De (on)zichtbare hand van data in Formule 1
Formule 1-coureur Tim Coronel gaf ons op CFO Day 2022 – in een sessie gefaciliteerd door Agium – een inkijkje in zijn werkwijze. Hoever reikt de invloed van data en hoe interacteert data met het ‘gevoel’ dat een coureur heeft in de cockpit?
Tim Coronel (1972) is een Nederlandse coureur. Hij is de tweelingbroer van Tom Coronel (“de snellere van de twee, zeven minuten eerder geboren!”). De Coronels zijn met name bekend van de tourwagenracerij en deelname aan de Dakar Rally. Behalve coureur is Tim Coronel ook ondernemer. Samen met zijn broers heeft hij onder meer sportscholen, een kartbaan en een klimhal.
Tijdens de sessie ging Michael van Asperen van Agium in gesprek met de autocoureur over datagebruik in de Formule 1 sport. “Hoelang wordt er al data gebruikt in de Formule 1?”, wilde de interviewer als eerste weten. “Phoe, al heel lang, al sinds er computers in de auto bestaan”, aldus Coronel. De hoeveelheid meetpunten is sindsdien steeds verder uitgebreid: inmiddels zitten er ruim 800 sensoren in een raceauto. Hiermee meet het datateam de motordata, de driverdata en de suspensiondata (de bewegingen van de auto).
Het uiteindelijke doel van al dat meten? Snelheid. In Formule 1 wedstrijden telt iedere microseconde. De data zorgen voor de afstemming tussen het gedrag van de coureur en het materiaal. Hoe laat kun je remmen in bepaalde bochten? Wanneer schakel je op het optimale moment? “Het is een dans tussen de coureur en de auto”, zei Coronel. “En het zijn de hele kleine marges die het verschil maken.”
“Het is een dans tussen de coureur en de auto”
Coureurs als Coronel beschikken over een datateam die alle relevante informatie voor ze inzichtelijk maken. Op basis daarvan maken zij strategische keuzes. “Wanneer kies je voor gut feeling en wanneer voor data?”, vroeg Van Asperen. “Het is altijd een samenspel tussen het datateam en de coureur", zei Coronel. “Bijvoorbeeld, als de banden warmer worden krijgt je meer slipgevaar. Het datateam rekent het door. Maar soms kan de coureur het beste beslissen op basis van ervaring. Bijvoorbeeld, wat voor banden je gebruikt bij regen.”
“Sla je wel eens een advies van je team in de wind?” Coronel: “Absoluut. Je krijgt data als input voor keuzes, maar die zijn ook gebaseerd op ervaring. Dat werkt in het zakenleven net zo. Wij stoppen geld in Google Adwords om mensen naar onze indoor venues te krijgen, maar als het mooi weer is komen ze helemaal niet, dus hoeven we ook niet te adverteren op deze dagen. In de autosport maak je eveneens keuzes op basis van ervaringen. Soms pakt zo'n beslissing goed uit, maar soms ook niet. Ik heb een keer gekozen om mijn banden niet te wisselen terwijl mijn team aangaf dat dat moest. Dat bleek een foute beslissing. Terwijl ik al 40 jaar rijdt op Zandvoort.”
Een Formule 1-team bestaat uit ruim 400 mensen en de coureur is de directeur van de onderneming, stelde Coronel. “De data-mensen proberen je te helpen, maar wij hebben altijd de final call.” Coronel vindt dat coureurs vaak te vroeg hun zin krijgen. “Je teamleden moeten je uitdagen. Als ze vanuit het datateam harder argumenteren moet ik beter luisteren en interpreteren. Maar uiteindelijk ben jij als coureur de directeur en de stuurman.”
En hier zit een duidelijke parallel met het samenspel tussen finance, data science en de business. Het is aan de financial om te zorgen dat de juiste data en de juiste argumenten bij de ondernemers terecht komen, zodat zij gecalculeerde risico's kunnen nemen. “In de Formule 1 is elke bocht een gecalculeerd risico", aldus Coronel. “In bedrijven geldt dat voor beslissingen ook.”
"Wat is leidend?", besluit Van Asperen. “Data of toch die gut feeling?” Coronel: Gut feeling. In sport en bedrijven zijn mensen nog altijd leidend en dat blijft ook zo. Data is voeding om continu te blijven leren. Data is belangrijk, maar ervaring telt dubbel mee.”