Risicomanagement, krappe arbeidsmarkt en ESG-vraagstukken domineren in de foodsector 

Industry Table Food CFO Day 2023: voedselketen werkt aan betere toekomst.

“Recessie lijkt afgewend maar nog volop uitdagingen”, was de kop van een recente analyse van de Rabobank van de foodsector. Veel uitdagingen passeren de revue tijdens de drukbezochte rondetafelbijeenkomst over de foodsector op de CFO Day 2023 onder leiding van Cyrille Filott, Global Strategist Consumer Foods van de Rabobank. Over het belang van risicomanagement, de krapte op de arbeidsmarkt en ESG-vraagstukken. En – heel even – over de 'graaiflatie' die door retailers zou zijn veroorzaakt.  

De hele voedselketen heeft de gevolgen ondervonden van de coronacrisis en de wereldwijde verstoringen van de supply chain. Het heeft geresulteerd in een sectorbreed besef hoe belangrijk risicomanagement is, blijkt uit de rondetafelbijeenkomst over de foodsector op de CFO Day 2023. Bij bedrijven als Danone, McDonalds en andere grote foodbedrijven heeft dit zelfs geleid tot de opkomst van de Global Supply Chain Officer, met allerlei verantwoordelijkheden op het gebied van risk management, procurement, manufacturing en sustainability, zegt moderator Cyrille Filott, Global Strategist Consumer Foods van de Rabobank. “Interessant om te zien dat men bij deze bedrijven op board level niet een commerciële functie heeft toegevoegd, maar juist een sterk operationele functie.” 

  • De foodsector neemt allerlei maatregelen om toekomstbestendig te worden
  • Goed risicomanagement is lastig doordat de retail niet altijd even transparant is over baten en lasten
  • Ook blijft de arbeidsmarkt krap en personeel duur. Verduurzaming levert mogelijk extra kosten op

Bij de deelnemers aan Industry Table Food op de CFO Day 2023 zijn de organisatorische veranderingen minder ingrijpend. Maar in de afgelopen maanden zijn de CFO's wel druk in de weer geweest om zich sterker in te dekken tegen risico’s, met name het risico van sterk oplopende prijzen. Producenten en leveranciers sluiten hun verkoopcontracten vaker dan vroeger voor een korte termijn, bijvoorbeeld. Of ze koppelen de verkoopprijzen aan hun inkoopprijzen van ingrediënten. Of ze variëren in het gebruik van leveranciers. Of zelfs van de ingrediënten die ze aanbieden, zoals de cateraar die wat minder vaak vlees op het menu zet – altijd in overleg met de opdrachtgever, uiteraard.  

Retailer speelt vals 

Dergelijke maatregelen zijn alleen mogelijk als de ondernemingen voldoende inzicht hebben in de ontwikkeling van prijzen en als ze op grond daarvan snel actie kunnen ondernemen. Met andere woorden: de CFO en andere functionarissen binnen de onderneming die zich bezig houden met de financiële en operationele plannen, moeten over de juiste data beschikken, deze adequaat kunnen verwerken en op grond van de inzichten die ze hieraan ontlenen het bedrijfsbeleid aanpassen.
Een en ander is alleen mogelijk als partijen in de hele keten samenwerken, en transparant zijn over hun prijzen en marges, zodat alle betrokkenen rekening kunnen houden met prijsschommelingen. Dat is in de afgelopen maanden aardig gelukt. Alleen de retail laat zich niet altijd in de boeken kijken. De aanwezigen kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de grote retailers in Nederland hun prijzen buiten proporties hebben verhoogd. Een van de deelnemers heeft het over een toename die 10 procent boven wat redelijk zou zijn. Oneerlijk, vals spel, een aanjager van ‘graaiflatie’. 

Tegelijkertijd oefenen diezelfde retailers veel druk uit op leveranciers om hún prijzen vooral niet te veel te verhogen. Grote merken trekken zich daar weinig van aan. Hun marges blijven hierdoor in tact. Alleen lopen ze wel het gevaar dat ze minder verkopen in de winkels, en dat hun omzet- en winstcijfers toch achteruitgaan. Een van de deelnemers refereert aan de ontwikkeling in de VS, waar Coca Cola in dure tijden terrein dreigt te verliezen op het goedkopere Pepsi Cola, dat op zijn beurt weer wordt bedreigd door merken zoals Sam’s Coke, de cola die Walmart laat maken door een private label-producent. Die private label-producent heeft het evenmin makkelijk. Hun markt groeit dan wel, maar hun prijzen staan zo sterk onder druk dat ze moeite hebben om te investeren in nieuwe apparatuur, of in andere aanpassingen. Innovaties, bijvoorbeeld in duurzaamheid, dreigen achterwege te blijven.  

