Meerderheid CFO’s tegen meer salaris als oplossing tekorten
In een levendig lagerhuisdebat tijdens CFO Day 2023 toonden CFO’s hun debatingskills. Het debat, gehost door Staan Finance, ging over de arbeidsmarkt.
Vier keer in anderhalf uur kregen een voor- en een tegenstander allebei twee minuten om een stelling te verdedigen of onderuit te halen. Het publiek trad op als jury door aan de ene of andere kant van de zaal te gaan zitten. De vier vragen:
- Thuiswerken? Of terug naar kantoor?
- Extreme eisen van werknemers: hoe gaan we ermee om?
- Automatisering, robotisering en de inzet van AI en data science: oplossing van arbeidsmarktvraagstuk?
- “If you pay peanuts, you get monkeys”
Stoppen met thuiswerken?
De eerste stelling ging over thuiswerken. Tijd om ermee te stoppen, stelde de voorstander van de stelling. De negatieve impact van veel thuiswerken is namelijk groot. Er is de impact op de bedrijfscultuur die lijdt onder het verlies aan binding van werknemers met de onderneming en hun collega’s. Per elke dag meer thuis werken gaat het engagement van medewerkers met het bedrijf omlaag, aldus onderzoek uit Harvard Business review, maar er is ook de impact op de gezondheid van werknemers. Die zijn vaker ziek naarmate ze meer thuiswerken.
Vanaf de andere kant wees een CFO uit de telecomsector juist nadrukkelijk op de grote voordelen van thuiswerken. “Minder reizen, minder reisbewegingen, minder kantoorruimtes. Het helpt ook de ESG agenda.” Daarbij maakte de CFO wel de kanttekening dat af en toe op kantoor erbij hoort. Daar moeten ook heel scherpe afspraken voor worden gemaakt.
In een mix van thuis en kantoor konden de meeste toehoorders zich goed vinden. Arbeidsmarktexpert Geert-Jan Waasdorp van Intelligence Group pleitte daar ook voor. Uiteindelijk gaat het om flexibiliteit, stelde hij. “Flexibiliteit heeft te maken met de dagen waarop je werkt, de werktijden waarop je werkt, onder andere om files te vermijden, maar ook het recht om onbereikbaar te zijn. De vraag is dus even hoe we daar invulling aan gaan geven.”
Ingaan op extreme werknemerseisen
De tweede stelling ging over de steeds groter wordende eisen van werknemers. Het gaat dan niet om af en toe thuiswerken of zelf uren bepalen, maar om zaken als een workcation of om de paar jaar een sabbatical. Moeten bedrijven hieraan toegeven, of zal het een modeverschijnsel blijken te zijn en kunnen ze het beter negeren?
Beide CFO’s die het podium kregen waren het erover eens dat de schaarste op de arbeidsmarkt niet tijdelijk is. De CFO uit de financiële sector die de taak kreeg de stelling te verdedigen dat het een modeverschijnsel is wees op de vergrijzing en de onmogelijkheid om meer parttimers te verleiden te gaan werken. “We prijzen onszelf uit de markt als we maar met al die eisen meegaan. Het zorgt alleen maar voor herverdeling van de schaarste. We zullen die schaarste moeten koesteren en moeten zorgen dat we met technologie en robotisering en digitalisering juist minder mensen nodig hebben.”
De CFO aan de andere kant van de stelling wees erop dat werkgevers maar beter mee kunnen gaan met werknemerseisen. “Ik denk dat men op dit moment iets helemaal anders wil dan tien jaar of twintig jaar geleden. Dat kun je een modeverschijnsel noemen, maar dan heb je wel een structurele mode. Daarom denk ik dat het beter is om daar gewoon naar te luisteren en iets aan te bieden wat past in dat eigen beeld. Is dat slecht? Nee, dat is de arbeidsmarkt in beweging.”
Waasdorp stelde dat het weliswaar zo is dat er over de hele arbeidsmarkt schaarste is, maar dat dit niet het probleem is van individuele werkgevers. “Die hoeven alleen maar het probleem van hun eigen arbeidsmarkt op te lossen. Daarvoor hoeft u maar één ding beter te doen: slimmer, agressiever en beter werven en een betere werkgever te zijn dan een concurrent. Ik zou dus meebewegen met de vraag van de markt om je eigen problemen op te lossen.”
Technologie als oplossing
De derde stelling ging over automatisering, robotisering en de inzet van AI en data science. Dit zou de oplossing zijn voor schaarste op de arbeidsmarkt. “Het doel is niet om met minder mensen hetzelfde werk te doen. Het doel is om met de bestaande populatie meer te gaan doen”, legde de CFO uit die de stelling verdedigde.
Aan de andere kant werd instemmend gereageerd, maar werd wel opgemerkt dat voor veel functies toch mensen nodig zijn. Niet alleen omdat het werk niet kan worden overgenomen door een robot of computer, maar ook doordat menselijk contact belangrijk is. Een voorbeeld hiervan zijn schoonmakers op Schiphol die ook vragen van reizigers kunnen beantwoorden.
Meer betalen: CFO’s tegen
Waar voor- en tegenkamp in de zaal elkaar bij de eerste drie stellingen min of meer in evenwicht hielden, was dat bij stelling vier zeker niet zo. De stelling luidde: bedrijven die moeite hebben mensen aan te trekken of vast te houden moeten gewoon meer salaris betalen. Het aantal CFO’s dat het hiermee eens was, was op twee handen te tellen. Bijna de hele zaal stond letterlijk aan een kant.
Salaris is belangrijk, maar is nooit doorslaggevend, hield de CFO die tegen de stelling pleitte de zaal voor. “Mensen komen niet voor het salaris en vertrekken ook niet voor het salaris. Ze vertrekken voor wat je als bedrijf bent, doet, ze vertrekken bij de manager, ze vertrekken om de kansen.”
“If you pay peanuts, you get monkeys”, reageerde zijn opponent. Die wees er ook op dat de grootste en meest succesvolle bedrijven van deze tijd ook de bedrijven zijn die hun medewerkers het beste betalen. Het kon de zaal niet overtuigen: het overgrote deel van de CFO’s bleef aan de tegenkant staan.