‘Tweede noodpakket ontoereikend voor groot MKB’
Ook dreigen onterecht allerlei bedrijven buiten de boot te vallen. Dat zeggen VNO-NCW en MKB-Nederland in een brief aan de Tweede Kamer. Die debatteert donderdag over het tweede steunpakket van het kabinet.
Hart bedrijfsleven
“Het tweede noodpakket is een puik staaltje werk van dit kabinet”, zegt VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer. “Alleen het hart van het Nederlands bedrijfsleven – de grotere MKB- en familiebedrijven – kan niet uit de voeten met de TLV. Hierdoor staat veel werkgelegenheid en zelfs de continuïteit van bedrijven op het spel, terwijl zij in de kern gezond zijn.”
Fractie vaste lasten
In de nieuwe TVL-regeling kunnen bedrijven voor hun vaste lasten (zoals voorraden en onderhouds-, lease- en servicecontracten) een vergoeding krijgen tot maximaal 20.000 euro per kwartaal. Voor de horeca bijvoorbeeld hebben de ondernemingsorganisaties berekend dat voor bedrijven vanaf 12 medewerkers de regeling slechts een fractie van de vaste lasten dekt. “Terwijl bijna de helft van de werkgelegenheid zit bij ondernemingen van deze omvang. Veel bedrijven vrezen voor ontslagen en hun continuïteit nu de reserves uitgeput raken.”
Verkeerde code
De ondernemingsorganisaties maken zich ook zorgen over de sectoren die een beroep op de TVL kunnen doen. Daarover is nog onduidelijkheid. “Bij de TOGS-regeling vielen sectoren ten onrechte buiten de boot, en dat mag nu met de TVL niet weer gebeuren”, zegt MKB-Nederland-voorzitter Jacco Vonhof. “Het is bijvoorbeeld ondernemers in de evenementenbranche niet uit te leggen waarom zij níet voor een tegemoetkoming in aanmerking zouden komen, terwijl de sector plat ligt en er geen zicht op heropening is. En dat omdat ze kennelijk de verkeerde SBI-code hebben.”
Hoger plafond
VNO-NCW en MKB-Nederland dringen er bij de Tweede Kamer op aan extra stappen te zetten voor de gesloten sectoren, zoals ook bepleit in de eerdere motie van de Kamerleden Dijkhoff (VVD) en Jetten (D66). De organisaties willen een ‘luik’ in de TVL-regeling voor grotere MKB- en familiebedrijven, waardoor zij ook (ruimere) ondersteuning kunnen krijgen indien dat nodig is. Als voorbeeld verwijzen ze naar Denemarken, waar een subsidieplafond van maximaal 11 miljoen euro per kwartaal geldt. De TLV-vergoeding moet volgens de ondernemingsorganisaties niet worden meegeteld als omzet voor de NOW-regeling.