Tussen de bal in het stadion en een verstrikkende begroting in
"Er was een vacature vrij bij Feyenoord, die van financieel directeur,” begint Onno Jacobs zijn verhaal tegenover de 22 aanwezige credit managers. “Feyenoord is in mijn club, ik ben een geboren Rotterdammer." Vroeger wilde Jacobs, net zoals veel kinderen in Nederland, profvoetballer worden maar dat werd hem niet. Door te solliciteren op deze vacature maakte hij toch kans om zijn favoriete club op hoog niveau te kunnen vertegenwoordigen. Niet op het veld maar in de bestuurskamer. Zijn “jongensdroom” kwam uit. Hij werd aangenomen als financieel bestuurder van Feyenoord. Het was echter geen droomstart. “Op mijn eerste werkdag in december werd mij al gelijk verteld: ‘Onno, we hebben een klein probleempje, er is niet genoeg cash om de salarissen van januari te betalen.’ Dus ik ging kijken, controleren, opnieuw checken, en het bleek echt te kloppen,” vertelt Jacobs. De 22 credit managers luisteren aandachtig naar het verhaal van Jacobs Gerund als een amateurclubDe CFO maakte meteen een prioriteitenlijstje. De actiepunten waren onder te verdelen in twee categorieën: kostenreductie en kredieten binnenhalen. “Ik heb een stevige kostenbebeersing en taakstellende budgettering ingevoerd, dat was er nog helemaal niet. Sorry dat ik het zeg, maar Feyenoord werd toen, vanuit financieel perspectief, gewoon gerund als een amateurclub. Om iets te noemen, de club had destijds 60 contractspelers terwijl er toch echt maar elf op het veld mogen staan. We hebben toen veel goede spelers moeten verkopen, om zo het budget houdbaar te maken.” De noodingrepen van de CFO waren voor de buitenwereld en de eigen organisatie moeilijk te begrijpen. Waar hij in zijn vorige baan bij zowel CSM als PepsiCo kon rekenen op een hele financiële afdeling en ruggespraak met gelijkgestemden, was dat nu totaal anders. “Bij een voetbalclub werk je met mensen die niet met finance bezig zijn en ook geen financiële achtergrond hebben. Je moet dan aan trainers, stafmensen en commerciële werknemers uitleggen wat er aan de hand is. Ik voelde mij best wel eenzaam en was niet altijd erg geliefd. Feyenoord was de blinde in de boekhoudkundige woestijn, en ik was zijn enige oog.” Een credit manager vraagt hoe Jacobs destijds kon weten of hij goed bezig was. “Dat weet je eigenlijk helemaal niet,” antwoordt de oud-CFO. Ondertussen lag hij wel continu onder een vergrootglas. “Iedereen keek constant naar mij. Ik was de enige die verstand van financiën had. Er waren weinig mensen waarmee ik kon sparren. Daar voelde ik mij ontzettend onzeker over. Wat hielp is dat ik mij strikt aan mijn werklijstje hield: de liquiditeit op peil houden, continu bezig met bestaande financiering verlengen en de begrotingsdiscipline doceren aan de rest van de organisatie.” De stand in de EredivisieEr was nog een dimensie waar Jacobs mee te maken kreeg, namelijk die van het publiek. Feyenoord is immers, naast een instituut, vooral ook een voetbalploeg waar miljoenen Nederlanders wekelijks naar kijken. “Je kan achter de schermen net zo hard je best doen, uiteindelijk word je maandag de maat genomen als de stand van de eredivisie wordt opgemaakt.” Spelers verkopen en de boekhouding op orde brengen na jaren van wanbeleid, trok zijn tol op de sportieve resultaten. In de seizoenen van 2006 tot en met 2011 eindigde Feyenoord geen enkele keer in de top drie. Het verdovende, provisorische medicijn dat de bestuurder zichzelf toediende, was het negeren van de media. “Ik opende nauwelijks kranten en las de berichten op internet niet.” Financiën waren niet het enige dat op orde gebracht moest worden bij de club. Het bestuur, waaronder dus ook Jacobs, was druk bezig om de club aangenamer te maken voor “ouders en kinderen”, vertelt de voormalige financieel bestuurder. “Er was geen goede sfeer in het stadion. Er werd gedeald onder de tribunes en er was weinig tolerantie naar elkaar. Daar traden wij, samen met de gemeente en politie tegen op. We maakten daarover afspraken met de burgemeester, Ivo Opstelten, later de minister van Veiligheid en Justitie.” De hardcore supporters waren, als vanzelfsprekend, minder blij met het harde optreden. Ook daar was Jacobs ongeliefd. Het was zwaar werk. Jacobs was intern de financiële positie van een nagenoeg failliete organisatie aan het versterken, maar werd ondertussen ook een publiek figuur waar media en supporters kritiek op hadden. Hij werkte zes dagen in de week, vijf op de club, en zondag was hij in het stadion waar hij met sponsors sprak. BedreigingenHoewel hij bleef vasthouden aan zijn persoonlijke geen-media-beleid, was dat bij zijn vrouw anders. Op internetfora kwam zij nare berichten en bedreigingen over haar echtgenoot tegen, en besprak dat aan de keukentafel met Jacobs. De bedreigingen werden door de politie serieus genomen. “Ik werd op bepaalde momenten extra beveiligd en ze adviseerde mij om bijvoorbeeld af en toe een extra rondje te rijden op de rotonde.” Jacobs laat even een stilte vallen, en zegt dan: “Uiteindelijk brak die last mij op. Ik stopte er in 2011 mee.” Hoewel Jacobs dat niet zo in zijn eigen woorden zegt, is er in die 6 jaar ondertussen achter de schermen een wonder voltrokken. Het lukte hem met zijn mede-bestuurders om de club financieel gezond te maken. “We hebben een groep van 30 kapitaalkrachtige mensen bij elkaar gekregen die betrokken waren bij de club. Dat leidde uiteindelijk tot een kapitaalinjectie van ongeveer 30 miljoen.” Jacobs wist Feyenoord uiteindelijk toch financieel gezond te maken De club was naar zijn geldschieters duidelijk over drie aspecten: zekerheid, zeggenschap en rendement. “Het rendement was hoog, maar alleen in natura, dus stoelen en reclameexposure bij een van de mooiste clubs van Nederland. Zeggenschap kregen zij, bijvoorbeeld met een zetel inde raad van Comissarissen. En zekerheid? Die was er helemaal niet.” Terug naar de topDe eerlijke en heldere boodschap van Jacobs en zijn collega’s werkte. Er volgde een kapitaalinjectie van 30 miljoen euro. De club was gered. Vrijwel onmiddellijk in de seizoenen nadat Jacobs wegging, kreeg het sterke financiële fundament, dat door hem was gelegd, uitwerking op het veld. De bal ging vaker het net van de tegenstander in. Feyenoord eindigde drie jaar lang weer in de top drie: respectievelijk op twee (2012), drie (2013) en twee (2014). Op dit moment staat Feyenoord slechts drie punten achter op aartsrivaal Ajax, dat op de eerste plek staat. De landstitel is in de afgelopen tien jaar niet zo dichtbij geweest. Een van de credit managers vraagt op het einde aan de spreker de vraag der vragen: zou hij het weer doen? “Ja, maar niet voor een andere club.”