Tax control bij Philips: De kansen en valkuilen van een advanced pricing agreement (APA)

Voor belastingplichtigen bestaat de mogelijkheid om een advanced pricing agreement (APA), ook bekend als ruling, af te sluiten met de Belastingdienst. Een APA is een afspraak die Belastingdienst en belastingplichtige vooraf maken over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm’s lengthbeloning) of een methode voor de vaststelling van een dergelijke beloning. Dit wordt toegepast bij grensoverschrijdende transacties tussen onderdelen van eenzelfde groep.

Dit artikel is onderdeel van een reeks van zes interviews waarin Monica Erasmus, specialist transfer pricing Ernst & Young, met tax directors van multinationaal werkende bedrijven de fiscale praktijk bespreekt. Rode draad in de gesprekken is dat de relatie tussen fiscus en bedrijfsleven in Nederland de laatste jaren sterk geprofessionaliseerd is. Nederland heeft inmiddels zelfs een voorbeeldfunctie gekregen.Zie ook de overige interviews: Theo de Keijzer, VP Tax Policy ShellBart Kuper, Group Tax Director TNTAnnemiek Kale, Tax Director DanoneHerman Vlug, European Directeur Tax UnivarTheo Poolen, plv. directeur-generaal Belastingdienst

Monica Erasmus, transfer pricing specialist bij Ernst & Young, bespreekt achtergronden en actuele kwesties rond de APA met Maurice Kuiper, head of tax van Philips Group, en Eric Kuiten, deputy head of tax van Philips GroupAllebei kennen ze het klappen van de zweep als het gaat om belastingen en alles wat daarbij komt kijken, Maurice Kuiper en Eric Kuiten. Kuiper begon achttien jaar geleden bij Philips. Vijftien jaar daarvan bracht hij door in Azië, op plekken als Singapore en Shanghai. Een hele andere wereld, ook wat betreft (de omgang met) belastingen. Sinds 1 januari van dit jaar is hij hoofd van de – wereldwijde – fiscale afdeling van Philips. Eric Kuiten is plaatsvervangend hoofd van de fiscale afdeling en gastdocent voor de masterclass in Horizontaal toezicht & Tax Control Framework aan de Nyenrode Business Universiteit. Al zesentwintig jaar dompelt hij zich binnen Philips onder in de wereld van belastingen. Hij houdt zich onder meer bezig met de vennootschapsbelasting voor Philips in Nederland. Wereldwijd bestaat de fiscale afdeling van Philips uit 120 medewerkers. Van hen zijn 35 personen in Nederland werkzaam, de rest werkt overal over de wereld verspreid. In alle grote landen heeft Philips een eigen fiscale afdeling.BELANGEN AFWEGEN“Met een omvang van ruim twintig miljard euro aan jaarlijkse omzet met veel intercompany transacties is het transfer pricing-systeem voor ons als Philips een van de belangrijkste zaken op de fiscale agenda”, vertelt Maurice Kuiper. “Ieder land heeft inmiddels transfer pricing-regelgeving ingevoerd en geen enkel land kon wachten of achterblijven. De koek werd verdeeld en daar moest je bij zijn”, vult Eric Kuiten aan. “We maken ons wel eens zorgen over het framework waar we in deze belastingsystemen mee te maken hebben. Gaat iedereen wel dezelfde kant op? Vergelijken we de juiste dingen wel met elkaar? De UN’s en OESO’s (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) van de wereld hebben hier een enorme rol te vervullen”, vindt Kuiper. Zeker voor een bedrijf als Philips is constante afweging heel belangrijk. Kuiper: “Wel moet je de belangen goed afwegen als het gaat om het aangaan van een APA. Er zitten ook haken en ogen aan. Kijk naar de complexiteit van ons bedrijf. We bestaan uit zo veel verschillende onderdelen en hebben productiefaciliteiten op verschillende locaties in de wereld. Bovendien heb je ook te maken met externe factoren en veranderingen en ontwikkelingen in de bedrijfswereld. Businesses veranderen steeds sneller. Dan moet je je afvragen: