Nieuwe tafelverdeling of omvergeworpen bestuurstafel?

In 1914 stortte de wereldeconomie ineen, doordat de grootmachten van destijds elkaar de oorlog verklaarden. Nu kan de wereldeconomie juist klappen krijgen vanwege de oorlogsaversie van het Westen.

De Westerse angst om hard op te treden kan de wereld ironisch genoeg over het randje helpen, omdat China zich niet gehinderd voelt om zijn geluk op steeds assertievere wijze te beproeven.Voor China is het normaal om aan de top te staan. Het was twee millennia lang ‘s wereld grootste en het nam in 1820 een derde van het mondiale BNP voor zijn rekening. Zo bezien is China weer op weg naar de plek waar het hoort.Maar Amerika is gehecht aan zijn politieke, militaire en economische troon. Uiteindelijk is een balans noodzakelijk: China dat zich aan- en inpast in de internationale structuren en de internationale gemeenschap met de VS voorop die plaats inruimt voor Beijing en de ruimte laat voor China om de wereld mede vorm te geven. China krijgt en grijpt al meer kansen om een stempel te drukken, maar tegelijkertijd zenden het Westen en andere Aziatische landen signalen die duiden op wantrouwen en onwil.China stelt zich soms op als een verantwoordelijke partner en stakeholder op het internationale toneel, maar schuwt ook de confrontatie niet door hoog spel te spelen in territoriale kwesties.Beijing heeft succesvol zijn kaarten gespeeld met de nieuwe investeringsbank, de Asia Infrastructure Investment Bank. De Amerikanen uitten de nodige scepsis, maar zijn in hun hemd gezet door de vlotte omarming van het initiatief door veel van de belangrijkste bondgenoten. Het is vooralsnog gissen of de bank een groot succes wordt als aanjager van investeringen in Azië. Maar als marketingcampagne en als pijnlijke plaagstoot richting Washington, hebben de Chinezen in de roos geschoten.  De Amerikanen en Chinezen proberen elkaar ook af te troeven met handelsblokken. Washington gaat voor het Trans-Pacific Partnership (TPP) en Beijing probeert het met het Regional Comprehensive Economic Partnership (RCEP). In veel opzichten zijn deze initiatieven haantjesgedrag en machtspolitiek.De toenemende concurrentiestrijd tussen de VS en China is onmiskenbaar. Beide landen mogen nog zo vaak herhalen dat zij harmonieus kunnen samenwerken aan de top van de mondiale piramide, de afgelopen millennia bewezen dat hegemonen ontzettend veel moeite hebben met plaats bieden aan, laat staan plaats maken voor nieuwe supermachten. En dat die nieuwkomers niet terugdeinzen voor de confrontatie om de tweede viool te verruilen voor het dirigeerstokje.Enerzijds schikt China zich naar de bestaande internationale orde, omdat de gedeelde omgangsregels die ontstonden vanaf de Vrede van Westfalen in 1648 ook China helpen. Anderzijds, is de internationale orde de afgelopen eeuwen vormgegeven door het Westen en sinds de Tweede Wereldoorlog met name door de VS. De starheid waarmee de VS en Europa vasthouden aan hun bevoorrechte posities, leidt bij China in toenemende tot de overtuiging dat binnen de bestaande structuren China doelbewust ‘klein’ gehouden wordt en dat uitbreken en het verder uitbouwen van welvaart en macht alleen mogelijk is door omverwerping van de bestaande bestuurstafel en het neerzetten van een nieuw ontwerp.In het democratische Westen lopen kiezers niet echt warm voor geopolitiek armpje drukken, waardoor Westerse leiders aan banden worden gelegd. Tegelijkertijd kunnen landen als China en Rusland hun autoritaire hand overspelen en de terughoudendheid van het Westen overschatten. Westers spierballenvertoon is nodig. Maar die spierballen moeten wel zeer precies rollen. Niet te weinig, dan dendert China – eventueel met Rusland in de zijspan – over het Westen heen. Niet teveel, want dan dreigen rare kattensprongen. De VS en met name Europa hebben moeite met de juiste politieke, militaire en economische spieraanspanning en -afstemming, waarvan China profiteert via o.a. het uitspannen van zijn mondiale infrastructurele web. Het uitzetten van internationale lijnen, de internationalisering van de yuan en het verder openen van de economie voor buitenlandse investeringen ondersteunt de Chinese economie de komende jaren.Het juiste antwoord op China’s opkomst – een combinatie van acceptatie en assertiviteit – blijft uit.  Het grote gevaar is dat passiviteit omslaat in geforceerde paniekreacties, wanneer China meer politieke en economische ‘overwinningen’ behaalt, zoals met de AIIB. Dit werkt blokvorming en regionalisering in de hand met als gevolg een remmende werking op de wereldwijde economische groei.China krijgt de komende jaren nog de geopolitieke ruimte om zijn economische opmars gestaag door te zetten. Maar des te langer het Westen blijft treuzelen met een coherente en consequente strategie, des te groter de kans op paniekvoetbal op langere termijn en daarmee op politieke instabiliteit en economische tegenwinden Andy Langenkamp is Senior Politiek Analist voor ECR Research en ICC.  

Gerelateerde artikelen