Toeleveringsproblemen in Nederlandse industrie zwakken af
Volgens de Nevi had 55 procent van de industriële ondernemers vorige maand te maken met langere levertijden van materialen. Dat was nog een recordniveau van 76 procent in juni vorig jaar. Deze afname zorgde er ook voor dat de inkoopprijzen voor materialen minder hard stegen dan eerder. Ook de kosten voor energie, transport en personeel gingen minder sterk omhoog. De verkoopprijzen stegen eveneens minder hard. Hier ging het om de kleinste stijging sinds augustus.
"De toeleveringsketens lijken niet verder ontregeld te worden door de snelle opkomst van de omikronvariant en de maatregelen daartegen", zegt econoom Albert Jan Swart van ABN AMRO in een toelichting. "Het lijkt erop dat het tekort aan materialen afneemt en dat er langzaam een nieuw evenwicht ontstaat tussen vraag en aanbod. Wel is vermoedelijk het personeelstekort nog een rem op de groei van de productie. Omikron kan dat personeelstekort de komende maanden verergeren, door hoger ziekteverzuim en quarantaine."
De inkoopmanagersindex van de Nevi, die de bedrijvigheid in de industrie meet, steeg in januari naar een stand van 60,1. Dat was 58,7 in december. Die stand in december was de laagste in twaalf maanden. Een indexstand van 50 of meer duidt op groei, daaronder op krimp. Volgens de onderzoekers klommen de orders voor de achttiende maand op rij en stegen de exportorders in het hoogste tempo sinds september. De werkgelegenheid in de industrie nam toe in de grootste mate in drie maanden tijd.
Swart stelt dat dankzij de stijgende productie Nederlandse ondernemers eindelijk beter tegemoet kunnen komen aan de grote vraag. Er is volgens hem nog steeds veel vraag naar producten zoals machines, die de Nederlandse industrie in hoog tempo aflevert. "Geen wonder dat verreweg de meeste ondernemers optimistisch zijn over de productie in de komende twaalf maanden. Dit jaar wordt waarschijnlijk nog beter dan 2021", zegt de econoom.