Van Rij steunt snelle EU-deal minimumtarief vennootschapsbelasting
De Franse minister van Financiën Bruno Le Maire wil al half maart een akkoord met de EU-ministers van Financiën over een minimumtarief van 15 procent voor de vennootschapsbelasting voor multinationals met een jaaromzet van 750 miljoen euro of meer. De Europese richtlijn, die is gebaseerd op een akkoord tussen bijna 140 landen over een grootscheepse hervorming van het internationale belastingstelsel, kan dan op 1 januari 2023 in de EU van kracht worden.
Frankrijk is tijdelijk EU-voorzitter en bepaalt grotendeels de agenda de eerste helft van dit jaar. Le Maire roept zijn collega's op niet te treuzelen en zich te scharen achter de richtlijn voor het minimumtarief die de Europese Commissie vorige maand heeft gepresenteerd. "Nederland juicht het akkoord toe en stelt het op prijs dat de commissie het zo snel in wetsvoorstellen heeft omgezet", zei Van Rij tijdens zijn eerste vergadering met zijn Europese collega's. Hij complimenteerde het dagelijks EU-bestuur zelfs met zijn voortvarendheid.
De wereldwijde belastingherziening is bedoeld om belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan. Het minimumtarief is er een onderdeel van. Een ander element is dat bedrijven belasting moeten gaan betalen in de landen waar hun klanten zitten, en niet alleen in het land waar de hoofdvestiging staat. Nu zijn bijvoorbeeld veel grote internetbedrijven zoals Amazon gevestigd in een land met een lage vennootschapsbelasting terwijl zij winst maken in andere landen. Die andere landen zien daar niets van terug in de schatkist. Er komt nog wetgeving over hoe die winsten eerlijker verdeeld moeten worden.
De Europese richtlijn vereist unanieme instemming van de 27 landen. Een viertal landen stribbelt echter nog tegen snelle invoering van de richtlijn over het 15 procentstarief. Onder meer Polen en Hongarije vinden dat die gekoppeld moet worden aan wetgeving over de herverdeling van de belastingrechten.