Paul Tang: “Oneigenlijke voordelen multinationals moeten worden weggenomen”

Europarlementariër en delegatieleider voor de PvdA Paul Tang stelt dat het mkb belang heeft bij de Europese Unie. Toch is er volgens hem nog een wereld te winnen voor het midden- en kleinbedrijf. Zo zou voorkomen moeten worden dat multinationals een oneigenlijk voordeel halen uit bepaalde belastingregelingen en dient het mkb minder afhankelijk te worden van bankfinanciering.

Wegnemen oneigenlijke voordelenEen gelijker speelveld creëren is volgens Tang geen gemakkelijke opgave. “Multinationale ondernemingen, het woord zegt het al, hebben het voordeel operationeel te zijn in diverse landen. Markten met verschillende regels, belastingregimes en rechtsstelsels. Zo kunnen zij belasting ontwijken door binnen de onderneming te schuiven met winsten”, aldus de gepromoveerde econoom. Desalniettemin houden het Europees Parlement, de Europese Commissie en de OESO zich volop bezig met het onderwerp, zegt Tang. “We moeten voorkomen dat bedrijven die hier opereren constructies vinden om geld door te sluizen naar belastingparadijzen. Het oneigenlijke voordeel moet worden weggenomen door Europese afspraken te maken”, vindt de delegatieleider. De leidraad is hierbij volgens hem dat bedrijven belasting betalen daar waar de economische activiteiten plaatsvinden. Hij vraagt zich af waarom Europa het toestaat dat een bedrijf als Ikea vestigingen heeft op kleine tropische eilandjes waar ze geen activiteiten hebben. Leidt een eenduidige belastingaanpak van de landen in de Europese Unie niet tot een vlucht van bedrijven naar andere gebieden om zo de belastingdruk te verlichten? Tang is daar niet bevreesd voor. “Voor de vestigingen die hier gesitueerd zijn, moet men hier belasting betalen. Aan dat principe kunnen bedrijven dan in ieder geval niet ontvluchten”, stelt hij. Alternatieve financiering mkbEen ander probleem dat Tang constateert is de moeilijke toegang tot financiering voor het mkb. In zijn optiek is het mkb nog in te grote mate afhankelijk van bancaire kredieten. “Mkb’ers zouden meer eigen vermogen moeten hebben en minder bancaire kredieten. We hebben meer private investeerders, meer risicodragend kapitaal en meer achtergestelde leningen voor het mkb nodig”, betoogt Tang. Door zijn relatief kleine omvang is het mkb helaas vaak onbekend en onbemind. De PvdA’er ziet in Europa interessante ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan de toegankelijkheid van alternatieven voor bankfinanciering. “In Spanje krijgen kleinere bedrijven ook kredietbeoordelingen. Deze zouden door investeerders meegenomen kunnen worden in hun investeringsbeslissingen. Door informatie over bedrijven te standaardiseren wordt het mkb toegankelijker. Een soort versimpeld IFRS voor het mkb zou een goede zaak zijn”, meent Tang. Niet alleen het mkb, maar ook banken moeten hun eigen vermogen verder aansterken volgens de Europarlementarier. “Er zijn nog steeds grote ongelijkheden tussen grote en kleine banken”, stelt Tang. “Sommige banken zijn nog steeds ‘too big too fail’. Deze banken genieten nu het voordeel van de impliciete garantie dat zij met belastinggeld gered worden zodra zij in de problemen komen.” Een oplossing ziet de Europese fractie van de sociaal-democraten in een splitsing van consumentenbanken en zakenbanken. Deze splitsing moet tevens bijdragen tot meer concurrentie in de financiële sector. “Nederland heeft maar drie grote banken. Daarom is het toetreden van pensioenfondsen en verzekeraars op de hypotheekmarkten goed. Buitenlandse partijen zijn wat mij betreft ook welkom. Concurrentie zorgt ervoor dat de klant centraal staat. Maar we moeten ook weer geen blind geloof hebben in concurrentie. We zijn gedurende de crisis eraan herinnerd dat deze sector regulering nodig heeft.” Hollands hokjesdenkenTang ziet ook een rol voor Europa in het stimuleren van hoogwaardige kennis. “Europa doet veel onderzoeksprojecten. Het is zaak om de beste mensen op een onderzoeksterrein bij elkaar te zetten en versnippering te voorkomen”, aldus de PvdA’er. Een geslaagd voorbeeld noemt hij de regio Eindhoven waar er een agglomeratie van kennis en bedrijven is ontstaan. Volgens hem investeert