Wees sexy 

Deze problemen worden versterkt door de krapte op de arbeidsmarkt en de bijkomende hoge kosten van arbeid. De aanwezige CFO’s proberen op diverse manieren om toch aan goed, betaalbaar personeel te komen. Bijvoorbeeld door mensen met een asielzoekersachtergrond aan te nemen die een hbo-opleiding of een universitaire studie hebben gedaan in hun land van herkomst, ook al worden hun diploma's hier niet altijd erkend. Een win-win situatie voor beide partijen: het Nederlandse bedrijf krijgt slimme mensen, en zij krijgen een werkomgeving waar ze Nederlands kunnen leren en verder inburgeren. Fabrieken bouwen, elders, buiten Nederland, in gebieden met een hoge werkloosheid lijkt ook een optie.  

Voor food-bedrijven in Nederland blijft het lastig, is de conclusie. De vergrijzing zet door, en jonge mensen zijn niet alleen lastig te vinden, ze zijn ook nog eens lastig te behouden. Een jaar of twee in vaste dienst is voor veel jonge werknemers al een eeuwigheid. En een sabbatical tussen banen in is vaak vanzelfsprekend. “Daar valt niet tegen op te werven”, zoals een deelnemers zegt. “Tenminste niet als je de hoge wervingskosten wilt terugverdienen. Daarvoor blijven die jonge mensen te kort in dienst.”  

Wel lijkt een goede ‘employer branding’ een oplossing. Bedrijven met een goede reputatie en een ‘sexy’ uitstraling hebben minder moeite mensen aan te trekken en te behouden. Vaak gaat het om bedrijven die een duidelijke ‘purpose’ hebben, een duidelijk ‘waartoe is de onderneming op aarde’ waarmee mensen zich kunnen identificeren. Zeker jonge mensen voelen zich vaak betrokken bij een idealistische ‘purpose’, vooral als de nadruk ligt op duurzaamheid.  

Verduurzaming: kans of bedreiging? 

Daarmee is het derde onderwerp van de Industry Table aangestipt: duurzaamheid. Het gaat over wetten en regels, met name de Europese CSRD en andere overheidsregels, over maatregelen om CO2 terug te dringen, om biodiversiteit waterkwaliteit, gewasbescherming en dierenwelzijn. Verduurzaming is in de hele voedselketen een uiterst actueel onderwerp – ‘van de akker tot de bakker’ zoals een van de deelnemers het noemt.  

Een ingewikkeld onderwerp ook. Moeten bedrijven bijvoorbeeld verduurzamen in het tempo dat de van bovenaf opgelegde wetgeving dicteert? Of moeten ze de wetgeving juist voor zijn? En wat dan als ze met producten op de markt komen die niet in de smaak vallen van de consument? Neem biologische producten: die zijn vaak betrekkelijk duur; in een tijd van hoge inflatie is de kans groot dat de consument daar op gaat bezuinigen. Hetzelfde geldt voor initiatieven zoals ‘true pricing’. Misschien is het wel sympathiek om de werkelijk kosten van een product (inclusief de belasting van het milieu) door te berekenen in de eindprijs. Sowieso lijkt verduurzaming nogal eens gepaard te gaan met hogere kosten. Maar wie zegt dat de consument niet liever kiest voor een goedkoper alternatief?  
 
Wellicht dat de retailer hier wel een positieve rol kan spelen, wordt er geopperd, en de consument vaker kan overhalen om voor verantwoorde producten te kiezen. De retailer heeft er duidelijk belang bij om dat te doen. Naar schatting 97 procent van de CO2-emissies van grote retailers is niet afkomstig van de winkels zelf, maar van de productie en transport van de producten. Retailers die CO2-neutraal willen worden – zoals Albert Heijn bijvoorbeeld – zullen dus emissies in de hele keten moeten terugdringen. Dat kan ook als ze verantwoorde producten in de winkelschappen leggen. Hopelijk gebeurt dat, zegt een van de deelnemers. “Minder CO2-uitstoot betekent dat producten vaak over minder lange afstand zullen worden vervoerd. Als dat geen kans is voor bedrijven in Noord-West Europa?” 

Gerelateerde artikelen