Ook vanuit andere hoeken wordt gewerkt aan betere investeringsmogelijkheden voor vooral innovatieve bedrijven. Het kabinet gaat echter niet verder dan een onderzoek naar de instelling van een investeringsbank om ondernemingen van krediet te voorzien. De uitwerking zou dan in het volgende kabinet moeten plaatsvinden.
Ook de vakbonden hekelen het gebrek aan daadkracht om de groeiende tweedeling op de arbeidsmarkt – vaste contracten tegen flexwerkers- aan te pakken. Ook dit probleem wordt door het kabinet doorgeschoven naar zijn opvolgers.
Natuurlijk is het makkelijk om vanaf te zijlijn commentaar te geven, maar ik kan me het ongeduld van de criticasters voorstellen. Het is heel mooi dat Nederland zijn financiën op orde heeft, maar we moeten niet blijven hangen in zelfgenoegzaamheid. Als het kabinet 5 miljard uit kan trekken voor een belastingverlaging waarom trekt het dan geen geld uit voor zaken die de economie structureel verbeteren. De hiermee gepaard gaande groei van de werkgelegenheid zal de economie een grotere impuls geven dan een belastingvoordeel. Het zou mooi zijn als tegen de tijd dat de aardgasbaten opdrogen andere sectoren deze inkomsten kunnen opvangen.