Thom van der Steen (CFO van het Bisdom Haarlem-Amsterdam): “De bezoldiging van je pastoraat, of het tip-top onderhouden van je kerken? Dan ga je natuurlijk voor het eerste.”

Hoe stuur je een Bisdom financieel aan als CFO?

Thom van der Steen, CFO van het Bisdom Haarlem-Amsterdam, had er al een lange carrière op zitten in het bedrijfsleven voordat hij besloot om in dienst te komen bij de Moederkerk. “Ik werkte hiervoor in verschillende Finance- en CFO-rollen bij internationale partijen: Diageo, GSK, Brinks, een paar grote softwarebedrijven. Maar toen ik 50 werd, dacht ik: moet mijn volgende baan nog groter, of is het tijd om iets terug te geven aan de katholieke kerk en dus indirect ook aan de maatschappij? Ik was eigenlijk vergevorderd met een baan in Parijs, want ik ben getrouwd met een Française, maar toen kwam deze vacature voorbij via een headhunter. Ik woonde in Utrecht en wilde wat dichter bij de zee wonen, geboren en getogen in Amsterdam. Alles viel op zijn plek.”

Bisdom en parochies

Van der Steen is zijn hele leven al praktiserend Katholiek en kon met eigen ogen zien dat de Nederlandse kerkgemeenschappen al sinds de jaren ’60 een trend kennen van krimp. “Financiën lopen daar ook in mee. Dus als je daar naar kijkt als CFO, moet je reflecteren over de toekomst en bijvoorbeeld toch forecasts maken. Wat is onze visie om onze kerken en parochie-gemeenschappen een duurzame toekomst te geven? Het Bisdom heeft nog ongeveer 130 parochies en strekt zich uit van Vogelenzang-Haarlem, tot Almere, Hilversum, Amsterdam en Texel. Parochie-gemeenschappen fungeren als stichtingen, kerkelijke rechtspersonen, met gemiddeld vier tot vijf vrijwilligers in het bestuur die onder andere de financiën beheren: vermogen, vastgoed, een pastorie maar vooral de pastoor ondersteunen. Binnen parochies zijn priesters in een betrekking en een bestuur dat onder andere verantwoordelijk is voor een jaarrekeningen die door het Bisdom wordt gecontroleerd. Het Bisdom heeft namelijk ook een toezichthoudende rol op de parochies.”

Van der Steen heeft daar twee controllers voor werkzaam die behalve jaarrekeningen controleren ook advies geven. “Inkomsten van onze parochies komen uit collectes, schenkingen, de opbrengst van ‘levend geld’, vaak ook een vermogensportefeuille, land en huizen die worden verhuurd. Alles bij elkaar moet je denken aan een opbrengst van ongeveer 16 miljoen per jaar voor alle parochies in het hele Bisdom, deze opbrengst is echter structureel dalende door de krimp aan kerkgangers. Als je dan ook kijkt naar de P&L, dan zie je wel dat de parochies ieder jaar verlies maken.”

Vitale parochies die missionair in de maatschappij staan

Met het oog op de trend van krimp en verlies voert het Bisdom al bijna dertig jaar de discussie met haar parochies om meer samen te werken. “Toen ik binnenkwam, in 2015, heb ik die discussie ook een financiële dimensie gegeven door even goed te kijken waar we met elkaar staan: wat komt er binnen, wat gaat eruit? – extrapolatie naar de toekomst toe. En een plan. Om parochiebesturen te ondersteunen in hun beslissing welke kerken op de middellange termijn levensvatbaar zijn om centrale regio-kerk te worden, is een zogenaamde vitaliteitsmatrix ontwikkeld die de sterke en zwakke punten van een parochie helder weergeeft.”

Meer dan naar geld, kijkt de CFO daarbij naar de vitaliteit van parochies: “Wat is de populatie wat betreft jeugd en families – wat wordt er georganiseerd? Wat gebeurt er aan liefdadigheid voor de naaste? Tegelijkertijd ga je stukje bij beetje vastgoed verkopen, de kerken die je niet meer gebruikt. Meer vermogen creëren en van het rendement probeer je de groeiende tekorten op te vangen.”

Parochies mogen een deel van hun inkomsten zelf beleggen conform een mandaat, maar het grootste deel loopt centraal. Van der Steen: “We beleggen defensief en neutraal afhankelijk van de liquiditeitsbehoefte en uiteraard humaan: niet in de oorlogsindustrie en dat soort zaken. Een paar jaar geleden deden we een beauty contest met een aantal vermogensbeheerders en Van Lansschot kwam daar het beste uit.”

Sturen op groei?

