Samen actief online leren

In alle klassen op elke school gebeurt het inmiddels: leerlingen die met elkaar whatsappen als ze geen antwoord kunnen vinden op een lastige opgave.

Een korte vraag in de groepsapp levert al snel het juist antwoord op van slimmere klasgenoten, tot grote opluchting van de ouders, die het ook even niet zagen. Eigenlijk is het verbazingwekkend dat het nog zo lang heeft geduurd voordat de eerste mobiele apps verschenen die leerlingen helpen bij het maken van hun huiswerk. Niet een van de vele apps om huiswerk te plannen en te organiseren, maar apps die het huiswerk zelf voor hen maken. Het tekent een volgende fase in de rol van internet en online media in het onderwijs, waarmee vooral middelbare scholen nog volop worstelen. Een website die opgaven oplost, bestaat al veel langer: in mei 2009 lanceerde de Britse natuurkundige Stephen Wolfram de antwoordmachine wolframalpha.com. Door uit een eigen database te putten geeft die snel en gericht antwoord op de meest gevarieerde vragen over geografie, geschiedenis, economie en alle exacte vakken. Het zijn vooral de laatstgenoemde waarop app-ontwikkelaars recentelijk hun pijlen richten, al doen ze dat op flink uiteenlopende manieren. Zo vertrouwt Slader, in 2013 een van de eerste apps op de markt, op crowdsourcing als bron voor antwoorden op de opgaven in honderden tekstboeken. Studenten en scholieren waarderen daarbij de kwaliteit van de gegeven antwoorden en kunnen met gekochte of verdiende punten nieuwe antwoorden of meer details kopen. De hit van het afgelopen jaar is echter Photomath. Nadat tekstherkenningsonderneming Microblink in oktober op ‘Techcrunch Disrupt London’ de app lanceerde, schoot hij binnen vierentwintig uur naar de top van alle ranglijsten. Photomath geeft direct het juiste antwoord nadat je een foto van een willekeurige wiskundige vergelijking hebt gemaakt. Wiskundehuiswerk is zo een fluitje van een cent, letterlijk, want de app is volledig gratis; de onderneming wil alleen de kracht van de software tonen om je voor lucratievere toepassingen te interesseren. De mobiele app Snapsolve, die de Amerikaanse start-up StudyRoom begin april introduceerde, reageert ook op foto’s van opgaven, maar dan om studenten in contact te brengen met een van de duizenden tutoren in zijn netwerk, die vervolgens bij het oplossen helpen. Gemakkelijke antwoorden zijn gratis, terwijl de prijzen van moeilijke en tijdrovende opgaven kunnen oplopen tot tien dollar. Waar apps zoals Photomath huiswerk al snel reduceren tot het gedachteloos overtikken van antwoorden, claimt Snapsolve het leerproces van leerlingen te versterken door de actieve interactie met tutoren. In dit opzicht gaat de app ook een flinke stap verder dan de korte lessen van docenten die op YouTube zo populair zijn onder middelbare scholieren, of de colleges die Amerikaanse businessschools als onderdeel van hun Massive Online Open Courses (MOOC) op het internet posten. Prima om een onderdeel nog eens terug te horen of gratis een college van een vermaarde professor te beluisteren, maar vanwege het passieve karakter geen alternatief voor een volwaardig onderwijsprogramma. Harvard Business School heeft dit ook onderkend en startte in reactie daarop vorig jaar het online platform HBX. Dit platform stimuleert studenten om al binnen enkele minuten actief met de leerstof aan de slag te gaan en daarbij nauw samen te werken met andere studenten. Docenten kunnen online meekijken, maar mogen niet direct inspringen of corrigeren om ‘peer-to-peer’ leren veel ruimte te geven. ‘Trust our students’ levert in de praktijk voor Harvard-docenten zowel een flinke uitdaging als veelbelovende resultaten op. De eerste evaluaties geven aan dat samen leren en ontdekken de inbreng van hoogleraren in het leerproces kan vervangen en tot een beter begrip van de leerstof leidt. Niet alleen blijken de antwoorden die andere studenten geven bijna altijd correct, ze nemen ook veel meer verantwoordelijkheid voor hulp aan medestudenten. Het platform vult klassikaal leren ook in een ander opzicht aan: vrouwen blijken online veel actiever dan mannen, die traditioneel de gesprekken in collegezalen juist domineren. De opbrengsten zijn ronduit verbluffend: tevredenheid, betrokkenheid en slagingspercentages van studenten leveren absolute topscores op. Terwijl het aantal studenten dat bij MOOC de eindstreep haalt meestal op enkele procenten blijft steken, voltooide maar liefst 85 procent van de studenten de vakken die ze via het HBX-platform volgden. De juiste balans tussen online en offline moeten scholen en universiteiten nog ontdekken, dat ze elkaar kunnen versterken is al wel duidelijk. ROBERT BOOD, directeur Fairsights, is gespecialiseerd in scenariodenken en strategie-innovatie

Gerelateerde artikelen