Waar stop je? We dienen keuzen te maken in waar we stoppen en waar we doorgaan met APA’s.” Bij Philips speelt het systeem van transfer pricing al lange tijd. “Vijftien jaar geleden zijn wij als een van de eerste bedrijven gestart met het opbouwen van een soort tax control framework voor transfer pricing. Dat hebben we goed op orde en we benchmarken veel. Daar plukken we al jaren de vruchten van. We zitten lekker in ons vel wat betreft transfer pricing”, aldus Kuiten.RELATIE MET FISCUS GEVESTIGD EN OPENAPA’s aangaan betekent overleg met de belastingautoriteiten. Hoe is de relatie van Philips met de Belastingdienst in Nederland? Kuiper: “Wij hebben een gevestigde relatie met de fiscus in ons land. Dat kan ook bijna niet anders als je zo’n historie hebt als bedrijf. We zijn open naar elkaar en bespreken een heleboel zaken in de actualiteit in alle openheid. Zo zijn er op moment van aangifte geen verrassingen meer. We hebben twee tot drie keer per week contact en we geven input op nieuwe wetgeving.” Is er volgens Kuiper verschil wanneer een Nederlands bedrijf met de Belastingdienst praat, of bijvoorbeeld een Frans bedrijf? “Dat denk ik niet. Het gaat om je bedrijf en hoe je bent. Het is belangrijk dat je een goede relatie én een goede reputatie opbouwt bij de Belastingdienst.” Kuiper maakt een uitstapje naar Azië. Vanwege zijn jarenlange verblijf daar weet hij uit ervaring dat een relatie met belastingautoriteiten ook heel anders kan zijn dan Philips in ons land gewend is. “In sommige landen in Azië is het echt heel anders. Daar mag je soms niet eens met de belastingdienst of met overheden praten. In Hongkong werkt het zo dat je alleen per briefwisseling contact mag hebben. Dat is trouwens niet overal zo, in bijvoorbeeld Singapore en China zijn de overheden en belastingdiensten wel toegankelijk.” Korea is heel geïnteresseerd in horizontaal toezicht, weet Kuiten. “We hebben laatst een delegatie Koreanen op bezoek gehad op de Nyenrode Business Universiteit. Zij zijn razend enthousiast over onze manier van werken. Terwijl het toch een van de meer agressieve landen is als het gaat om tax audits.”WEL OF GEEN APA VOOR PHILIPS?Kuiper en Kuiten zeiden het al: er zitten voor- en nadelen aan een APA. Zijn zij nu enthousiast of minder gedreven als het gaat om APA’s voor Philips? Kuiper: “Voorspelbaarheid in een onvoorspelbare omgeving is voor ons heel belangrijk, maar je moet wel voor jezelf afwegen wat het beste bij je past en hoe ver je gaat in afspraken. Ik denk dat Philips redelijk conservatief en gedegen is als het gaat om fiscale werkwijzen. Zo krijg je een bepaalde reputatie en vervang je de behoefte aan APA’s door iets anders. Ook is de uitwerking van horizontaal toezicht (voor transfer pricing) in Nederland te vergelijken met een continue unilaterale APA.” “Wij weten ook: zekerheid geeft ook onzekerheid. Het opzetten van een APA moet je uiterst nauwkeurig doen”, vindt Kuiten. “Anders blijf je controleren. Je blijft je afvragen: voldoen we wel aan alle regels? Voordat je tot een APA komt waar je een tijdje mee vooruit kunt, moet je een moeilijke weg bewandelen. Wij als Philips moeten zorgen dat ons tax control framework goed op orde is. Zo kom je goed beslagen ten ijs. Dan is de behoefte om zekerheid te verkrijgen door middel van APA’s minder groot.” Wil je toch een APA aangaan, dan spelen er ook andere factoren, aldus Kuiten. “De omgeving verandert snel, situaties wijzigen. De gedachte ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ geldt hier zeker, maar het blijft altijd maatwerk. Tegelijkertijd is dat moeilijk, want voor de Belastingdienst moet dat wel passen bij de geldende afspraken en regelgeving. Overal moet de APA verdedigbaar blijven. Voor jou als bedrijf én voor