zijn thuisland nog te weinig in de toekomst. “Er wordt minder geïnvesteerd dan voor de crisis. En minder dan gemiddeld in Europa. We laten kansen liggen”, meent Tang. Het missen van deze kansen wijdt hij aan de verkokerde blik in Nederland. “Er wordt te veel in hokjes gedacht. Neem de combinatie woon, zorg en pensioen. Pensioenfondsen zijn er voor de pensioenen, zorgverzekeraars en ziekenhuizen zijn er voor de zorg en clubs als de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Eigen Huis zijn er voor de woningmarkt. Waarom kijken we niet hoe mensen langer in hun huis kunnen wonen? Of dat zij het vermogen in hun huis aanwenden voor zorgaankoop. We moeten nadenken over wat mensen nodig hebben. Er is nog te weinig kruisbestuiving.” WerkloosheidnormDe econoom stelt verder dat de focus in Nederland soms iets teveel op geld ligt. “Zelf woon ik bij een pleintje in Amsterdam. Vroeger hadden we daar Lowie die het plein schoonmaakte en bijvoorbeeld de naalden van drugsgebruikers opruimde. Zo konden de buurtkinderen veilig spelen. Het gemeentelijk budget voor Lowie was er echter tijdelijk, dus is zijn baan verdwenen. In zulke gevallen moet je het durven om ook naar de maatschappelijke waarde te kijken en daarvoor betalen”, betoogt Tang. Het behouden van dergelijke banen kan Tang en zijn partij helpen bij het ambitieuze streven naar een werkloosheidsnorm van 5 procent die het vorig jaar in aanloop naar de Europese verkiezingen voorstelde. De PvdA wil dat alle Europese lidstaten zich inspannen om de werkloosheid tot 5 procent te beperken. Een ambitieuze doelstelling die Tang desalniettemin omschrijft als realistisch. “Misschien zou het zelfs iets lager kunnen. In sommige landen is dit lastig, maar in Nederland is het zeker haalbaar. Bovendien is het niet een doelstelling die van vandaag op morgen geregeld hoeft te zijn”. De econoom mist soms het lef in de Europese politiek. “Toen ik op school zat leerde ik dat volledige werkgelegenheid een van de doelstellingen was van de SER. Dat vonden we destijds vanzelfsprekend. Dit geloof is helaas verdwenen. Als iets moeilijk is, wil niet zeggen dat je dan maar een ander doel moet kiezen. Als iets moeilijk is moet je juist extra gas geven”, zegt Tang stellig. De jaren 80 vormen wat dat betreft een schrikbeeld voor de politicus. “Mensen werden massaal afgeschreven via een arbeidsongeschiktheidsverklaring of de VUT. Nu lijkt het erop dat veel 45-plussers ook al worden afgeschreven. Eenmaal werkloos komen veel van hen moeilijk aan een nieuwe baan. Wanneer zij twee jaar weg zijn van de arbeidsmarkt zijn vragen potentiële werkgevers zich af of er niet iets mis is met deze persoon. Zo wordt het voor hen nog moeilijker om een baan te vinden”, schets Tang. Volgens de politicus is het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van samenleving en individu om een ieder aan het werk te houden. Hoe groter de capaciteiten van het individu des te kleiner is de rol van de samenleving. Tang noemt het opmerkelijk dat er een grote pensioenindustrie is, maar dat het ontbreekt aan een industrie voor menselijk kapitaal. “Onderwijs gebeurt nu vooral aan het begin van ons leven. We stoppen geld in een pensioenfonds en vestigen ons hoop dan maar op het grillige rendement van de markt. Maar durf ook te investeren in jezelf. Durf een cursus of zelfs een sabbatical te nemen als dat helpt”, zegt Tang.Binnen Europa zijn er ook nog genoeg barrières te slechten die kunnen helpen bij het terugdringen van de werkloosheid. De PvdA’er is tegen een totale belastingharmonisatie tussen Europese landen is, omdat landen eigen keuzes met betrekking tot de sociale zekerheid moeten kunnen maken. Toch pleit hij voor meer flexibiliteit. Tang geeft aan dat toen sigarettenfabrikant Philip Morris zijn locatie in het Brabantse Bergen op Zoom sloot veel medewerkers mogelijk aan de slag konden in de Antwerpse haven. “Zij kwamen echter in de problemen met zaken als de hypotheekrenteaftrek. Werknemers moeten kunnen kiezen waar ze gevestigd zijn en belasting betalen. Geef mensen de ruimte om een ‘dubbele voordeur’ te hebben. Een van de opdrachten van Europa is om de grenzen te slechten en het werken over de grens makkelijker te maken.”