Tax is tax niet meer

Het begon allemaal zo mooi. Starbucks kwam vanuit Amerika naar Europa om de Europese sobere koffiecultuur eens flink op te schudden. Bij zo’n grote ‘oversea’ operatie vanuit de US hoort natuurlijk een scherp belastingadvies. De vennootschapsbelastingtarieven in de US zijn immers hoog en als bedrijf wil je toch wat geld over houden om te investeren…

Door Jacob Mook

Amerika is een prachtig land, maar wanneer het op belastingheffing aankomt denken de Amerikanen op alles recht te hebben wat er door een Amerikaans bedrijf ergens in de wereld wordt verdiend. Daarom werd er door Starbucks een structuur opgezet waarbij de Amerikaanse belastingdienst niet direct kan heffen waarop zij wereldwijd denkt recht te hebben. De heffing is uitgesteld tot het moment dat het verdiende geld terug wordt gestort naar Amerika. De gedachte is ‘wat in het vat zit verzuurt niet’, die belastingheffing komt nog wel. Resultaat van deze slimme opzet is dat Starbucks in Europa nauwelijks belasting betaalt, maar op de lange termijn nog een keer moet afrekenen met de Amerikaanse belastingdienst.

Toen kwam de crisis waardoor de gewone man daadwerkelijk voelde dat er minder euro’s in de portemonnee zaten dan voorheen. Als je zelf wat minder verdient, dan lijken de toch al fors geprijsde Starbucks drankjes nog veel duurder. Met name in Engeland leidde dit, in combinatie met de wetenschap dat Starbucks nauwelijks belasting betaalde, tot scherpe protesten onder de bevolking. 

Langzamerhand kwam het besef bij de politici dat het vreemd is dat bedrijven zoals Starbucks zo weinig belasting in Europa betalen. Daarmee werd het startschot gelost voor onderzoeken door de Europese Commissie naar verboden staatssteun en belastingheffing bij grote multinationals. De vraag was in hoeverre deze multinationals door hun bijzondere afspraken met de Belastingdienst genaamd ‘rulings’ bevoordeeld werden door landen.

Recent kwamen de uitkomsten van de onderzoeken van de Europese Commissie naar buiten. Ondanks de zwart op wit afspraken tussen de belastingdienst en een bedrijf zoals Starbucks, was de Europese Commissie van mening dat er toch sprake is van verboden staatssteun. De Commissie redeneert hierbij vanuit een eigen nieuw opgezet kader van transfer pricing, waarvan tot nog toe niemand had gehoord. Volgens de Europese Commissie heeft Europa nog recht op een hoop geld van bedrijven zoals Starbucks. Een slechte boodschap voor de Amerikaanse belastingdienst die zich op termijn al rijk had gerekend met de in Europa behaalde winsten door Amerikaanse bedrijven.

Kortom, er is duidelijk verschil van inzicht tussen de Europese Commissie en de Amerikaanse belastingdienst over wie recht heeft om belasting te heffen over de in Europa behaalde winsten. Met de komst van Starbucks naar Europa is belastingheffing er niet duidelijker op geworden. Afspraken zijn geen afspraken meer. Transfer pricing is geen transfer pricing meer. Belastingheffing is geen belastingheffing meer. 

Niet alleen is de Europese koffiecultuur op de schop. Onze vertrouwde regels voor belastingheffing lijken ook verder weg dan ooit.

Jacob Mook
Partner bij Grant Thornton

Gerelateerde artikelen