de belastingautoriteiten.” Philips is een van de meest innovatieve bedrijven van Nederland. Is de innovatiebox volgens Kuiper en Kuiten een interessant fiscaal instrument voor een CFO? Een lastige kwestie, vinden de heren. “Onder de oude regelgeving lopen wij vast in de onhandig geformuleerde wettekst. Het ging over de traceerbare link tussen opbrengsten uit kwalificerende immateriële activa en voortbrengingskosten. Hoe krijg je dat goed op elkaar afgestemd? Bij innovatie en innovatieve producten heb je vaak te maken met veel verschillende patenten. Wij hebben honderden producten en honderden patenten. De opbrengst is dan moeilijk over al die patenten te verdelen. De complexiteit van de innovatiebox is gebleken, daarom is de constructie ook aangepast. Dat de innovatiebox soepeler is geworden en belastingplichtige en Belastingdienst meer praktische middelen geeft, is heel prettig. Wij kijken nu naar wat praktisch uitvoerbaar is. Op redelijk korte termijn gaan we verder met de Belastingdienst een gesprek hierover aan. Wij hebben meer vertrouwen in het nieuwe (gewijzigde) regime.”ADVANCED PRICING AGREEMENTMaatwerkafspraken in internationale ondernemingsverhoudingen, zo zou je een APA ook kunnen omschrijven. Willen bedrijven of organisaties vooraf zekerheid over de fiscale gevolgen van hun transfer pricing-systeem of van hun voorgenomen grensoverschrijdende transacties, dan kan het afsluiten van een APA een oplossing zijn. Vooraf hebben belastingautoriteiten in Nederland en eventueel in het buitenland overleg met de betreffende organisatie. Dat leidt tot uni-, bi- of multilaterale afspraken: de Advanced Pricing Agreement.VOORDELEN VAN EEN APAVoordelen van het aangaan van een APA: toekomstige administratieve verplichtingen worden eenvoudiger, fiscale risico’s worden beheerst en dubbele belastingheffing wordt voorkomen. Bovendien maakt een APA de aangifte voor vennootschapsbelasting eenvoudiger, ontstaan er minder geschillen met de Belastingdienst achteraf, verbeteren organisaties hun bewijslastpositie en wordt het risico op fiscale boetes en navorderingen voor organisaties kleiner.VALKUILEN VAN EEN APAIn de praktijk is er vaak een manco tussen de afspraken met de Belastingdienst en hoe de APA uitpakt in de vennootschapsbelastingaangifte. Vaak komt het voor dat de implementatie van de overeengekomen afspraken met de belasting niet goed begeleid wordt in de praktische uitvoering ervan. Dat kan zelfs leiden tot een nieuw overleg met de Belastingdienst. In sommige gevallen kunnen de commerciële cijfers nog worden bijgesteld met een factuur of creditnota. In andere gevallen kan dat niet meer. Bovendien monitoren bedrijven niet altijd de prijsafspraken in de vaststellingsovereenkomst. Dat gebeurt vaak als bedrijven prijzen vaststellen op basis van budget en de prijzen niet lopende het jaar aanpassen aan veranderde omstandigheden en ontwikkelingen in de markt.INNOVATIEBOXOm innovatieve werkzaamheden binnen bedrijven te stimuleren geldt vanaf 2007 een speciaal fiscaal regime voor inkomsten uit innovatie. Die inkomsten komen in aanmerking voor een gereduceerd tarief in de vennootschapsbelasting. In het begin gold deze regeling alleen voor inkomsten uit immateriële activa waarvoor een octrooi of kwekersrecht was verleend. Vanaf 2008 zijn hieraan toegevoegd immateriële activa waarvoor een Speur- en Ontwikkelingsverklaring is afgegeven. Sinds 1 januari 2010 is de regeling versoepeld om innovatie nog meer te stimuleren. Vanaf deze datum heeft deze regeling daarom ook de naam Innovatiebox gekregen. De belangrijkste verandering is dat het effectieve tarief is verlaagd van 10 naar 5 procent. De toepassing van de innovatiebox wordt in de praktijk vooraf in een ruling met de fiscus afgestemd.