Rondetafelsessie: Zelfregulering na de crisis, is er nog hoop?
Deze en andere pittige vragen werden onder leiding van Emile Rondhout (Financial Services Leader PricewaterhouseCoopers) uitvoerig bediscussieerd in de rondetafel ‘Zelfregulering in de financiële sector’ tijdens het vierde Finance Transformation Congres dat onlangs werd gehouden in Amsterdam. Van zelfregulering is sprake, indien een regeling voor een bepaalde sector of beroepsgroep (in dit geval de financiële sector) door sector- of beroepsgenoten zelf wordt vastgesteld en bindend wordt opgelegd voor ieder die in de desbetreffende sector actief is of tot de beroepsgroep behoort. Bij zelfregulering staat vaak consumentenbescherming voorop. Het meest in het oog springende voordeel van zelfregulering is het bij de betrokkenen aanwezige draagvlak. Een ander pluspunt is dat zelfregulering veel flexibeler is dan wetgeving in formele zin: zo is de procedure voor het aanpassen van een gedragscode veel simpeler en minder tijdrovend dan een wetswijziging. Daartegenover staat het grote voordeel van regelgeving van overheidswege: de gegeven regels gelden voor iedereen en de nakoming ervan kan worden afgedwongen. Vier prominenten uit het bank- en verzekeringswezen, Margot van Scheltema (onder meer commissaris bij ASR enTriodos Bank), Frank de Grave (voorheen NZa (Nederlandse Zorgautoriteit), thans Twynstra Gudde), Gerhardt Vels (Stibbe) en Hans van Barneveld (ING), namen als panellid deel aan de rondetafel over dit actuele thema. Ongeveer twintig deelnemers konden meediscussiëren over de vraag of er na de kredietcrisis nog kansen zijn voor zelfregulering. Tijdens de discussie kwam het sentiment in de zaal duidelijk naar voren: eigenlijk iedereen was op zijn zachtst gezegd lichtelijk verbijsterd over wat er zich de afgelopen jaren in de financiële sector heeft voltrokken. Slechte ‘checks and balances’, het ontbreken van adequaat risicomanagement, de omstreden rol van de raad van commissarissen enzovoorts. Hierdoor is er een forse vertrouwensbreuk ontstaan tussen het grote publiek aan de ene en de banken en verzekeraars aan de andere kant. Daarbovenop komt nog eens de hele bonusdiscussie. De hoge beloningen stonden al geruime tijd in de belangstelling, maar in de financiële sector zijn ze door de kredietcrisis echt een heet hangijzer geworden. Beoogde doelstellingen zijn vaak louter financieel van aard en op de korte termijn gericht. Daarbij worden goede resultaten beloond, maar wordt men niet afgerekend op het nemen van onverantwoord veel risico. De beloningsstructuur wordt nu zelfs genoemd als een van factoren die een rol speelden bij het ontstaan van de kredietcrisis. Ongeacht wat de feiten zijn, de kredietcrisis heeft zeker geleid tot een discussie over de tekortkomingen van beloningsstructuren – met name de variabele beloningen – in relatie tot risicobeheersing. Een belangrijke ontwikkeling is verder dat de consument dan wel klant mondiger en vooral actiever wordt. Zie de DSBaffaire, waarin een oproep van Lakeman in een ochtendprogramma op de tv nog dezelfde dag een run ontketende op de spaargelden bij de DSB. Meer en meer verenigen consumenten zich, op websites wisselen ze ervaringen uit, daarnaast er is een toename van het aantal verenigingen die de belangen van consumenten behartigen. Consumenten krijgen een duidelijke stem in de discussie en kunnen door preferenties te laten doorwerken in hun koopgedrag een belangrijke rol spelen in de hervorming van de financiële sector. Dit gaat dan niet alleen om eisen die zij stellen aan het product, maar ook aan het imago en het serviceprofiel van de bank of verzekeraar die daarachter steekt. De eerste voorbeelden zijn al op de markt actief waarin expliciet afstand wordt genomen van het bankieren en verzekeren oude stijl. De deelnemers aan de rondetafel achten het herstel van vertrouwen in de financiële sector van het grootste gewicht. Zelfregulering speelt hierbij een cruciale rol. Het is van belang dat er een aantal externe regels wordt opgelegd, dat is nodig als een duidelijk beleidskader. Maar voor het overige is zelfregulering soeverein, omdat er bij uitstek maatwerk gevraagd wordt en nodig is. En als regels worden geschonden, moet het pijn doen als men over de schreef gaat, anders is het systeem niet geloofwaardig. Overtreding van de afspraken moet consequenties hebben. Daarom mag een goed sanctiemechanisme niet ontbreken. De bankencode is er evenwel net, die heeft nog even tijd nodig om ‘in te bedden’. De algemene eindconclusie van de discussie luidde: zelfregulering is soeverein, omdat er maatwerk nodig is. De werking is echter alleen effectief als er ook goede bijbehorende sanctiemechanismen zijn.