Nieuwe pensioenwet door Eerste Kamer
Minister Carola Schouten kan de wet invoeren die een nieuw pensioenstelsel mogelijk maakt. Een meerderheid van de Eerste Kamer steunt de wet: naast coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie kreeg het wetsvoorstel steun van PvdA, GroenLinks en SGP. Daarmee is de wettelijke basis voor een van de grootste sociale herzieningen van de afgelopen tijd een feit.
Pensioenfondsen krijgen wel meer tijd om zich voor te bereiden. Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer, zegde Schouten toe dat fondsen uiterlijk op 1 januari 2028 moeten overgaan op het nieuwe stelsel, een jaar later dan de eerdere deadline. Bovendien kan nog worden besloten die deadline verder uit te stellen.
Het Nederlandse pensioenvermogen (van honderden miljarden) gaat van een collectieve pot naar grotendeels individuele potjes. De overstap naar deze nieuwe manier van pensioen opbouwen kost mogelijk tientallen miljarden en hoe het nieuwe stelsel precies uitpakt voor specifieke fondsen is nog niet helemaal duidelijk. Wel zien veel partijen dat het pensioenstelsel in zijn huidige vorm niet meer van deze tijd is. Het nieuwe stelsel is flexibeler en past beter bij de huidige arbeidsmarkt. In tijden van economische voorspoed kan sneller meer pensioen worden uitgekeerd, bij slechte beursresultaten wordt eerder gekort.
De impact van de pensioenwet op de business ontcijferd. CEO Aon: "Niets blijft gelijk"
Pensioenfondsen: vaart maken
Pensioenfondsen zijn blij dat de wet voor het nieuwe pensioenstelsel nu ook door de Eerste Kamer is aangenomen. Het is nu tijd om vaart te maken met het doorvoeren van alle veranderingen, stelt koepelorganisatie Pensioenfederatie.
"We zijn al lang bezig met de voorbereidingen, maar vanaf nu kunnen we samen met de sociale partners echt knopen doorhakken", zegt voorzitter Ger Jaarsma van de Pensioenfederatie, de koepelorganisatie voor bijna alle pensioenfondsen in Nederland. "Wij als pensioenfondsen van Nederland zijn blij met deze uitslag, waardoor we op 1 juli mogen beginnen met de uitvoering."
Volgens de nieuwe pensioenwet zijn meerdere regelingen mogelijk. Werkgevers en vakbonden zullen daar naar verwachting afspraken over moeten maken. "Daarna maken pensioenfondsen een plan hoe ze die gaan invoeren", legt Jaarsma uit.
Werknemers zullen in het nieuwe pensioenstelsel hun oudedagsvoorziening meer via individuele potjes opsparen. Ook is het de bedoeling dat de pensioenen meer met beleggingsresultaten van fondsen meebewegen. Daardoor kunnen de pensioenen sneller omhoog in economisch goede jaren, maar ook sneller gekort in slechtere tijden.
De overgang naar een nieuw pensioenstelsel is een van de grootste sociale herzieningen van de afgelopen jaren. De deadline waarvoor alles geregeld moet zijn, is met een jaar verschoven, naar 1 januari 2028. Volgens Jaarsma zal de overgang dan ook niet in één grote "big bang" gebeuren. "Die tijd voor spreiding is nuttig. Het is belangrijk dat de vaart in alle processen blijft."
Het Verbond van Verzekeraars rekent erop dat het nieuwe stelsel beter uit te leggen zal zijn. "Ik verwacht dat daardoor de betrokkenheid en invloed van deelnemers toeneemt. Pensioen wordt minder een ver-van-mijn-bed-show", zegt Richard Weurding, algemeen directeur van de brancheorganisatie voor verzekeraars.
Tegenstand
Tegenstanders van het nieuwe stelsel probeerden op de valreep uitstel van de behandeling te regelen. SP-senator Tiny Kox wees op het effect dat de nieuwe wet heeft op de pensioenregeling voor politieke ambtsdragers, waaronder parlementariërs zelf. Daarom zou volgens de grondwet een twee derde meerderheid nodig zijn, meent Kox, die in de Tweede Kamer ook niet is gehaald. Voorstanders van de wet zeggen dat het louter om een technische aanpassing gaat die Kamerleden en andere ambtsdragers niet direct raakt.
De stemming over en de behandeling van de pensioenwet in de Eerste Kamer was niet helemaal onomstreden. Dinsdag, de dag van de stemming, werd ook de nieuwe Eerste Kamer gekozen, door onder anderen de Provinciale Statenleden. Die nieuwe Eerste Kamer wordt over twee weken beëdigd. Tegenstanders vinden dat de nieuwe senaat zich over de wet had moeten buigen. Ook in de nieuwe Eerste Kamer hebben de voorstanders van de wet overigens samen een meerderheid.