Sturen in een krimpende markt? Hoe is dat voor een CFO die uit het bedrijfsleven komt? “In 2017 hebben we fors gereorganiseerd. We leefden een beetje boven ons stand. Het Bisschoppelijk Paleis in Haarlem is verkocht, ongeveer 30% van de collega’s hebben we moeten laten gaan. Om weer wat meer huisvestingskosten te besparen zullen wij eind 2025 waarschijnlijk  weer iets kleiner zitten met onze Bisschoppelijke organisatie in het Haarlemse. Wij huren ons kantoor nu van de priesteropleiding op de Tiltenberg. Als CFO kan ik lastig sturen op groei. De pastores – wij hebben er ongeveer 90 in het veld – managen de parochies. Maar we kunnen altijd bidden.”

Van der Steen wil niet al te zalvend klinken, maar iedere parochiaan die actief is in de gemeenschap ziet hij wel als ambassadeur van het geloof: “Wij proberen als kerk mensen hun geluk te laten vinden. Met zichzelf, met hun kinderen, naasten en medemens. Mijn eigen vrouw heb ik ontmoet op een Belgische bedevaart naar Lourdes waar ik een groep met onder andere gehandicapten begeleidde. Ik vond haar fantastisch en dacht: met haar wil ik trouwen! Maar mijn Frans was zo beroerd. Ze dacht aanvankelijk dat ik zelf ook een beperking had. Het heeft me heel veel moeite gekost om haar te overtuigen, maar we zijn nu al meer dan 25 jaar samen. Een groot geluk.”

De menselijke maat

Toen Van der Steen bij Brinks werkte, probeerde hij als CFO altijd hard op de inhoud te zijn, maar zacht op de mens. “Als je voor een maatschappelijke vrijwilligersorganisatie gaat werken, kom je wel terecht in een andere cultuur, minder strakke deadlines, veel meer hands-on. Maar je draagt als CFO toch de eindverantwoordelijkheid over het geld van het Bisdom in een krimpende werkelijkheid. Geld uit Rome krijgen we niet. Onze eigen Curie organisatie wordt betaald door 12 % van de opbrengsten van de parochies.”

Daarnaast heeft de CFO van het Bisdom te maken met veel menselijke variabelen. “Demografische ontwikkelingen zijn lastig te voorspellen. En zijn ook mensen die een keer in het jaar naar de kerk gaan. Inkomsten uit erfenissen en begrafenissen kun en wil je ook niet voorspellen. Wat ga je aan nieuwe priesterwijdingen doen als parochies gaan samenwerken? Dat verschilt ook per parochie. Bijna 90% van onze kerkganger is boven de 60. Daar zijn priesters begrijpelijkerwijs veel tijd  mee bezig. Maar als parochie wil je ook aandacht besteden aan gezinnen en jongeren, wat ook veel tijd kost, dit blijft dus balanceren. En wat betaal je liever, de bezoldiging van je pastoraat, of het tip-top onderhouden van je kerken? Dan ga je natuurlijk voor het eerste.”

Stip op de horizon

Binnen het Bisdom Haarlem-Amsterdam zijn nu nog 160 kerken binnen parochieverbanden. De afgelopen negen jaar zijn er 25 verkocht. Van der Steen: “Ons vastgoed – kerken, onze pastorieën  – kunnen we maar één keer verkopen. Waar ik als CFO op heb ingezet is dat dit transparant en marktconform gebeurt met de nadruk op een bestendige toekomst voor deze gebouwen, wat in de werkelijkheid bij een gewijzigde bestemming namelijk bijna altijd woningbouw betekent. In het verleden keken we vaak naar maatschappelijke bestemming, maar in de praktijk krijgen zij de funding bijna nooit meer rond – zeker niet voor onderhoud. Als gelovige vind ik dat jammer, maar als CFO zie ik dat woningopbrengst bijna altijd het meest realistisch is. De Jozefkerk in Alkmaar is een mooi voorbeeld. Een prachtige monumentale kerk. Die is goed verkocht en daar zitten nu mooie appartementen zijn. Maar we willen geen discotheek, kroeg of restaurant. Daar hebben we ook een say in. In zijn algemeen ben je  wel drie, vier jaar bezig met herbestemmen.”

Gezien de krimp aan kerkgangers en de teruggang van financiën denkt de CFO dat over ongeveer 10 jaar 50% van de huidige kerken gesloten is, of in een verkoopproces zitten. “We blijven er op inzetten om onze gelovigen bijeen te laten komen in centrale regio-kerken. Ik zie daarin ook kansen om meer op te trekken met anderstalige, katholieke kerkgemeenschappen die soms nog los opereren binnen onze regio, Poolse, Zuid-Amerikaanse, Afrikaanse gelovigen.”